De Kosmos II
Het punt waar de oerknal heeft plaats gehad, was en is naar mijn gevoel een zwart gat.
Volgens de algemene relativiteitstheorie van Einstein is een zwart gat een gebied waaruit niets, zelfs niet het licht kan ontsnappen. In zo’n zwart gat bevindt zich een enorme, zeer compacte massa die een geweldige zwaartekracht uitoefent. Rond een zwart gat is er een denkbeeldig oppervlak dat als grens optreedt, de “waarnemingshorizon”. Even buiten deze horizon kan materie en licht nog net aan de zwaartekracht van het zwarte gat ontsnappen. Eenmaal hier binnen verdwijnt alles in het centrum van het gat.
Een idee dat mij maar niet wil loslaten, is dat de oerknal niet heeft plaats gehad in één punt, maar in oneindig veel punten, in oneindig veel zwarte gaten, al of niet tegelijkertijd. En in ieder zwart gat heeft de explosie de materie in ons heelal geslingerd en de antimaterie in het anti-heelal. Hierbij kregen we aan beide zijden afkoeling van de deeltjes met de vorming van sterren, planeten, manen, zonnestelsels enz. tot gevolg en met als eindresultaat een melkweg. Het heelal is dan de optelling van al deze melkwegen, gevormd tijdens de oerknal van de vele zwarte gaten. Hetzelfde geldt voor het anti-heelal.
Dat anti-heelal is voor ons niet zichtbaar, niet bereikbaar, niet bestaande. Het bevindt zich in een andere wereld, in een soort kosmos waar wij met ons verstand (nog) niet bij kunnen. Het bevindt zich in een andere “dimensie” (de wetenschap werkt in haar berekeningen momenteel met 10 dimensies!).
2 opmerkingen:
Beste Rik,
Blijkbaar werk ik in de omgekeerde tijd.
Hoe uitgebreid het zogenaamde singuliere oerpunt was weet ik niet. We weten wel dat het alles was er was geen buitenkant aan deze oerruimte. Deze oerruimte, het toneel waarin of waarop zich de latere fysica zou voltrekken, is dan vrij snel, extreem snel gaan uitbreiden, de zogenaamde inflatieperiode, nadien kwam er een periode van rustigere uitdijing.
De oerruimte bevat geen materie zoals wij die kennen, het energieniveau is veel te groot zodat voor er maar iets kan ontstaan het reeds uit elkaar wordt gerukt, alles is straling. Maar straling van wat, van energie. En ga zo maar door en wat is die energie precies waar nog geen ruimte en tijd te definieren zijn.
De vraag naar de plaats van het antiheelal lijkt me van dezelfde orde als deze naar de plaats van de hemel.
Met meerdere dimensies kunnen een aantal moeilijkheden inzichtelijk (sic), wiskundig logisch, uitgelegd worden. Maar ook dan blijft het, zoals trouwens voor al onze wereldbeelden, slechts één van de vele mogelijkheden. Het is puur perceptie. Is er dan niets reëel?
Roger Verbeeck
Dag Rik,
Over het al of niet gelijktijdig zijn van de oerknal kan hetvolgende gedacht worden. Oorspronkelijk was er een extreem hoge energie, deze 'potentiele' energie valt als het ware naar een lager niveau, dit hoeft niet eenmalig te zijn. Energie op dat lagere niveau zal zich 'ontwikkelen' als golven in een meer. Nadien komt er een nieuwe energieval en veroorzaakt op haar beurt een rimpeling in het lagere niveau. Deze verstoring zal onze gewone evolutie op gang brengen. Dat wil zeggen dat niet alle elementen van het universum even oud zijn. Waar moeten we in dit verhaal de inflatieperiode plaatsen en wat zijn daarvan de praktisch meetbare consequenties. Heeft zulke speculatie enig praktisch nut?
Roger Verbeeck
Een reactie posten