Boeddhisme III
De boeddhistische geschriften, die berusten op mondelinge overleveringen, zijn pas eeuwen na de dood van Boeddha opgetekend en omvatten o.a. de Tripitaka (de drie manden: 1. regels voor de monniken en nonnen, 2. leer van Boeddha en 3. uitleg van deze leer), de populaire Dhammapada (toespraken van Boeddha), de Lotus Soetra (een uiteenzetting over de natuur van een boeddha) …
De meditatietechnieken die in het boeddhisme gebruikt worden zijn onder meer yoga (ook buiten het boeddhisme beoefend) en zazen (za=zittend, zen=mediteren). Yoga is het door middel van lichaamsoefeningen in balans brengen van lichaam en geest. Zazen is de meditatietechniek waarvan de houding (zittend op een kussen met de benen gekruist in volledige of in halve lotushouding), ademhaling (lang, rustig en diep; de nadruk ligt op de uitademing) en geestestoestand (de gedachten worden de vrije loop gelaten om zo los te komen van de gedachten) de drie pijlers zijn. Zen is de meditatiemethode die beoefend wordt in het zenboeddhisme.
Het boeddhisme dat ontstond in India, verspreidde zich naar Sri Lanka, Zuidoost Azië, Tibet, China, Mongolië, Korea en Japan. Boeddhisten trekken er niet op uit om anderen te overtuigen van hun gelijk. Wat zij doen is hun leer en methodes toegankelijk maken voor geïnteresseerden en eenieder is vrij om er uit te halen wat hij wil. Het boeddhisme wijst geweld af en is altijd verdraagzaam geweest ten opzicht van andere godsdiensten. Volgens het boeddhisme moet iedereen immers op zijn eigen manier de verlichting zoeken.
Het Tibetaanse boeddhisme speelt een grote rol in Tibet. De spil van het Tibetaanse boeddhisme is de lama, de geestelijk leraar die zorg draagt voor de kennisoverdracht. Veel aspecten van het dagelijks leven worden beïnvloed door religieuze gebruiken. Politiek en religie zijn altijd met elkaar verweven geweest. Dit blijkt uit het feit dat de belangrijkste persoon binnen het Tibetaanse boeddhisme, de Dalai Lama, zowel de geestelijke als wereldlijke macht vertegenwoordigt. Tibet, ingenomen door China, kwam massaal in opstand in 1959. De opstand werd met harde hand neergeslagen waarbij duizenden Tibetanen omkwamen. De Dalai Lama vluchtte naar India, waar hem politiek asiel werd verleend. China ging vervolgens een politiek voeren waarbij het Tibetaanse volk en zijn cultuur onderdrukt werden. Vanuit India strijdt de Dalai Lama voor autonomie van zijn land. Hierbij staat het principe van geweldloosheid voorop. Mede daardoor ontving hij in 1989 de Nobelprijs voor de Vrede.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten