Boeddhisme I
Het boeddhisme is in India gesticht in de zesde eeuw voor Christus door Siddharta, ook wel Gautama genaamd omdat zijn familie afstamde van de vedische leraar Gotama. De stichter werd later met de eretitel “Boeddha”, “de Ontwaakte”, de “Verhevene”, “de Verlichte” aangeduid. Het kenmerkende van een boeddha is dat hij zijn kennis en inzicht op eigen kracht verworven heeft. Dit geschiedde noch door de openbaring van een God, noch door de bestudering van heilige teksten, noch door het onderwijs van een leraar. Daarmee wordt niet gezegd dat de mens geheel alleen de weg tot het heil kan vinden. Het onderricht van een ander is noodzakelijk om het proces van groeiend inzicht op gang te brengen. De leer van de reïncarnatie die bij de boeddhisten centraal staat, speelt hierbij een belangrijke rol. Een boeddha bewerkt hier op aarde weliswaar zelf zijn verlichting, maar dit kan hij slechts doordat hij in één van zijn talloze vorige existenties eens een boeddha heeft horen preken. Vertrekkend van deze indruk, die door al zijn incarnaties heen in zijn onbewuste is blijven voortleven, komt hij er tenslotte toe zich stap voor stap geheel voor de waarheid open te stellen en zelf rijp te worden voor het boeddhaschap. Hij wordt van een kandidaat voor de boeddhawaardigheid een boeddha, een persoon die de volledige verlichting (bodhi) bereikt heeft. Volgens bepaalde boeddhisten zijn er meerdere boeddha’s en bodhisattva’s (personen die de verlichting bereikt hebben en het nirvana kunnen betreden, maar dit uit mededogen uitstellen om anderen te kunnen redden) aan de historische Boeddha Siddharta voorafgegaan, zijn er meerdere na hem geweest en zullen er nog vele volgen.
Een boeddha is geen heiland die met zijn genade iemand anders zonder diens toedoen verlost. Hij kan enkel het pad tot het heil aanduiden. Een boeddha is ook geen God of een aardse incarnatie van een God. Hij is een mens die zoals alle andere mensen onderworpen is aan ziekte, ouderdom en de dood. Hij onderscheidt zich echter van andere mensen doordat hij de hartstocht overwonnen heeft. Hij is een verheven mens die begeerte, haat en verblinding heeft afgelegd en in de hoogste passieloosheid en wijsheid al het aardse heeft overwonnen. Als gevolg van zijn geestelijke en menselijke volkomenheid beschikt hij over wonderbaarlijke krachten: hij kan zich zijn talloze vroegere existenties herinneren, hij kent ook de vroegere en toekomstige geboorten van andere wezens, hij bezit een volledige kennis van de bouw van de kosmos en het denken van andere personen, hij kan op meerdere plaatsen tegelijk aanwezig zijn, hij kan door de ruimte zweven …
Siddharta, de stichter van het boeddhisme, groeide op in luxe, maar voelde zich ongelukkig. Om na te denken over de oorzaak van zijn ongelukkig zijn, bracht hij meerdere jaren met vasten en mediteren door. Na deze twee extremen, het leven in luxe en leven als een asceet, besloot hij een middenweg te volgen: een gematigd afstand doen van de wereld. Via de zuiver geestelijke weg van meditatie en concentratie bereikte hij de verlichting en werd Boeddha.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten