woensdag 21 juli 2010

Alfatraining II
Hoe geraken we in alfa, hoe gaat dat in zijn werk?
Men gaat ergens liggen waar het rustig is, bijvoorbeeld in bed vóór het slapen gaan of vóór het opstaan. Men spreidt zijn benen lichtjes, legt zijn armen naast zijn lichaam en sluit zijn ogen. Dan doet men ontspanningsoefeningen. Er zijn verschillende methodes en technieken, maar de beste methode om te ontspannen, is zijn eigen methode. Deze kan men samenstellen met onder andere volgende elementen. Diep inademen, de adem even inhouden en dan zolang mogelijk uitademen, terwijl men inwendig langgerekt zegt: “Reee-laaax”, “reee” tijdens het inademen en “laaax” tijdens het uitademen. Dit moet men meerdere keren herhalen. Dan concentreert men zich achtereenvolgens op al de delen van zijn lichaam (linkervoet, rechtervoet, linkerbeen, rechterbeen, onderbuik, borst, achterwerk, rug, linkerhand, rechterhand, linkerarm, rechterarm, hals en hoofd, met eventueel de delen van het hoofd apart), spant telkens dat deel gedurende enkele seconden en ontspant het. Dezelfde delen kan men achtereenvolgens aflopen, er zich op concentreren en dan zeggen: “Mijn … (deel van het lichaam) wordt zwaar, loodzwaar, ik laat mijn … vallen, ik voel de weldoende warmte door mijn … stromen”.
Wanneer men erg ontspannen is, op het in slaap vallen af, kan men beginnen met “afdalen naar zijn niveaus” (men kan immers een steeds dieper niveau bereiken). Dit kan men doen door in het begin, tijdens de eerste weken van de oefeningen, af te tellen van eenentwintig tot één (waarbij men telkens 3 cijfers samenneemt: 21 – 20 – 19, 18 – 17 – 16, 15 – 14 – 13, enz.). Bij één aangekomen kan men zeggen “Elke dag gaat het mij in elk opzicht beter, beter en beter!” en “Ik voel me in blakende gezondheid, in harmonie met het leven!” Men kan in die toestand even vertoeven en creatief bezig zijn, zo men wil, waarna men besluit terug te keren. Dan telt men naar boven van één tot eenentwintig en opent de ogen. Wanneer deze oefening aangenaam overkwam, is de kans groot dat men in een lichte alfatoestand verkeerde. Om steeds betere resultaten te bereiken, herhaalt men deze oefeningen gedurende meerdere weken, totdat men er gedurende de dag zelfs naar gaat verlangen.
In de volgende periode kan men, na de relaxatie, afdalen naar zijn niveaus door af te tellen van zeven tot één, waarbij men ieder cijfer laat volgen door zijn corresponderende kleur uit de regenboog. Bij iedere kleur stelt men zich een vrucht voor met die bepaalde kleur. Dit kan gaan als volgt, men zegt: “Zeven – rood (en men stelt zich een tomaat voor), zes – oranje (appelsien), vijf – geel (banaan), vier – groen (appel), drie – blauw (bosbes), twee – indigo (pruim), één – violet (druif)”. Met deze zeven cijfers en hun corresponderende kleuren komen zeven belangrijke facetten van onszelf overeen. Daaraan kan men ook nog denken wanneer men aftelt van zeven tot één.
Al deze elementen dragen bij tot een diepgaande concentratie en het buitensluiten (uit onze geest) van alle storende gedachten, afkomstig van onze beslommeringen van de dag. Aangekomen in het alfaniveau, kan men de boven aangehaalde zinnen herhalen, werken aan zichzelf, creatief bezig zijn … Uit zijn alfaniveau keert men nu terug, door naar boven te tellen van één tot zeven.
Om het afdalen naar zijn niveaus nog te vergemakkelijken, kan men zich als vertrekpunt, na de relaxatie, een aangename plaats voorstellen zoals een mooi strand of een adembenemende bergtop (waar men ooit geweest is), een leuk plekje uit zijn kindertijd (boomhut), aan boord van een zweefvliegtuig of een zeilboot … Tijdens het aftellen kan men zich voorstellen dat men zich plots op een trap bevindt, die men afdaalt naar een (onderaards) schuiloord. Dit suggereert nog sterker het afdalen naar zijn niveaus.
Om in alfa concreet en geconcentreerd te kunnen werken, kan men zijn schuiloord ombouwen tot een “mentaal laboratorium”. Dit is een ruimte waar men alles bij de hand heeft en alles kan doen. De bouw en inrichting van dit mentaal laboratorium kunnen er uit zien als volgt. Links heeft men een werkplaats waar alle werktuigen en toestellen te vinden zijn, evenals alle materialen (staal, glas, hout, marmer ...) en mineralen (calcium, magnesium, kalium ...). Daarnaast is er een lokaal waar alle organische stoffen zoals geneesmiddelen, planten en kruiden verzameld zijn. Rechts hebben we een bibliotheek waar alle kennis te vinden is in boekvorm, op CD-ROM of DVD of op het internet. Daarnaast is er een ruimte waar we via een kalender en een klok de tijd kunnen instellen, zowel in het verleden, het heden als in de toekomst. Aan de kant van de ingang hebben we een bureau met erop een bedieningspaneel om de spots, het projectiescherm, de lift en dergelijke te bedienen. Verder hebben we alle mogelijke communicatiemiddelen ter beschikking om via klank (telefoon en gsm met enkel communicatie naar buiten) en beeld (beeldscherm) met de buitenwereld in contact te treden. Er staan drie zetels aan het bureau. De middelste is voor onszelf, de twee andere zijn bestemd voor een mannelijke en een vrouwelijke assistent die we kunnen uitnodigen. Tegenover het bureau bevindt zich een podium met trappen. Tegen de muur bevindt zich een groot projectiescherm. Rechts van het podium hebben we een lift die dient om personen binnen te laten die men wil ontmoeten. Links is er een deur waarlangs men naar believen uitstappen kan maken naar plaatsen gelijk waar op aarde of in het heelal. Aan het plafond hangt een stel spots om lichteffecten te bekomen op het podium en het projectiescherm.
Als assistenten kan men zijn ouders uitnodigen of twee geleerden of twee kunstenaars of gelijk wie, al of niet nog in leven. Eenmaal twee (of meer) assistenten gekozen, houdt men zich best aan dezelfde. Steeds andere assistenten nemen, is af te raden. Het mentaal laboratorium is een sereen lokaal, geen duiventil.
Wanneer men een eigen mentaal laboratorium gebouwd heeft, gaat men om in alfa af te dalen steeds naar zijn laboratorium. Iemand die regelmatig en gedurende vele weken of liever gedurende maanden in alfa gaat, zal zo’n routine krijgen dat hij met een eenvoudig gebaar onmiddellijk in alfa terechtkomt. Het volstaat zo’n gebaar te koppelen, te verankeren aan het afdalen (aftellen van zeven tot één). Naar alfa gaan, wordt dan een automatisme, we worden geconditioneerd door het gebaar. Zo’n eenvoudig gebaar kan een “mudra” zijn, een houding van de handen waarbij (bijvoorbeeld) de uiteinden van duim en wijsvinger samengevoegd en de andere vingers gestrekt zijn. Ook is het duidelijk dat men steeds dieper in zijn niveaus geraakt, naarmate men meer oefent.

dinsdag 20 juli 2010

Autosuggestie
Hoe krachtig autosuggestie is, moge blijken uit volgende oefening. Doe je ogen toe en ontspan je. Denk aan een citroen. Neem ze in gedachte vast en bekijk ze langs alle kanten. Kijk naar de gele kleur, de ovale vorm en de bolvormige uiteinden. Houd ze onder je neus en ruik er aan. Duw met je duimen op de citroen en voel de weerstand van de vrucht. Neem nu in gedachte een mes, leg de citroen op een houten plankje en snij de citroen in tweeën. Het sap loopt langs de messnede op het plankje, enkele pitjes springen uit de citroen. Snuif de geur van het sap. Het water komt je in de mond, niet?
In alfa kunnen we onszelf dingen suggereren zoals een verbeterd eigenbeeld, een bepaald voornemen, een lichamelijke verbetering, beter studeren, beter geheugen, succes in het leven … Het effect van de autosuggestie werkt in alfa (de drie delen van onze LEM zijn erbij betrokken via woorden, beelden en gevoelens) vele malen sterker door dan in bèta (voornamelijk M, via woorden) en het blijft beter hangen. Het is zoals een (onbewuste) beïnvloeding door reclame: wanneer de gevoelens via woord en beeld worden aangesproken, blijft de boodschap beter hangen, dringt ze beter door.
In bèta kunnen we putten uit de parate kennis en de informatie die in ons “bewust” geheugen, in ons bewustzijn aanwezig is. Willen we informatie uit ons “onbewust” geheugen, uit ons “onderbewustzijn” halen, dan moeten we soms diep nadenken. We kijken dan dikwijls schuin omhoog alsof de informatie daar ergens boven te vinden is. De informatie die in ons onderbewustzijn aanwezig is, hebben we ooit opgeslagen, maar deze is niet paraat aanwezig. In alfa kunnen we gemakkelijker aan de informatie in ons onderbewustzijn, we kunnen ons deze informatie sneller herinneren. Dit komt omdat we beter geconcentreerd zijn en alle storende elementen zoveel mogelijk buitengesloten hebben. In alfa kunnen we zelfs informatie halen uit het collectief of kosmisch bewustzijn (informatie die wij nooit ontvangen en opgeslagen hebben). In dit laatste geval spreken we van buitenzintuiglijke waarneming (BZW, waarover later meer).
Waarom maken zo weinig mensen gebruik van de mogelijkheden van het alfaniveau? De mensen die als voornaamste levensdoel het bezitten van geld, macht en invloed hebben, vinden dit flauwekul (het brengt niks op!) Deze mensen zijn na hun “zware” dagtaak veelal enkel nog uit op ontspanning, sensatie, spectaculaire dingen en kicks. Voor deze dingen moet men niet naar het alfaniveau gaan. De tv is daar beter voor geschikt. De praktisch ingestelde mensen, de doeners zeggen: “Dat kan niet, dat bestaat niet”. De meer spirituele mensen, deze die meer uit zijn op welzijn dan op welvaart, zullen de alfatoestand misschien wel een tijd uitproberen, maar geven het dikwijls vrij snel op. De huidige mens wil direct resultaten zien. Hij kan niet genoeg geduld en doorzettingsvermogen opbrengen om de techniek volledig onder de knie te krijgen. De moderne mens uit onze westerse cultuur wil resultaten op korte termijn en investeert niet meer op lange termijn.

dinsdag 13 juli 2010

Alfatraining I
Tijdens mijn eerste cursus astrologie kwam ik in contact met mensen die zich met verschillende andere zaken uit de wereld van het “paranormale”, van het “ongewone” bezighielden. Eigenlijk is met die eerste cursus astrologie voor mij een heel nieuwe wereld opengegaan. Ik heb mensen ontmoet die zich toelegden op pendelen, wichelroede lopen, kaartleggen, hypnotiseren, spiritisme, numerologie ... Wat me in eerste instantie interesseerde was het ontdekken van de latente, verborgen en slapende mogelijkheden van onze mentale vermogens, van onze geest. Met mijn buurman ben ik naar een sessie “initiatie alfatraining” geweest en dit deed me besluiten om een volledige alfatraining te volgen.

Onze hersenen produceren continu elektrische golven (potentiaalverschillen die evenwel erg klein zijn: 50 tot 100 microvolt). Deze hersengolven kunnen opgemeten en geregistreerd worden met behulp van een elektro-encefalograaf. Dit toestel meet de elektrische activiteit van de hersenen en registreert de golven als schommelende curven op papier met behulp van een penschrijver. Dit levert het zogeheten elektro-encefalogram (EEG). Al naargelang de situatie waarin we verkeren, zijn onze hersengolven sneller of trager, meer of minder intens. De frequentie van deze golven wordt uitgedrukt in trillingen per seconde of Hz (Hertz). Bij de overgang van waken naar slapen wordt de frequentie van de hersengolven steeds kleiner.


In waaktoestand vertonen onze hersenen bètagolven met trillingsfrequenties boven de 14 Hz. Tussen waken en slapen vertraagt het ritme van de golven, we krijgen alfagolven met frequenties tussen 7 en 14 Hz. Vallen we in slaap, dan vertragen de hersengolven nog verder. Na een periode van ongeveer anderhalf uur (90 minuten) min of meer diepe slaap komen we weer terecht in een lichte slaaptoestand, waarbij we dromen en snelle oogbewegingen maken (REM = rapid eye movements). Tijdens de REM-periode treden ook alfagolven op. Naarmate we meerdere periodes van anderhalf uur geslapen hebben, wordt de duur van de REM-periode langer. De totale duur van onze slaap is best een veelvoud van anderhalf uur plus de duur van de REM-periodes. B.v.: vijf periodes van 90 minuten plus de REM-periodes maakt ongeveer acht uur, de slaaptijd van een normale volwassen persoon. Volgens mij kunnen we stellen dat het erg ongezond is de wekker te laten aflopen wanneer we in een diepe slaap verkeren: we worden immers van delta direct naar bèta gekatapulteerd! Wat we kunnen doen bij het zetten van de wekker, is onze interne biologische klok verwittigen van ons voornemen om op dat bepaald uur gewekt te worden. Onze biologische klok gaat dan de laatste slaapperiode hieraan aanpassen. Het beste is wakker te worden wanneer we uitgeslapen zijn, maar omdat dit meestal niet mogelijk is, werken we best met onze interne klok en laten deze ons wekken. Wanneer we toch gewekt willen worden door een wekker, valt een zacht spelende radio te verkiezen boven een alarm. Mensen die vertellen dat ze heel weinig dromen (d.w.z.: zich weinig dromen herinneren), zijn mensen die kordaat uit bed springen en actief aan de dag beginnen wanneer de wekker afloopt. Ze missen de laatste REM-periode en/of ze nemen niet de tijd om zich de droom te herinneren.
Met de waaktoestand, de toestand waarin we verkeren wanneer we niet slapen, de bètatoestand, zijn we vertrouwd. In deze toestand verkeren we wanneer we werken, eten, plezier maken, denken, spreken, onze zintuigen gebruiken … De andere toestanden of niveaus zijn ons minder bekend. Het thètaniveau en het deltaniveau kennen we als de mysterieuze toestanden waarin we verkeren, wanneer we slapen. Het alfaniveau, het niveau tussen slapen en waken, is de toestand die we naar believen kunnen oproepen, terwijl we toch bewust blijven van onszelf en onze omgeving. In het alfaniveau liggen enorme mogelijkheden die we in ons voordeel kunnen aanwenden. We kunnen er ons ontspannen, we kunnen er onze lichamelijke kwaaltjes genezen, we kunnen er onze batterijen opladen, we kunnen er ons voorbereiden op moeilijke taken (examen, speech, sportprestatie, vergadering, ontmoeting …), we kunnen er onze ongewenste gewoontes (roken, drinken, veel eten, snoepen ...) afleren en gewenste gewoontes (steeds vriendelijk zijn, positief denken, optimisme ...) aanleren, we kunnen er ons herprogrammeren (onze volwassene-recorder herwerken), ja we kunnen er zelfs doen aan buitenzintuiglijke waarneming (BZW). Hoe kan dat? Wat is de wetenschappelijke achtergrond hiervan?
Tijdens de REM-periodes dromen we. We verwerken en ordenen de gedurende de voorbije dag(en) opgenomen informatie en gevoelens, zodat we de volgende dag fris en monter (uitgeslapen!) ons actief leven kunnen hernemen. In onze dromen trachten we ook onze nog steeds niet volledig opgeloste complexen en frustraties te verwerken, hetgeen zich manifesteert in dromen die steeds maar terugkomen. B.v.: tanden die uitvallen (gemis aan affectie), men steelt onze wagen of aktetas (financiële onzekerheid), we moeten ons verdedigen tegen een groep kwaadwillige bengels (zich niet opgenomen voelen door de personen uit zijn omgeving), enz. Soms krijgen we via onze dromen voorspellende informatie door, zodat we kunnen spreken van voorspellende dromen. B.v.: we zien een kennelijk volkomen gezond persoon met een lijkbleek gezicht. Dit is een voorspellende droom wanneer die persoon kort daarna ook daadwerkelijk ziek wordt of zelfs sterft. Toen de dochter van mijn vriendin hoogzwanger was en met haar man plannen maakte om op een natuurlijke wijze te bevallen, kreeg ik volgende droom. Ik zag haar met een dikke ronde buik en plots zag ik het gezicht van haar kind dwars door de huid van haar buik heen. Daarna nam iemand de boreling gewoon uit haar buik, door de buikwand heen. Ik vertelde over deze droom en realiseerde me achteraf dat ik dit beter niet had gedaan. Dit zou kunnen wijzen op een keizersnede, hetgeen ze niet wilden. Het kind werd noodgedwongen geboren via een keizersnede, maar gelukkig verliep alles perfect. Dromen waarbij we bijvoorbeeld voortdurend op zoek zijn naar een wc die we maar niet kunnen vinden, zijn dromen die ons in de slaaptoestand willen houden, terwijl onze natuurlijke behoeften ons het bed uit willen. Er bestaan ook nog lucide dromen. Hierin realiseert men zich dat men droomt, maar tevens is men in staat zijn droom volledig te sturen. Men kan in een lucide droom doen wat men wil. B.v.: men kan boven een stad vliegen en wanneer men ergens een mooi meisje ziet, kan men er naartoe vliegen en het mooie kind lustig op de mond kussen. In het alfaniveau verkeren we in een toestand gelijkaardig aan de REM-periode, maar we zijn wel volkomen wakker. We zijn ons bewust van wat we doen. In de alfatoestand hebben we dezelfde mogelijkheden ter beschikking als tijdens de REM-periode, met dit verschil dat we van deze mogelijkheden “bewust” gebruik kunnen maken. In alfa kunnen we “bewust” doen wat we in onze dromen kunnen, we kunnen zelfs dromen “programmeren”.
In de bètatoestand overheersen onze mentale vermogens. We nemen via onze zintuigen voortdurend allerhande informatie in ons op, we beleven voortdurend van alles en nog wat, onze hersenen draaien op volle toeren. Voortdurend flitsen er allerhande wisselende beelden en gedachten door ons hoofd. Probeer je maar eens even op een citroen te concentreren. Die citroen blijft geen seconde staan op je mentaal scherm (tenzij je iemand bent die thuis is in meditatietechnieken). “Het liedje op de radio klinkt door, ik moet mijn telefoonrekening nog betalen, morgen komt mijn schoonmoeder op bezoek, iemand vraagt iets, ach ja, ik was aan een citroen aan het denken!” In bèta overheerst onze geest. De mentale laag van onze hersenen (neo-cortex), onze mentale vermogens (M) hebben de bovenhand. In alfa daarentegen brengen we onze mentale hersenlaag zoveel mogelijk tot rust, we maken onze geest leeg en concentreren ons op slechts één probleem. Op die manier krijgen onze andere hersendelen (de fysiologische laag, maar zeker ook de emotionele laag) een kans om mee te spelen. Onze hele persoon (LEM) is bij het gebeuren betrokken. In die toestand zijn we zeer suggestibel. In alfa zijn we zoals kleine kinderen: spontaan, erg beïnvloedbaar en vatbaar voor suggesties. In alfa staan we weer open voor de wildste en intiemste belevenissen. Onze verbeelding, creativiteit en intuïtie kunnen beter aan bod komen. In alfa zijn we in staat onze negentig procent ongebruikte mogelijkheden aan te boren. We kunnen onszelf van alles suggereren en spreken daarom van autosuggestie. Belangrijk is het zoveel mogelijk met beelden te werken. Hoe levendiger de beelden, hoe beter de resultaten.

donderdag 8 juli 2010

Zelfverbetering II

Moeten we eigenlijk wel doen aan zelfverbetering, aan zelfontplooiing, aan persoonlijke groei? Als de mens één taak heeft in zijn leven, is het mijns inziens wel deze. Bijdragen tot de verheffing van de mensheid, tot de verdere evolutie van de systemen van hogere orde, onze aarde, het heelal, daarin zit volgens mij de zin van het leven.
Wat kunnen we zoal doen om persoonlijk te groeien, zonder gesofistikeerde trainingen te volgen?
1 Positief denken, optimist zijn, overal het positieve trachten in te zien. “De fles is nog half vol!” brengt meer enthousiasme en leven in de brouwerij dan “De fles is al half leeg!”
2 Creatief en spontaan zijn. Geen spel spelen of je anders voordoen dan je bent. Spontaan jezelf zijn, je werk met hart en ziel uitvoeren, creatief te werk gaan, dit alles geeft meer voldoening.
3 Loslaten, je ont-”hechten”. Hoe meer je “hebt”, hoe meer “problemen” je hebt. “Zijn” brengt meer “innerlijke rijkdom”, wat je "hebt" zal je eens moeten achterlaten.
4 Bewust genieten van de kleine dingen. Kicks, sensatie en spectaculaire dingen laten een leegte achter. Genieten van kleine dingen geeft een rijk en voldaan leven.
5 Betrokken zijn op onze medemensen. Geëngageerd zijn in de maatschappij. Egoïsme brengt niet veel vreugde en werkt afstompend. Dank zij de gemeenschap waarin we leven, kunnen we groeien en worden die we willen zijn.
Men kan zoveel dingen doen om zich te ontplooien. Sport: fietsen, lopen, wandelen, kuieren, zwemmen, dansen ... Een hobby die je aanspreekt: bloemschikken, muziek spelen, patchwork, breien, timmeren, tuinieren, quizzen, bloemen en/of kruiden bestuderen in de natuur ... Heb je het plezier al geproefd van zelf groenten en fruit te kweken? Enkele zaadjes in de grond, de plantjes die beginnen te kiemen, de bloemetjes die vruchten worden, je eigen groenten en fruit oogsten. Heb je tijdens het wandelen al eens in vervoering gestaan voor de wondere dingen die je in de natuur kan aantreffen? Een mierennest, een gespleten eik, een kleurrijk bloemetje, een lekker ruikende roos, meiklokje of sering ... Gewoon zalig! Wat ook erg leuk is: zalig niets doen (zonder schuldgevoelens), luilekker in de zon liggen, dagdromen ... Je kunt een spannend of een leerrijk boek lezen, naar een boeiende film of naar het theater gaan, je dagboek bijhouden, nadenken over het een en ander ... Je kunt meedoen aan een gezelschapsspel of aan een partijtje voetballen. Je kunt je uitleven in het verenigingsleven. Je kunt in familieverband of onder vrienden, kennissen en collega’s discussiëren over verschillende onderwerpen.

donderdag 1 juli 2010

Zelfverbetering I

Zelfverbetering, aan onszelf werken, onszelf heropbouwen, onszelf herprogrammeren is niet eenvoudig. Wat kunnen we doen en hoe kunnen we dat doen? Hoe kunnen we van onze LEM-mobiel een harmonisch draaiende behuizing voor onze “bezieling” maken? Hoe kunnen we persoonlijk groeien?
Ik heb het geluk gehad als werknemer, voor dat ik zelfstandige werd, verscheidene groepstrainingen mee te maken, waarvan meerdere in firmaverband. De vier trainingen die mij het meest aangesproken hebben, draaien rond de drie delen van onze LEM-mobiel.
Alfatraining en NLP (Neuro-Linguïstisch Programmeren) richten zich voornamelijk op de mentale vermogens (M) en het aanspreken van de ongekende mogelijkheden van de geest. Gestalt probeert via het oproepen van emotionele ervaringen (E) te komen tot het zich bewust worden van zijn werkelijke zelf en probeert de aangepaste zelfverandering te stimuleren. Bio-energie werkt met doorgedreven lichamelijke inspanningen (L) en tracht zo complexen en frustraties los te weken en op te lossen. Bij iedere training is uiteraard onze hele LEM-mobiel betrokken.
Een training die zeer goed aansluit bij NLP is emotionele intelligentie. Deze training heb ik niet gevolgd, wel heb ik er het een en ander over gelezen. Naar analogie met het IQ (intelligentie quotiënt) spreekt men hier van het EQ. Het IQ meet de intellectuele, mentale capaciteiten, het EQ meet de emotionele vaardigheden. Men stelt dat de emotionele intelligentie dubbel zo belangrijk is als de intellectuele intelligentie voor het behalen van succes. Vandaar de formule: Succes = 2/3 EQ + 1/3 IQ.
Er bestaat een enorm grote waaier aan methoden en technieken om aan persoonlijke groei te doen. Wanneer men deze wat nader bekijkt, blijkt dikwijls dat dezelfde uitgangspunten aan de basis liggen. Ook komen dezelfde technieken of deeltechnieken regelmatig terug. De verschillen zijn soms minimaal en zijn te vinden in de accenten die gelegd worden en/of in de benaderingswijze. B.v.: zo lijken mij “Transcendente Meditatie”, “Autogene Training” en “Autohypnose” in essentie niet veel te verschillen van de “Alfamethode”.
Trainingen hebben meestal in groep plaats. Het groepsproces dat zich daarbij afspeelt, maakt veelal een grote indruk op de individuele deelnemers. Er wordt een klimaat van vertrouwen geschapen waarbij de groepsleden gemakkelijker kunnen komen tot het meedelen van hun gedachten en gevoelens. Deze intieme mededelingen gebeuren pas wanneer men zich aanvaard en niet meer kwetsbaar voelt in de groep, wanneer er een zeker vertrouwen in de groep aanwezig is. Er heeft dan een groepsdynamiek van onmiddellijke interacties tussen de verschillende personen plaats hetgeen enorm verrijkend werkt. De deelnemers doen er hun individueel voordeel bij, maar ontwikkelen tevens hun sociale vaardigheden. De resultaten zijn meestal erg positief te noemen.
Er zijn (waren) ook trainingen waarbij de individuele personen afhankelijk gemaakt worden (werden) van een goeroe (geestelijke leidsman) of een groep. Zo kende indertijd LSP (Leading Success People) een relatief groot succes. In grote lijnen kwam het er bij LSP op neer de deelnemers een voor een grondig en volledig af te breken, ze daarna op te nemen in de LSP-gemeenschap, ze hierin terug op te bouwen, ze afhankelijk te maken van de groep en ze in die groep een gevoel van euforie te geven. Maar volgens mij gaat het met dergelijke trainingen de verkeerde kant op: mensen zouden moeten kunnen ontwikkelen tot persoonlijkheden, individuen die in een gemeenschap uitstekend functioneren. Men mag mensen niet omvormen tot groepswezens die geen eigenheid, geen eigen inzichten en geen vrije wil hebben en die de groep volgen en nodig hebben tot meerdere eer van enkelen.