woensdag 28 maart 2012

Rondrijden in mijn LEM-Mobiel IV
Iedereen heeft problemen, sommigen zeer dikwijls, anderen maar af en toe. Heb ik er zelf, dan probeer ik die ook zelf op te lossen. Het is fijn wanneer iemand wil luisteren naar je miseries, je tegenslagen, maar ik vind dat iedereen zijn problemen zelf moet aanpakken en trachten op te lossen. Kom ik iemand tegen met een probleem, dan tracht ik naar zijn/haar verhaal te luisteren, eventueel mee te voelen en zelfs te helpen wanneer hij/zij erom vraagt. Goede raad geven, zeggen wat de ander moet doen, blijkt niet te werken en ongevraagd hulp verlenen valt dikwijls niet in goede aarde.


Ik ben blij dat ik een idealist ben, iemand die doorgaans optimistisch is en alle gebeurtenissen positief tracht te benaderen.
Ik probeer zoveel als mogelijk hier en nu te leven, op te gaan in en te genieten van mijn werk en mijn bezigheden, te genieten van de kleine dingen. De positieve dingen van het verleden nog eens oproepen en herbeleven zal iedereen wel af en toe eens doen. Het is fijn. Ik heb de negatieve dingen van het verleden zo goed als mogelijk verwerkt en opgelost. Bovendien waak ik erover dat er geen frustraties meer onopgelost in mijn frustratiekastje blijven liggen. Negatieve dingen die zich in de toekomst zouden kunnen voordoen, probeer ik te sublimeren door deze in gedachten en met mijn gevoelens eens door te maken. Het is altijd leuk om iets te hebben waarnaar je kan uitzien, om een beloning in het vooruitzicht te hebben: een fijn diner ’s avonds met een glas wijn, een optreden met ons muziekgroepje, een boek lezen in bed, op vakantie gaan, naar een feestje gaan, op stap gaan met vrienden … Maar wachten op Godot doe ik niet meer, ik heb erg veel geduld en doordat ik kan genieten van zelfs de kleinste dingen (een roodborstje op het hek, een spelend kind, een mier met een enorm stukje kaas tussen de kaken, een ekster die van op de berm naar een file kijkt waarin ik zit …) zal ik mij niet gauw vervelen.
Eén ding is duidelijk: aan ons geluk moeten we voortdurend blijven timmeren. Persoonlijk groeien stopt pas bij de dood.

dinsdag 27 maart 2012

Rondrijden in mijn LEM-Mobiel III
Er zijn van die dagen dat ik me niet zo best voel, ja zelfs dat ik me rotslecht voel. Vroeger dacht ik: dat mag niet, ik moet flink zijn! Nu verzet ik me hiertegen niet meer, ik laat mijn gevoelens opborrelen, ik aanvaard gewoon mijn emoties, ik leef ermee. Iedereen heeft het recht om zich af en toe niet optimaal of rot te voelen. Moet ik die dag er toch staan, dan ga ik soms in alfa en pep mezelf op via de gepaste autosuggestie.
Soms heb ik een naar gevoel dat ik niet direct kan thuisbrengen. Meestal probeer ik dan zo snel mogelijk te achterhalen waar dat vandaan komt en wanneer ik de oorzaak vind, probeer ik er snel aan te verhelpen. Iets uitpraten of proberen te begrijpen waarom iemand niet vriendelijk was of een begane fout proberen te herstellen. Een opgelopen frustratie probeer ik steeds zo snel mogelijk op te lossen in plaats van ze te verdringen.
Wanneer ik me angstig voel, schrik heb om ziek te worden of niet au sérieux genomen te worden bijvoorbeeld, dan beleef ik die angst en ga nog een stapje verder: ik probeer me die beangstigende situatie helemaal voor te stellen en te voelen hoe erg dat dan wel zal zijn. Het resultaat is meestal een verlichting, zoals een optrekkende mist.
Ik vorm nogal gemakkelijk mijn mening over van alles en nog wat. Toch probeer ik zo weinig mogelijk te oordelen en te veroordelen. Wie ben ik om een juist oordeel te vellen. Ik tracht de zaken zoveel mogelijk neutraal te bekijken. Wat op een bepaald ogenblik een schande of een ramp is, kan later soms een zegen blijken te zijn. Mijn eerste lief maakte het af … een ramp! Later bleek dat voor ons beiden het beste te zijn. De keerzijde van een onfraaie medaille is soms een juweeltje. Ik had een auto-ongeval met perte totale … catastrofe! Mijn volgende auto was veel baanvaster dan mijn vorige.

maandag 26 maart 2012

Rondrijden in mijn LEM-Mobiel II
Een ding is zeker: heeft men een jachtig leven, dan is de kans groot dat er van al deze mooie bedenkingen niet veel in huis komt. Heeft men niet de tijd om zich regelmatig af te vragen waarmee men bezig is, om bewust te leven, dan constateert men vroeg of laat dat men geleefd wordt, dat men een kuddedier is, dat men een “productieve consument” is. Daar bedank ik voor. Ik tracht bewust te leven, thuis, bij mijn klanten, in mijn vrije tijd … en daarvoor bekijk ik regelmatig mezelf en de situatie waarin ik zit. Verlopen de zaken harmonisch? Voelt de situatie goed aan? Zijn mijn medemensen in goeden doen? Zoniet speel ik daarop in, spontaan, onbevangen en assertief en probeer ik het gebeuren de goede kant op te krijgen. Dat lukt niet altijd, maar zelden heeft deze aanpak me vijanden opgeleverd. Ik probeer begrip op te brengen voor de ander, ik ga ervan uit dat eenieder een andere kijk op de wereld heeft en dat achter ieder gedrag wel een (voor hem) goede bedoeling steekt. Vind ik dat ik onheus of onrechtvaardig behandeld word, dan ga ik de dialoog aan en probeer een oplossing te vinden waarbij iedere partij zijn zelfrespect kan behouden. Ik probeer spontaan te leven, ik tracht te handelen en te reageren zoals mijn wezen me dat ingeeft. Soms kom ik dan minder goed of zelfs belachelijk over, dat is dan brute pech, maar ik was tenminste helemaal mezelf, zonder me anders voor te doen dan ik ben. Wel zal ik dan hieruit de nodige lessen trekken voor de toekomst zodat deze hachelijke situaties steeds minder voorkomen en mijn zelfvertrouwen steeds groeit. Intimiteit is voor mij belangrijk, ik praat liever met iemand over zijn/haar en mijn zieleroerselen dan over “de scheiding van mevrouw Séparé”, “de zoveelste moord van meneer Tueur” of “de rijkdom van zanger meneer Money”.

woensdag 14 maart 2012

Rondrijden in mijn LEM-Mobiel I
Leven in een westerse wereld is niet eenvoudig, tenzij we ons opsluiten in een klooster en leven als een oosterse monnik (en zelfs dan). We leven en werken in een maatschappij die voortdurend een druk op ons uitoefent, zowel op het persoonlijk als op het maatschappelijk vlak. Iedere dag tracht ik te leven zonder die druk te voelen, in alle vrijheid. Wanneer ik een dag begin, neem ik me voor volledig mezelf te zijn, me niet te gedragen als iemand anders. Ik ben ik en ik hoef geen dingen te doen die boven mijn petje gaan of die me helemaal niet liggen. Ik doe mijn best om zoveel als mogelijk rekening te houden met mijn omgeving en om zo harmonisch mogelijk te leven, om de dingen zo goed mogelijk te doen, op mijn manier en op mijn ritme. Ik probeer voortdurend de dingen te doen met hart en ziel, op te gaan in mijn werk (zodoende vergeet ik nogal eens de tijd in de gaten te houden). Ik tracht te genieten van alles wat ik doe. Van de grote zowel als van de kleine dingen. Een computerprogramma schrijven, wandelen, afdrogen, bowlen, in de tuin werken, een elektriciteitsschakelaar vervangen, muziek spelen, met vrienden een babbeltje slaan … ik doe het met hart en ziel, met mijn lichaam, mijn gevoelens en mijn verstand, kortom met heel mijn LEM-mobiel. Gebeurt er iets wat onaangenaam of zelfs catastrofaal is, dan probeer ik daar de nodige lessen uit te trekken. Ofwel pas ik mijn manier van doen aan ofwel, als dat tegen mijn principes indruist, probeer ik die ongelukkige situaties in de toekomst te vermijden. In mijn kleding houd ik een beetje rekening met de mening van mijn vriendin, mijn kantooruren voor de klanten bepaal ik zelf, met een kennis waarmee ik niet kan opschieten, zoek ik geen contact meer … Ik wil in alle vrijheid mijn leven zelf bepalen. Ik kies mijn leven, ik creëer zelf mijn dagen. Is er iets dat ik graag heb, de relatie met mijn vriendin bij voorbeeld, dan heb ik daar graag ook veel voor over, omdat het de moeite is (zie ook "een relatie harmonisch beleven" van 9 mei 2008).

maandag 12 maart 2012

Innerlijke rijkdom
De kapitale vraag in het begin van deze blog was: “Wat is gelukkig zijn?” Ik heb hiervoor volgende definitie gegeven: “Geluk is genieten van innerlijke rijkdom”. Maar: “Wat is innerlijke rijkdom?” Wat bedoel ik daarmee? Ik denk dat het antwoord hierop stilaan wel min of meer duidelijk is. Voor mij is innerlijke rijkdom, is gelukkig zijn, me vrij kunnen voelen zowel op persoonlijk als op maatschappelijk vlak.

Vrijheid op persoonlijk vlak betekent volledig mezelf kunnen zijn zonder een spel te spelen, zonder me anders voor te doen dan ik ben. Vrijheid op maatschappelijk vlak betekent steeds mijn ding kunnen doen zonder me te laten manipuleren, zonder me in ongewilde richtingen te laten duwen. Vrijheid betekent niet gebonden zijn aan allerlei wurgende situaties. Dit vrij zijn zie ik vooral als loslaten, het niet krampachtig vasthouden en gehecht zijn aan materiële rijkdom, aan een flink betaalde job, aan een mooie maatschappelijke status, aan een mooie portefeuille aandelen … ten koste van mijn eigen welzijn en dit van mijn medemensen. Met al de dingen die ik niet bezit, heb ik geen problemen. Verlies ik dingen die ik wel bezit, dan vergaat mijn wereld niet, dan pas ik me aan de veranderde situatie aan. Ik zal dan wel eens vloeken en zelfs veel verdriet hebben, zeker wanneer het gaat om het verlies van familieleden of vrienden. Maar ruimer bekeken heb ik me zo goed en zo kwaad als mogelijk voorbereid op elke verandering die ik van dag tot dag in mijn leven kan tegenkomen. Ik verwacht niets: op die manier is alles wat ik krijg een geweldig cadeau. Ik hecht me niet te veel aan wat ik heb: zodoende is een verlies gemakkelijker te verwerken. Ik plan wel dingen: naar klanten gaan, in de tuin werken, naar een vergadering gaan, op vakantie gaan, bepaalde tv-programma’s bekijken … maar hierbij stel ik me flexibel op. Komt er een kink in de kabel, valt er iets in duigen, dan pas ik mijn planning aan en het leven gaat voort. Zijn er minder leuke dingen op reis (nachtlawaai, meningsverschillen …) of verloopt een feestje niet zoals verwacht (een zeurpiet die de hele tijd het hoge woord voert, gesprekken over pietluttigheden, het eten of de muziek niet fameus …) dan probeer ik er toch het beste van te maken. Innerlijke rijkdom betekent me op weg weten in mijn persoonlijke groei: mezelf kennen en aanvaarden, lessen trekken uit mijn stommiteiten om mezelf voortdurend te verbeteren en alzo mijn zelfvertrouwen verder te vergroten en te groeien naar een mens met een eigen persoonlijkheid die in vrede kan leven met zichzelf en harmonisch kan samenleven met zijn omgeving. Innerlijke rijkdom zit in het trachten mijn leven, mijn medemens, mijn wereld en de kosmos te begrijpen en een uitstekend onderdeel te zijn van die “grote machinerie”. Ik, een heel klein onderdeeltje, ben niet belangrijk. Het geheel, het heelal, waar ik voor mezelf een beeld van heb gevormd, is dat wel.

vrijdag 2 maart 2012

De evolutie van ons universum
Om 3A en onze leefwereld nog iets beter te begrijpen, kijken we naar de evolutie van de mens naar 3A toe in het volgend diagram.




De horizontale as is een maat voor de spirituele rijkdom. Uiterst links zitten de mensen die zich op generlei wijze bezighouden met spiritualiteit, met de hogere waarden van het leven. Dit zijn de realisten, zij die zich enkel bekommeren om concrete dingen. Uiterst rechts vinden we de idealisten. Deze zijn niet rechtstreeks geïnteresseerd in de beslommeringen van elke dag, maar eerder in het hoe en het waarom van ons menszijn, in de zin van het leven. De verticale as meet de materiële rijkdom. Helemaal bovenaan treffen we de materialisten aan, de mensen die geld, macht en invloed nastreven, koste wat het kost. Helemaal onderaan bevinden zich de zorgelozen, de wezens die niets “hebben” en ook niets wensen te “hebben”. Deze twee assen verdelen het blad in vier kwadranten. Hierin kunnen we de subsystemen van de kosmische evolutie onderbrengen.
Volledig realist, concreet en niet geïnteresseerd in het “hebben” van dingen zijn de wezens in de linker benedenhoek: de mineralen, de planten en de dieren. Het eerste kwadrant, links onder, is bevolkt door onze menselijke voorouders (van mensapen tot homo sapiens). Zij waren in het geheel niet spiritueel en iets bezitten begonnen onze voorouders pas te appreciëren toen ze minder gingen trekken en zich meer in groepen op bepaalde plaatsen gingen vestigen. Het tweede kwadrant, links boven, wordt bevolkt door de mensen. Het derde, rechts boven, door de genieën. Het vierde, rechts beneden, door de wijzen. Een verdere evolutie, naar 3A toe, heeft plaats uiterst rechts en uiterst beneden, van het blad weg.
De evolutie van ons universum beschrijft in dit diagram een boog van het eerste kwadrant, over het tweede, over het derde, naar het vierde. Interessant om te bekijken is de bezetting van het tweede kwadrant door de mensen. Welke mensen zitten waar? Ik heb een poging gedaan om de voornaamste geledingen van onze maatschappij er een plaats te geven.
Enkele groepen bevinden zich op de scheidingslijn tussen de mensen en de genieën. Onder de kunstenaars en de mystici waren en zijn er zeker al genieën te vinden. Ook sommige individuele mensen konden en kunnen we rekenen onder de genieën en misschien zelfs onder de wijzen (bepaalde wetenschappers en religieuzen). De mystici (mensen die via ascese en contemplatie, via onthouding, ontberingen, meditatie en beschouwingen proberen tot een verruiming van het bewustzijn te komen en indien mogelijk via extase of geestesverrukking tot een vereniging met het goddelijk wezen) staan uiteraard het laagst op het trapje van het materialisme. Helemaal links bovenaan treffen we de criminelen en de fraudeurs (witteboord-criminelen) aan. Hun is het zoveel mogelijk om de poen te doen, ook wanneer dit ten koste is van mensenlevens. Grove onrechtvaardigheden en veel mensenleed deren hen niet. Een trapje lager zit de economie, die erg materialistisch is ingesteld. De politici zijn hier niet ver uit de buurt, enkele idealisten niet te na gesproken. In de politiek wordt blijkbaar het eigenbelang en het partijbelang meestal boven het algemeen belang gesteld. De sociale werkers (de verzorgende en de maatschappelijke sector) zijn meestal meer menslievend ingesteld. Zij bevinden zich een stuk lager qua materialisme en een stuk meer naar rechts omdat ze idealistischer zijn. Onze westerse cultuur bevindt zich onder de economie en de politiek. Ze sluit dicht aan bij de wetenschap die, samen met de kunst en de techniek, de hoofdingrediënten zijn van onze cultuur. De oosterse cultuur staat er naar mijn gevoel beter voor. De religies zijn spiritueler en minder bezorgd om materiële goederen en ook hier scoort volgens mij het oosten beter dan het westen. Sekten en charlatans zijn dan weer meer uit op eigen gewin en hun spiritualiteit lijkt mij eerder twijfelachtig. De filosofie en de moraal flankeren de religies en hebben meer spiritualiteit in huis. De mensen in de ontwikkelingslanden staan materialistisch gezien een stuk lager dan de economie van het rijke noorden en zitten qua spiritualiteit iets meer naar links. De religies hebben door de jaren heen getracht hieraan enigszins te verhelpen. Momenteel worden de ontwikkelingslanden meer beschouwd als werkterrein voor het grote gewin van de westerse economie.
Wanneer we aannemen dat de evolutie er zo zal uitzien, is het aangewezen dat wij hiermee nu al rekening houden en zelfs proberen bij te dragen tot die evolutie door gezond verstand, liefde en wijsheid. De evolutie is momenteel toegespitst op de wetenschap, de techniek en de technologie en deze worden gestimuleerd door de materialistisch ingestelde economie. De assimilatie en verwerking hiervan door de mens hinkt achterop. Moeten wij ons derhalve negatief opstellen tegenover de ontwikkeling van de moderne technologieën? Volgens mij niet. De informatie- en communicatietechnologie (ICT) en de gentechnologie (genetische manipulatie, klonen van dieren en mensen ...) zijn toch niet tegen te houden. De ontwikkeling van iedere technologie gebeurt met vallen en opstaan. Misbruiken en groot geldgewin zijn niet uit te sluiten. Een geruststelling is dat de mensheid een zelfregulerend systeem is dat uiteindelijk alle misbruiken zal afstoten. Volgens onze 3A zienswijze evolueren we naar genieën, hetgeen moet gebeuren via de wetenschap en de verruiming van onze mentale vermogens.