donderdag 30 december 2010

Andere mogelijkheden tot zelfverbetering en zelfontplooiing
Toen mijn vriendin (lerares Nederlands) dit hoofdstuk gelezen had om er de taalfouten uit te halen, riep ze uit: “Het kan toch niet waar zijn dat we dit allemaal moeten doen om gelukkig te zijn!” Natuurlijk niet. Ik heb de gelegenheid gehad dergelijke trainingen te volgen en heb ze hier vermeld om te laten zien wat er zoal te koop is. Mensen die relatief gelukkig zijn, die geen echte problemen hebben, moeten er ook geen gaan zoeken, moeten er zich ook geen laten aanpraten.
Er zijn mensen die praktisch ingesteld zijn, mensen die iets willen doen, die niet stil kunnen zitten, die met iets concreets bezig willen zijn: de “doeners”. Zij houden het veelal bij de “uitvoer” van hun “computer”. Zij spelen het liefst de “stuurman” van hun “cybernetisch systeem”. Andere mensen zijn meer beschouwend, overdenken graag de dingen, overwegen de voor- en nadelen, komen trager tot handelen: de “denkers”. Zij steken veel tijd in de “verwerking” van hun “computer”. Zij spelen het liefst de (onzekere) “kapitein” van hun “cybernetisch systeem”. Ik denk dat de eerste soort, de doeners, veel minder behoefte heeft aan het soort trainingen zoals hierboven beschreven. Deze mensen lijken minder problemen te hebben. De denkers daarentegen zijn volgens mij zoekers, mensen die zeker willen zijn dat ze op het juiste spoor zitten. Ze steken complexer in elkaar.
Moeten we eigenlijk wel doen aan zelfverbetering en zelfontplooiing? Als de mens één taak heeft in het leven, is het mijns inziens deze. Hierin, bijdragen tot de verdere evolutie van onze systemen van hogere orde, zit voor mij de zin van het leven.

Wat kunnen we zoal doen om persoonlijk te groeien, zonder dergelijke trainingen te volgen?
1  Positief denken, optimist zijn, overal het positieve trachten in te zien. “De fles is nog half vol!” brengt meer enthousiasme en leven in de brouwerij dan “De fles is al half leeg!”
2  Creatief en spontaan zijn. Geen spel spelen of je anders voordoen dan je bent. Spontaan jezelf zijn, je werk met hart en ziel uitvoeren, creatief te werk gaan, dit alles geeft meer voldoening.
3  Loslaten, je ont-”hechten”. Hoe meer je “hebt”, hoe meer “problemen” je hebt. “Zijn” brengt meer “innerlijke rijkdom”.
4  Bewust genieten van de kleine dingen. Kicks, sensatie en spectaculaire dingen laten een leegte achter. Genieten van kleine dingen geeft een rijk en voldaan leven.
5  Betrokken zijn op onze medemensen. Geëngageerd zijn in de maatschappij. Egoïsme brengt niet veel vreugde en werkt afstompend. Dank zij de gemeenschap waarin we leven, kunnen we groeien en worden die we willen zijn.


Men kan zoveel dingen doen om zich te ontplooien. Sport: fietsen, lopen, wandelen, kuieren, zwemmen, dansen ... Een hobby die je aanspreekt: bloemschikken, muziek spelen, patchwork, breien, timmeren, tuinieren, quizzen, bloemen en/of kruiden bestuderen in de natuur ... Heb je het plezier al geproefd van zelf groenten en fruit te kweken? Enkele zaadjes in de grond, de plantjes die beginnen te kiemen, de bloemetjes die vruchten worden, je eigen groenten en fruit oogsten. Heb je tijdens het wandelen al eens in vervoering gestaan voor de wondere dingen die je in de natuur kan aantreffen? Een mierennest, een gespleten eik, een kleurrijk bloemetje, een lekker ruikende roos, meiklokje of sering ... Gewoon zalig! Wat ook erg leuk is: zalig niets doen (zonder schuldgevoelens), luilekker in de zon liggen, dagdromen ... Je kunt een spannend of een leerrijk boek lezen, naar een boeiende film of naar het theater gaan, je dagboek bijhouden, nadenken over het een en ander ... Je kunt meedoen aan een gezelschapsspel of aan een partijtje voetballen (met je beste pak aan). Je kunt je uitleven in het verenigingsleven. Je kunt in familieverband of onder vrienden, kennissen en collega’s discussiëren over verschillende onderwerpen.

De meeste inspanningen om persoonlijk te groeien, heb ik uiteraard niet op mijn eentje gedaan en doe ik nog steeds niet op mijn eentje. Er was en er is voortdurend die interactie met andere mensen. Het samenleven met mijn ouders, mijn zus en mijn broers heeft me aardig op weg geholpen. Mijn leraars en klasgenoten, mijn buren en vrienden hebben me in de goede richting geduwd. Mijn ex-vrouw en mijn kinderen hebben mij in staat gesteld mijn verantwoordelijkheid zo goed als mogelijk op te nemen. Gesprekken met mijn collega’s en mijn klanten hebben me geleerd mijn mannetje te staan in het leven. In het verenigingsleven had en heb ik de kans om goed te leren communiceren, organiseren, samenwerken, plezier maken … Met mijn vriendin en mijn familie kan ik over van alles en nog wat praten en mezelf en de anderen op die manier beter leren kennen. In ons muziekgroepje beleven we de mooiste momenten. Wij brengen zangstondes voor diverse groeperingen. De interactie die hierbij ontstaat, werkt zeer verrijkend, zowel voor de aanwezigen als voor ons. Na de optredens en tijdens de repetities gaan we nogal eens de “filosofische” toer op.
Bij al deze wisselwerkingen met onze omgeving kunnen we onze medemensen dankbaar zijn, omdat zij ons in staat stellen onszelf te (vervol)maken. Zij spelen klankbord voor ons verhaal, ze wijzen ons op onze onhebbelijkheden, ze geven feedback over onze daden, ze steunen ons wanneer we het moeilijk hebben, ze appreciëren ons wanneer we het verdienen …
We kunnen zoveel doen om onszelf beter te leren kennen, onszelf beter te aanvaarden en onszelf te verbeteren in alle opzichten (lichaam, emoties en mentale vermogens).

maandag 27 december 2010

Andere trainingen
Er bestaat een enorm grote waaier aan methoden en technieken om aan persoonlijke groei te doen. Wanneer men deze wat nader bekijkt, blijkt dikwijls dat dezelfde uitgangspunten aan de basis liggen. Ook komen dezelfde technieken of deeltechnieken regelmatig terug. De verschillen zijn soms minimaal en zijn te vinden in de accenten die gelegd worden en/of in de benaderingswijze. B.v.: zo lijken mij “Transcendente Meditatie”, “Autogene Training” en “Autohypnose” in essentie niet veel te verschillen van de “Alfamethode”.
Trainingen hebben meestal in groep plaats. Het groepsproces dat zich daarbij afspeelt, maakt veelal een grote indruk op de individuele deelnemers. Er wordt een klimaat van vertrouwen geschapen waarbij de groepsleden gemakkelijker kunnen komen tot het meedelen van hun gedachten en gevoelens. Deze intieme mededelingen gebeuren pas wanneer men zich aanvaard en niet meer kwetsbaar voelt in de groep, wanneer er een zeker vertrouwen in de groep aanwezig is. Er heeft dan een groepsdynamiek van onmiddellijke interacties tussen de verschillende personen plaats, hetgeen enorm verrijkend werkt. De deelnemers doen er hun individueel voordeel bij, maar ontwikkelen tevens hun sociale vaardigheden. De resultaten zijn meestal erg positief te noemen.
Er zijn (waren) ook trainingen waarbij de individuele personen afhankelijk gemaakt worden (werden) van een goeroe (geestelijke leidsman) of een groep. Zo kende indertijd LSP (Leading Success People) een relatief groot succes. In grote lijnen kwam het er bij LSP op neer de deelnemers een voor een grondig en volledig af te breken, ze daarna op te nemen in de LSP-gemeenschap, ze hierin terug op te bouwen, ze afhankelijk te maken van de groep en ze in die groep een gevoel van euforie te geven. Maar volgens mij gaat het met dergelijke trainingen de verkeerde kant op: mensen zouden moeten kunnen ontwikkelen tot persoonlijkheden, individuen die in een gemeenschap uitstekend functioneren. Men mag mensen niet omvormen tot groepswezens die geen eigenheid, geen eigen inzichten en geen vrije wil hebben en die de groep volgen en nodig hebben tot meerdere eer van enkelen.

zaterdag 25 december 2010

Emotionele intelligentie - beschouwing
Wat me bij EQ vooral aanspreekt, is “het onderkennen van andermans emoties”. Wat ik in gesprekken met andere personen dikwijls tracht te doen, is me verplaatsen in die andere persoon. Ik probeer in de schoenen van mijn gesprekspartner te kruipen, in zijn of haar vel. Hoe voelt het aan om die andere persoon te zijn? Waarom reageert hij of zij zo? Wat zijn haar of zijn uitgangspunten en argumenten (in NLP: wat is zijn kaart, zijn kijk op de wereld)? Wanneer ik hierin slaag, wanneer ik begrip kan opbrengen voor haar of zijn standpunt, is het veel gemakkelijker om tot een voor beide partijen aanvaardbaar compromis te komen. Ook stel ik me af en toe voor dat ik het gesprek tussen mij en mijn gesprekspartner van opzij, van op een zekere afstand bekijk, als een derde persoon. Dan dringt het beter tot me door “waar we mee bezig zijn”. Gaat het met “die twee daar” niet de verkeerde kant op? Moeten we er niet eerst nog eens over slapen? De omgang met anderen vanuit diverse gezichtspunten (vanuit het eigen standpunt, vanuit het standpunt van de gesprekspartner, en neutraal van opzij) bekijken, is zeer verrijkend. Het vergemakkelijkt zeer dikwijls de situatie en men komt veel sneller tot goede resultaten. Het is wel duidelijk dat men dit maar doeltreffend kan doen wanneer men rustig is en zijn eigen emoties goed in de hand heeft.
Enkele jaren geleden ging ik op de nationale wandeldag met mijn vriendin wandelen in Diest. De inschrijving had plaats in een hangaar op het militair domein van Schaffen. Er was enorm veel volk, om 13:00 uur waren er al meer dan 7.000 mensen ingeschreven. In de hangaar was het een gewirwar van mensen die vertrokken en die aankwamen en ik wilde zo snel mogelijk buiten zijn, uit die drukte en die ongezonde lucht (te warm en te veel rook). Mijn vriendin volgde me en de wandeling begon. Een tiental minuten later vroeg ze: “Na hoeveel km is het eerste controlepunt?” “Ik weet het niet”, zei ik. “Ik had dat graag uitgevist en ook de wandelweg eens bestudeerd, maar jij was zo snel weg!” zei ze. We hebben dan even hierover gepraat. Ik had me intuïtief gedragen en niet naar haar omgezien. Zij had me braafjes gevolgd en niet direct opgemerkt dat dit een zekere “wrevel” bij haar had opgeroepen. Na tien minuten werd ze zich daarvan bewust. Had ze dat gevoel van wrevel direct ontdekt, dan had ze ofwel kunnen vragen even te wachten ofwel had ze me gewoon kunnen laten gaan en de gewenste informatie uitgevist. Ik zou buiten wel gewacht hebben. Luisteren naar ons lichaam, de signalen van ons lichaam direct herkennen, is niet eenvoudig. We kunnen het leren, er ons in oefenen en er ons profijt mee doen.

donderdag 23 december 2010

De vijf domeinen van emotionele intelligentie
EQ behandelt vijf domeinen:
1 Kennis van de eigen emoties. Het zich bewust worden van een gevoel wanneer het optreedt, is de basis van EQ. Het vermogen om de eigen gevoelens op ieder ogenblik te onderkennen, is de eerste vereiste om er mee te kunnen omgaan. Als we niet in staat zijn onze werkelijke gevoelens op te merken, zijn we aan hun grillen overgeleverd. Wat zijn onze gevoelens wanneer we praten met iemand, wandelen, werken, eten, slecht nieuws vernemen, ziek worden, tegenslag te verwerken krijgen, samen dingen doen ...?
2 Het reguleren van emoties. Wanneer we ons bewust worden van een bepaalde emotie, kunnen we bepalen wat we ermee gaan aanvangen. Het komt er dan op aan deze emotie in goede banen te leiden. Met emoties overweg kunnen, maakt dat we veel gemakkelijker tegenslagen en opdoffers te boven komen.
3 Zelfmotivatie. Dit is het vermogen om onszelf te motiveren bij zowel alledaagse als belangrijke ondernemingen. Zeker wanneer hierbij inspanningen, concentratie, zelfbeheersing ... nodig of gewenst zijn. Emotionele zelfcontrole kan inhouden: uitstel van beloning, ombuigen van een negatieve drang naar eten, snoepen ... tot werklust, ombuigen van lusteloosheid tot optimisme …
4 Het onderkennen van andermans emoties. Mensen die empathisch zijn, hebben oog voor de subtiele sociale signalen die aangeven wat anderen nodig hebben of willen. Ze kunnen zich inleven in anderen, meevoelen met hen. Hierdoor komen ze goed tot hun recht in de verzorgingssector, het onderwijs en in de verkoop en het management.
5 Het omgaan met relaties. De kunst van goede relaties uitbouwen bestaat voor een groot deel uit het vermogen om emoties in anderen te reguleren. Dit zijn vaardigheden die ten grondslag liggen aan populariteit, leiderschap en interpersoonlijke effectiviteit. Mensen die hierin uitblinken, presteren goed op elk terrein dat een soepele omgang met anderen vereist; zij schitteren in het sociale leven, zij zijn uitstekende partners.

dinsdag 21 december 2010

Emotionele intelligentie
Een training die zeer goed aansluit bij NLP is emotionele intelligentie. Deze training heb ik niet gevolgd, wel heb ik er het een en ander over gelezen. Naar analogie met het IQ (intelligentie quotiënt) spreekt men hier van het EQ. Het IQ meet de intellectuele, mentale capaciteiten, het EQ meet de emotionele vaardigheden. Men stelt dat de emotionele intelligentie dubbel zo belangrijk is als de intellectuele intelligentie voor het behalen van succes.
Vandaar de formule: succes = 2/3 EQ + 1/3 IQ.
De essentie van emotionele intelligentie is: “kunnen omgaan met emoties, zowel bij zichzelf als bij anderen”. Emotionele intelligentie heeft twee hoofdaspecten: een persoonlijk en een interpersoonlijk of maatschappelijk aspect. Effectief omgaan met de eigen emoties betekent o.a. kunnen volhouden (bij studeren, de persoonlijke groei, het volgen van een dieet ...), niet overspoeld worden door negatieve emoties (bij verlies van een geliefde, het ontdekken van een ziekte, bij diefstal, bij het ontvangen van een grote belastingsaanslag ...), hoopvol blijven (bij niet direct in verwachting zijn, nog geen lief hebben, bij het uitblijven van succes in de zaak ...). Effectief omgaan met andermans emoties betekent o.a. empathie (inlevingsvermogen = het zich invoelen in een ander persoon, begrip opbrengen voor het standpunt van je partner ...), overtuigen (meetrekken zonder te kleineren, argumenteren met respect voor de eigenheid van de ander ...), conflicten beheersen (aanvaardbare compromissen sluiten, niemand gezichtsverlies laten lijden ...). Aan de basis van beide vaardigheden ligt een scherp zelfbewustzijn: degelijke kennis van de eigen emoties.

donderdag 9 december 2010

NLP III
Een interessante techniek van NLP is de techniek van het verankeren. Verankering is het proces waarbij een interne gemoedstoestand wordt gekoppeld aan een uitwendige of mentale prikkel (anker) zodanig dat deze interne toestand snel (en soms heimelijk) kan worden opgeroepen. We kennen allemaal wel een voorbeeld van een of ander liedje dat, wanneer we het te horen krijgen, onmiddellijk bepaalde mooie herinneringen oproept (eerste dans op het trouwfeest, eerste kus, mooie vakantieherinnering, knappe film ...). Verankering vertoont veel gelijkenis met het conditioneringsproces dat Pavlov toepaste om een hond speeksel te laten produceren enkel afgaand op het geluid van een bel. Bij deze prikkel-reactie conditionering is de prikkel evenwel steeds een uitwendige prikkel en de reactie is steeds een reflex. We spreken dan van een geconditioneerde reflex waarbij geen keuze mogelijk is. Bij verankering kan gelijk welke ervaring gekoppeld worden aan gelijk welke prikkel. Zo kan een foto van je moeder een anker zijn om te komen in een toestand waarbij je je geborgen voelt (zoals vroeger thuis). Het aanraken van je rechterknie kan een anker zijn om je geconcentreerd te voelen (zoals tijdens die geslaagde vergadering). “Yes, yes, yes” uitroepen kan een anker zijn om je terug in de toestand te brengen waarin je zeer goed kon studeren (en een mooi resultaat behaalde). Aan de pink van je linkerhand trekken kan een anker zijn om je te verplaatsen in de (vroegere) toestand waarbij je met glans de opkomende behoefte om “te snoepen” weerstond. In de alfamethode pakten we dit probleem aan door onmiddellijk het nieuwe zelfbeeld voor de geest te halen en daaruit de kracht te putten om de goesting te doen overgaan. De coach van een sportteam kan als anker gebruiken: “De overwinning is aan …?” Daarbij roept het team: “De onoverwinnelijke … (naam van het team)!” Het team komt zo in een stemming die het goed spelen in de hand werkt.
Sommige sportlui maken een kruis voordat ze beginnen. Hier kan er sprake zijn van bijgeloof. Wanneer de sportpersoon met het kruisteken een krachtige inwendige gemoedstoestand oproept, spreken we van NLP. Wil de sportpersoon hiermee de gunst en de steun afroepen van een onzichtbaar wezen, dan spreken we van bijgeloof. Bij bijgeloof stelt men zijn hoop op iets buiten zichzelf. Bij NLP spreken we de krachten aan die in onszelf verborgen liggen. Een leraar of lerares kan als anker een bepaalde houding of lichaamsbeweging gebruiken om de leerlingen terug te voeren naar de (vroegere) toestand waarbij eenieder gemotiveerd en geïnteresseerd aanwezig was. Diezelfde leraar of lerares kan vooraf een eigen anker toepassen om hem/haarzelf in een optimale toestand te brengen om les te geven ...
Hoe verloopt het verankeringsproces? Laten we het voorbeeld nemen van het weerstaan aan de drang om “te snoepen”. Tracht je een situatie te herinneren waarin de behoefte opkwam om te snoepen, maar waar je je zo goed voelde dat je er met alle gemak aan kon weerstaan (b.v.: je partner kwam juist binnen met een boeket bloemen en …). Denk terug aan die situatie en de toestand waarin je je bevond: wat zag je, wat gebeurde er rondom je, wat hoorde je, wat rook je, proefde je iets, wat voelde je? Probeer je de situatie zo levendig mogelijk voor te stellen en te herbeleven. Wanneer je herbeleving ongeveer maximaal is, trek je gedurende enkele seconden aan je linkerpink (of kies een andere anker), waarna je de vroegere situatie loslaat. Herhaal deze werkwijze meerdere keren. Maak dan je geest leeg en trek aan de pink van je linkerhand (je anker). De positieve gemoedstoestand zou nu spontaan in je op moeten komen zonder bewuste inspanning. Is dit niet het geval, dan moet je de verankeringswerkwijze herhalen totdat het resultaat positief is. Dit anker kan je dan later gebruiken telkens er een behoefte opkomt om “te snoepen”. Je zal zien dat het werkt en je figuur zal er wel bij varen. Bij de alfamethode hebben we ook gesproken over een anker. Herinner je het eenvoudig gebaar zoals een “mudra” om onmiddellijk in alfa terecht te komen.
NLP bevat een enorm groot gamma aan dergelijke methoden en technieken waarmee we ons voordeel kunnen doen op het gebied van communicatie, relaties, zelfverbetering, succes ... Aan NLP wordt nog voortdurend gesleuteld, er wordt verder onderzoek aan gedaan, het breidt nog steeds uit. Het lijkt me dat NLP op weg is om een veelomvattend systeem te worden dat zeer praktische methoden en technieken aanreikt voor de persoonlijke groei. NLP is gestart door mensen die ervaring hebben in linguïstiek, wiskunde en Gestalttherapie. Ook kunnen we er veel elementen in herkennen van de alfamethode. Het lijkt me dat de alfamethode op zich meer de mensen aanspreekt die ruimtelijk, creatief, intuïtief en gevoelsmatig handelen (volgens sommigen de personen met een overheersende rechter hemisfeer of hersenhelft). NLP lijkt me meer iets te zijn voor mensen die lineair, logisch, analytisch en niet gevoelsmatig handelen (volgens sommigen de personen met een overheersende linker hemisfeer). Zowel alfa als NLP toepassen lijkt me een evenwichtige persoonlijke groei in de hand te werken.

dinsdag 7 december 2010

NLP II
NLP heeft veel te bieden, lijkt me. Het eigenaardige aan NLP is dat we veel van zijn technieken dagelijks gebruiken, maar we zijn er ons niet van bewust. Bijvoorbeeld iemand vraagt je: “Heb jij de afstandsbediening?” Waarschijnlijk ga je die dan direct aan de vragende persoon geven. Letterlijk zou je enkel “ja” of “neen” kunnen antwoorden. Je schiet in actie bij het horen van de vraag, omdat deze een “verborgen” bevel inhoudt. “Kan je de deur toedoen?” Antwoord de volgende keer eens met een simpel “ja, dat kan ik” of “neen, dat kan ik niet” en kijk wat er gebeurt. Wij gebruiken dagelijks een zeer grote hoeveelheid taalvormen waarmee we “onbewust” onze omgeving trachten te beïnvloeden. NLP leert (onder andere) deze taalvormen “bewust” te gebruiken met de bedoeling sneller de beoogde resultaten te bereiken. Uiteraard is hier sprake van manipulatie, maar deze manipulatie gebeurt bewust en heeft tot doel de gebeurtenissen sneller en efficiënter naar een specifieke oplossing te sturen, oplossing die ook de “tegenpartij” moet voldoen. Bij onderhandelingen, afspraken, aankoop-verkoop ... is het steeds de bedoeling (of zou toch moeten zijn) dat het resultaat beide partijen voldoet, dat beide partijen er bij winnen, dat de oplossing voor beide partijen interessant is (win-win transactie).
Wanneer je met iemand een gesprek voert, onderhandelt of discussieert, moet je eens op zijn lichaamshouding letten. Zit je tegenspeler rechtop, een beetje voorover gebogen, dan betekent dit dat je tegenspeler alert, op zijn “qui-vive” is. Hij is klaar voor de aanval, voor actie. Zit hij daarentegen achterover, een beetje hangerig of relax, dan is zijn aandacht verslapt, hij is niet erg geïnteresseerd. De lichaamstaal van je partner of tegenspeler vertelt je iets over zijn/haar gemoedstoestand. Onbewust houden we daar rekening mee. NLP leert de lichaamstaal van de tegenspelers bewust te observeren en daarop in te spelen zodat iedere communicatie efficiënter kan verlopen.

maandag 6 december 2010

De uitgangspunten van NLP: 6
Mensen functioneren perfect, niemand is verkeerd of “kapot”.
Een mens steekt goed ineen. Mensen functioneren perfect om te verwezenlijken wat ze momenteel aan het verwezenlijken zijn. Dit kan eigenaardig klinken, maar wanneer men ruimer kijkt, wanneer men verder kijkt dan naar het individueel gedrag van iedere mens, wanneer men naar de systemen van hogere orde kijkt waartoe de mens behoort, dan is alles zinvol. Voor een bepaald persoon of groep van personen kan iets vreselijk lijken (de zaak Dutroux, de dioxine-crisis, de aanslag op de twin-torens in New-York ...), maar voor het systeem van hogere orde kan dit een zegen zijn (eindelijk herziening van het gerechtsapparaat, eindelijk strengere milieunormen en -controles, eindelijk het probleem van terrorisme “au sérieux” genomen ...). Voor het ruimste systeem, ons universum, verandert alles in de “goede” richting. Er zijn mislukkingen nodig om tot beterschap te komen. Schakel in gedachten tijd en ruimte uit en men gaat het zinvolle van alles beter inzien. Wanneer iemand “nu” kwaad op ons is, kan dat “nu” erg overkomen. Maar na het nodige tijdsverloop, na de nodige terugkoppeling en autocorrectie in de betreffende relatie (systeem van hogere orde) komt de relatie er steviger en hechter uit. Men begrijpt elkaar beter.
Wij mensen hebben alle middelen die we nodig hebben in ons. Een bepaalde vaardigheid die we hebben op één gebied, kunnen we misschien aanwenden om een vaardigheid aan te leren op een ander gebied. Wanneer één persoon kan leren iets te doen, kan iedereen dat. Het komt erop aan om dezelfde leerinspanningen aan de dag te leggen, dezelfde hoeveelheid tijd erin te steken en door te zetten. Daarbij is het belangrijk een grote taak op te splitsen in kleinere taken, taken die uitvoerbaar zijn, zodat de positieve ervaring van iets gepresteerd te hebben (positieve referenties), het geloof in eigen kunnen en het enthousiasme aanscherpen zodat de volgende deeltaken eveneens met goed gevolg aangepakt kunnen worden.

zaterdag 4 december 2010

De uitgangspunten van NLP: 5
Mislukkingen bestaan niet, er is enkel terugkoppeling.
Wanneer iets fout loopt, kan dit gebruikt worden om er positieve lessen uit te trekken. Mensen hebben het recht om fouten te maken. Uit fouten wordt het meest geleerd. Wanneer men een meisje als een macho benadert en men vangt bot, dan is het aangewezen dat meisje op een meer natuurlijke manier aan te spreken. Een verkoper die al te opdringerig is en niet veel resultaten boekt, doet er beter aan zijn verkooptactiek aan te passen. Liever dan steeds maar dezelfde opdringerige techniek te gebruiken, zou hij het kunnen proberen via het winnen van het vertrouwen van zijn klant. Mensen die het “ver gebracht” hebben in het leven, zijn meestal mensen die veel geprobeerd en van alles meegemaakt hebben, veel mislukkingen hebben gekend, ja zelfs zwarte sneeuw hebben gezien. Maar uit iedere mislukking hebben ze geleerd en ze zijn telkens weer opnieuw begonnen. Iemand die niet veel riskeert en alles volgens het boekje doet (hard studeren, diploma halen, job zoeken, hard werken, huis bouwen, lening aangaan, afbetalen, schrik hebben zijn job te verliezen, een nummer worden in de maatschappij ...) zal niet veel potten breken in het leven, maar eerder kleurloos door het leven gaan. Die persoon past perfect in de materialistisch ingestelde maatschappij, maar grijpt hij in die maatschappij voldoende kansen om uit te groeien tot een persoonlijkheid?

donderdag 2 december 2010

De uitgangspunten van NLP: 4
De waarde van iedere communicatie ligt in het bereikte resultaat.
Wanneer je je partner op iets wilt wijzen, wanneer je iets van hem/haar gedaan wilt krijgen, wanneer je iets wilt vertellen, komt het er op aan ervoor te zorgen dat de boodschap overkomt. Het is niet genoeg iets te zeggen en dan maar te hopen dat het gehoord en doorgedrongen is. Het is het resultaat dat telt. Het resultaat kan je te weten komen op diverse manieren. Je kan aandachtig luisteren naar het antwoord (inhoud, stemverheffingen of stembuigingen, klemtonen, versneld of vertraagd spreken ...), je kan de reactie van de andere persoon en zijn/haar lichaamstaal gadeslaan (houding, oogcontact, gelaatsuitdrukkingen, hand- en armbewegingen ...) en je kan controlevragen stellen (“Heb ik het goed begrepen dat ...?”) Zo kom je te weten wat het resultaat is (positief of negatief). Afhankelijk van dit resultaat kan je dan verder je gedrag bepalen. Iets in het ongewisse laten, heeft al veel misverstanden en vervelende situaties opgeleverd. “Zo had ik het niet begrepen! Ik dacht …”. “Waarom heb je ook niet beter geluisterd naar mij? Nu zitten we met ...”. “Ik had je nog zo gezegd dat ...!” “Heeft ze nu zes uur of zeven uur gezegd? Waar blijft ze toch?” De boodschap was niet of vervormd doorgedrongen bij je tegenspeler. De afspraak was niet duidelijk! Liever een eenvoudige controle te veel dan er een te weinig.
Wanneer je tegenspeler jou een verhaal wil doen, komt het erop aan goed te luisteren. We hebben allen twee oren en maar één mond! Veel mensen luisteren gewoon niet naar wat een ander te vertellen heeft, ze zijn meestal al bezig met hetgeen ze zelf gaan zeggen wanneer het weer hun beurt is. Ze voeren gewoonweg een monoloog, ze gaan zo op in hun eigen verhaal dat ze zelfs niet merken (aan de lichaamstaal) dat hun toehoorder(s) er maar verveeld en ongeïnteresseerd bijzitten. Dan zijn ze verwonderd dat de mensen hen zoveel mogelijk uit de weg gaan. Het resultaat van een gesprek, een dialoog of een vergadering moet zijn dat iedere deelnemer er zich op zijn gemak bij voelde en er iets aan gehad heeft. Dit geldt zowel op het professionele vlak als op het maatschappelijke en persoonlijke vlak. Een goede communicatie is gekenmerkt door: de boodschap overbrengen wanneer de toehoorders scherp staan (dus eerst de aandacht en de interesse wekken), bereid zijn te luisteren naar de boodschap van een persoon die je interesseert of die een interessante boodschap heeft (verstevigt het sociaal gevoel, er is meer betrokkenheid), waar nodig controlevragen stellen (terugkoppeling) om uit te maken of de boodschap goed is overgekomen (“Kan je me zeggen hoe je de boodschap hebt begrepen?”) NLP levert diverse technieken om iedere communicatie optimaal te laten verlopen.

woensdag 1 december 2010

De uitgangspunten van NLP: 3
Achter ieder gedrag steekt een positieve intentie.
De positieve bedoeling van “agressief gedrag” (iemand maakt zich kwaad en vliegt uit) is dikwijls “bescherming” (van zijn kind, van zichzelf, van zijn auto ...). De positieve intentie achter “angst” is gewoonlijk “veiligheid” (vliegangst, hoogtevrees, angst voor spinnen ...). De goede bedoeling van “kwaad worden” kan zijn: “behoud van grenzen” (grensgeschillen, burenruzie bij overhangende boom). De positieve intentie achter “haat” kan zijn: “een aansporing tot handelen” (hou dan toch van mij!) Waarom vertoont iemand “weerstand tegen verandering”? Hier kan de wens om “het verleden te respecteren” achter zitten of de “zelfbescherming om te blijven bij het bekende” of de poging om vast te houden “aan de positieve dingen van het verleden”. “Roken” kan meerdere positieve intenties inhouden zoals “wakker worden ‘s morgens”, “stress verminderen tijdens de dag”, “relaxatie ‘s avonds”, maar meestal gaat het over “het verdoezelen van negatieve emoties”, “compensaties voor een bepaald gemis” en “een manier om toch wat plezier in zijn leven te krijgen”.
Wanneer we dit beseffen, zijn we in staat een onderscheid te maken tussen iemands “gedrag” en “de persoon zelf”, tussen de “positieve bedoeling” die het gedrag oproept en het “gedrag” zelf. Wanneer een persoon ons “uitlacht” (voor ons onaangenaam gedrag), steekt daar meestal een positieve bedoeling achter zoals “het verdoezelen van zijn eigen onkunde in de situatie” of “de opluchting om de pijn in verband met zijn eigen complexen (niet OK zijn) eens te kunnen verlichten”. Waar wringt dan het schoentje? Die positieve bedoeling geldt voor de persoon in kwestie (een deelsysteem), maar niet voor ons (een ander deelsysteem van onze gemeenschap, het systeem van hogere orde). Dit inzien maakt dat we beter kunnen reageren op het gedrag van die persoon. We kunnen reageren op de “onderliggende structuren” van iemand met een problematisch gedrag in plaats van op hetgeen “aan de oppervlakte tot uitdrukking komt”.

Waarom lacht hij ons uit? Het zou interessant zijn om dat te weten te komen. Positieve intenties zijn meestal niet duidelijk en dikwijls onbewust aanwezig. Misschien kunnen we het op de man af vragen waarom hij ons uitlacht. Of we kunnen proberen te begrijpen dat hij met een of ander probleem opgezadeld zit en daar iets aan wil doen zonder ons persé te willen pesten (we kunnen dan bijvoorbeeld zeggen dat we het niet prettig vinden). Dit te weten en te begrijpen stelt ons in staat om verdraagzamer te zijn, om op een meer volwassen manier te reageren, om assertief (waarover later meer) in plaats van agressief te reageren. Eventueel kunnen we een stapje verder gaan. Helpen zoeken of hij op een andere manier kan voldoen aan zijn positieve intenties zodat hij geen storingen meer veroorzaakt in onze gemeenschap. Er kan bijvoorbeeld gepoogd worden een positief gesprek te voeren over de pijn of de onkunde van de persoon in kwestie, met meer voldoening voor eenieder tot gevolg. Hoogst waarschijnlijk zal dit niet lukken. De kaart, het wereldbeeld van de persoon in kwestie bevat misschien geen andere mogelijkheden, geen andere keuzes. Zijn kijk op de wereld is misschien beperkt. Hij heeft misschien geen andere keuze dan ons uit te lachen. Meestal hebben de personen die een “onaangepast” gedrag vertonen geen andere keuze. Waarom moordt iemand zijn familie uit en slaat daarna de hand aan zichzelf? Geen andere keuze (hij ziet het niet meer zitten!) Waarom steelt of fraudeert iemand? Geen andere keuze (hij wil zijn levensstandaard koste wat het kost behouden!) Waarom gooit iemand zijn leeg blikje in de wegkant? Geen andere keuze (hij heeft geleerd dat het milieu ondergeschikt is en ten zijne dienste staat!) Deze personen zijn aan herprogrammatie, aan zelfverbetering toe in de zin zoals we dat in dit hoofdstuk veelvuldig besproken hebben. Hun wereldbeeld, hun levensvisie is aan verbreding toe. Het komt erop aan dat wij allen meerdere keuzes ter beschikking hebben, keuzes die we werkelijk kunnen maken, keuzes die behoren tot onze kaart, tot onze levensvisie. Alternatieven, opties, andere handelswijzen die buiten ons bereik liggen, daar hebben we niets aan. Een roker die zijn sigaretten zelf rolt, omdat hij geen geld heeft om een pakje sigaretten te kopen, kan om met roken te stoppen en het te vervangen door andere plezierige dingen, als alternatieven hebben: dikwijls uit gaan dineren, een weekje vakantie in het zuiden, een plezierboot kopen ... Aan deze opties heeft hij niets, want die liggen niet in zijn bereik. Hij zal het moeten zoeken in voor hem realiseerbare keuzes: tuinieren, kaarten, wandelen of fietsen, plezier vinden in de kleine dingen. Stoppen met roken “zonder” een alternatief om aan zijn positieve intenties (bijvoorbeeld meer plezier in zijn leven brengen) te voldoen, zal meestal niet lukken. De roker kan misschien stoppen omdat zijn partner hem dan meer wil plezieren, omdat ze zijn kussen (zonder berookte smaak) nu beter weet te appreciëren. Mensen kiezen het beste, gegeven de keuzemogelijkheden waarover ze beschikken (in hun levensvisie, hun kaart, hun programma, hun volwassene-recorder). Het komt er niet op aan “de juiste” kaart te hebben (dat kan immers niet), maar een “zo rijk mogelijke” kaart, een levensvisie met enorm veel keuzemogelijkheden.

dinsdag 30 november 2010

De uitgangspunten van NLP: 2
Leven en mentale activiteiten zijn systeemgerichte processen.
De delen van ons lichaam, onze lichamen, onze samenlevingen, onze wereld, ons zonnestelsel, onze melkweg en ons universum vormen een complex, maar samenhangend geheel van subsystemen en systemen die alle met elkaar in wisselwerking staan en elkaar wederzijds beïnvloeden. Een deelsysteem geheel isoleren van de rest van het systeem is onmogelijk. Een hart van een mens kan op zich niet bestaan en sterft af. Het is geen hart meer. Een persoon volledig isoleren in zijn gemeenschap betekent zijn dood. Zulke systemen zijn gebaseerd op bepaalde zelforganiserende principes welke optimale evenwichtstoestanden nastreven. Ze volgen de principes van de cybernetica of stuur(mans)kunde. Een mooi voorbeeld van een cybernetisch systeem treffen we aan op een schip: de uitkijk of loods wint informatie in over de waterweg (diepgang, hindernissen ...) en speelt deze door aan de kapitein, de kapitein neemt de beslissing over de te volgen route en geeft zijn bevelen door aan de stuurman, de stuurman stuurt het schip in de gevraagde richting waarna de uitkijk weer nieuwe informatie over de waterweg overmaakt aan de kapitein, enz. Er is hier sprake van terugkoppeling (feedback) van de uitvoer (sturen) naar de invoer (waarnemen) zodat bijsturing mogelijk is. Dit werkt zelfregulerend en zulke systemen zijn zelforganiserend. Wij mensen zijn zelf ook cybernetische wezens, hetgeen ons in staat stelt auto te rijden, het gras af te rijden, te eten ... Indien dit niet zo was, indien wij niet zouden kunnen beschikken over terugkoppeling en bijsturing, zouden we met de auto veel botsen, met de grasmachine dikwijls bij de buren belanden, veel eten morsen ...

De processen die plaatsgrijpen in een mens en tussen mensen onderling en met hun omgeving zijn systeemgerichte, cybernetische processen.
 Dit betekent dat een “negatief” gedrag in een samenlevingssysteem (een gemeenschap) een reactie oproept die de verstoring in het systeem ongedaan wil maken om zo te komen tot een volgende evenwichtstoestand. Er heeft een bijsturing plaats. Wanneer iemand in een openbaar lokaal een sigaret wil opsteken, wordt hij meestal erop gewezen dat men daar niet mag roken. Iemand die door een rood licht rijdt en een ongeluk veroorzaakt, krijgt een proces-verbaal en zal (hopelijk) in de toekomst wel oppassen.

maandag 29 november 2010

De uitgangspunten van NLP: 1

De uitgangspunten van NLP lijken mij zo interessant dat ik ze hier op een rijtje wil zetten. Ze hebben ertoe bijgedragen dat ik het proces van persoonlijke groei en intermenselijke contacten beter ben gaan begrijpen. Ik vind meerdere aspecten van NLP erg bruikbaar en als dusdanig gebruik ik ze ook.
De kaart is niet het gebied - Het wereldbeeld is niet de wereld.
Wij mensen kunnen nooit de werkelijkheid kennen. Via onze zintuigen (zien, horen, ruiken, smaken, voelen) nemen we onze omgeving waar. Wat we kunnen kennen zijn enkel onze waarnemingen van de realiteit. Onze zintuigen zijn niet perfect (soms hebben we een bril of een hoorapparaat nodig), ze zijn voor iedere mens verschillend (iemand kan een betere reuk- of tastzin hebben), wat we waarnemen zijn enkel signalen afkomstig van onze omgeving (licht, geluid, geur ...) en deze signalen vertellen iets over deze omgeving, maar hoe goed doen ze het? En dan hebben we nog onze filters op onze waarnemingen (wat ons interesseert, bekijken of beluisteren we aandachtiger; wanneer we moe zijn, dringt minder tot ons door ...). We maken ons een voorstelling van wat we waargenomen hebben, maar deze voorstelling verschilt alleszins van de werkelijkheid. Bij deze voorstelling hebben we taal nodig: we hanteren soortnamen en eigennamen, begrippen en ideeën. We zien een “landschap”, horen een “merel” fluiten, ruiken een “roos”, voelen een “steen”, smaken een “aardbei”, discussiëren over “goed en kwaad”, praten over “eigendom en geld”, denken over “warm, ruw, rood, een cirkel, een kubus” … Iedere mens heeft een ander beeld van de realiteit. Iedere mens heeft een ander wereldbeeld.

Iedere mens heeft een ander model, een andere kaart van zijn leefwereld. Iedere mens is anders geprogrammeerd. De wereldbeelden van ons allen verschillen onderling en verschillen bovendien van de werkelijke wereld. We ervaren en reageren op de wereld rondom ons hoofdzakelijk via onze zintuiglijke voorstellingen ervan. Onze “neuro-linguïstische” kaarten van de werkelijkheid bepalen hoe we ons gedragen, niet de werkelijkheid zelf. Het is meestal niet de werkelijkheid die ons beperkingen oplegt of ons in staat stelt dingen te doen, maar veeleer onze kaart van de werkelijkheid.

zaterdag 27 november 2010

NLP I

NLP is de laatste van de vier vermelde trainingen die ik gevolgd heb. Deze training vond eveneens plaats in firmaverband, maar deze speelde zich af in de lokalen van onze firma. In die zin heb ik er niet zoveel uitgehaald. Er is niet zoveel blijven hangen. De grote baas was zelf op de sessies aanwezig. De trainer was een heer. Ook hij gaf weinig theoretische achtergrond, de sessies bestonden alweer voornamelijk uit oefeningen. Het blijkt dat NLP erg 'in' is. Veel bedrijven laten hun werknemers NLP volgen, omdat NLP een grote waaier aan vaardigheden en technieken te bieden heeft op het gebied van communicatie en verandering. Deze vaardigheden en technieken kunnen beroepsmatig toegepast worden in gebieden zoals: advies, psychotherapie, onderwijs, gezondheid, creativiteit, rechten, management, verkoop, leiderschap en ouderschap. Dit sprak me aan en daarom ben ik me wat verder in de materie gaan verdiepen.
NLP staat voor Neuro-Linguïstisch Programmeren (Neuro-Linguistic Programming). NLP omvat de drie belangrijkste elementen die aan de basis liggen van het menselijk gedrag en de menselijke ervaring: neurologie, taal en programmeren. Het neurologisch systeem (het zenuwstelsel, inclusief de hersenen) regelt het functioneren van ons lichaam, de taal (de gesproken taal, maar ook de lichaamstaal) bepaalt hoe we omgaan en communiceren met andere mensen en onze programmering legt voor ieder van ons vast hoe we onze leefwereld bekijken, welke modellen we van de wereld creëren. NLP beschrijft de fundamentele wisselwerking tussen de mentale vermogens, de geest (neuro) en taal (linguïstisch) en hoe hun samenspel het lichaam en het gedrag beïnvloedt (programmeren).
NLP reikt middelen aan om te komen tot een grotere flexibiliteit, bekwaamheid en zelfs uitmuntendheid in het gedrag. Maar NLP geeft ook een beter inzicht in menselijk gedrag en communicatie, in de mens zelf. NLP helpt bij zelfontdekking, zelfkennis, de zin van het leven, wijsheid en visie. NLP kan men in zijn eentje doen (zoals alfa). Wil men snel goede resultaten bekomen, is het aangewezen een NLP-training te volgen.

maandag 15 november 2010

Gestalt

Gestalt heb ik gevolgd in firmaverband gedurende een week in een hotel in de buurt van Antwerpen. Er waren hoofdzakelijk deelnemers van ons bedrijf aanwezig, allemaal managers. Ook hier was het de bedoeling van ons flexibele personen te maken. Personen die plooibaar zijn in hun gedrag en zich eventueel gemakkelijk kunnen aanpassen aan een nieuwe job in het bedrijf. De trainer was een heer. Ook hij gaf weinig theoretische achtergrond, de sessies bestonden voornamelijk uit oefeningen. Ik wilde wat meer weten over de theorie van Gestalt en heb wat lectuur ter hand genomen. Het is erg moeilijke materie.
De manier waarop wij met Gestalt gewerkt hebben, is de volgende: aan de hand van een zelf uitgekozen Tarot-kaart konden wij, wanneer we er klaar voor waren, op onszelf werken door die kaart te bekijken en te vertellen wat we erin zagen. Dit leidde weerom naar een soort “doorslaan”. Ook hier betekende dit dat je in een emotionele toestand (eventueel gepaard gaande met wenen) terechtkwam, waarbij de trainer en de hele groep je opving en je toeliet een emotioneel veranderingsproces door te maken.
Ook Gestalt kan men niet in zijn eentje doen (zoals alfa), dit gebeurt best (al dan niet in groep) onder begeleiding van een psychiater of een psycholoog. Het resultaat is dikwijls dat men zich van een onbewuste behoefte of frustratie bewust wordt en naar een oplossing kan toewerken, gestimuleerd door de trainer.
De Tarotkaarten, die alle erg beeld- en kleurrijk zijn, dienden enkel om bepaalde emoties los te weken. Tijdens de training spreidde de trainer alle Tarotkaarten uit op de vloer. De opdracht was: wandel rond de kaarten en pik er de kaart uit die je het meest aanspreekt. Wanneer een kaart je aanspreekt, pak ze niet direct op, maar wandel verder. Het zal blijken dat die kaart je niet meer loslaat en dat je ze tenslotte toch opneemt. Zo gebeurde het en de kaart die ik eruit haalde was nummer IX van de Grote Arcana: de Heremiet.
Wanneer iemand op zichzelf wilde werken, bekeek hij de kaart en vertelde hoe hij zichzelf in die kaart zag en wat hij er beleefde (betrokken op het hier en het nu). Meestal kregen we dan gelijkaardige taferelen als bij Bio-energie, maar niet met dezelfde intensiteit. Iemand werd triestig of begon te wenen en de groep, onder de leiding van de trainer, ving hem dan op en schonk hem de nodige aandacht en medeleven. Zo was er een persoon die van een bepaalde slechte gewoonte af wilde geraken. Hij kreeg als opdracht op een blad papier zijn ongewenste gewoonte neer te schrijven en dit papier verderop in het bos te gaan verbranden.
Toen het mijn beurt was, haalde ik mijn kaart boven: de Heremiet. Op de kaart staat een oude grijze man met baard, gehuld in een grijze kapmantel, boven op een bergtop. In zijn linkerhand houd hij een lange gele stok vast, met zijn rechterhand steekt hij een aangestoken lantaarn in de hoogte. Ik vertelde dat ik mezelf daarboven op de berg zag staan en dat ik met de lantaarn de mensen beneden de weg wilde tonen. Maar tevens zag ik dat deze handelswijze me wel veel eenzaamheid zou bezorgen, alleen daarboven op de berg. De trainer vroeg of ik komedie aan het spelen was. Ik zei van niet, maar begreep zelf niet goed wat dit te betekenen had. Ik voelde enerzijds een zekere schaamte, omdat ik mezelf zag als iemand die de wereld zou laten zien hoe het moet en aan de andere kant voelde ik me verdrietig en eenzaam, omdat ik me zo anders dan anderen opstelde. Pas later is me duidelijk geworden dat mijn ware ik graag uitzoekt hoe men gelukkig kan worden en dat ik dat ook graag aan de mensen vertel. De eenzaamheid, het niet passen in deze productieve consumptiemaatschappij neem ik er graag bij, ik ben graag anders dan anderen. Deze levenshouding ligt me en ik aanvaard ook volkomen alle mogelijke consequenties ervan.
De meeste personen vonden deze training erg goed, maar minder ingrijpend dan de training Bio-energie.

donderdag 7 oktober 2010

Bio-energie III

Wat ik ook geleerd en goed onthouden heb tijdens de training Bio-energie, is de techniek van het doorvoelen (zie de beschrijving op 14 januari 2008, nr 2). Ik gebruik die techniek regelmatig.
Een laatste bemerking i.v.m. Bio-energie. Het gevoel van “wij kunnen alles aan” dat we tijdens de training Bio-energie hadden, is uiteraard snel weggeëbd. Maar dat velen onder ons er een blijvend voordeel aan hebben overgehouden, staat vast. Ik heb er alleszins enorm veel profijt uit gehaald.

donderdag 30 september 2010

Bio-energie II
Wat ikzelf heb beleefd, was heel ingrijpend. Na de betreffende sessie was ik een heel andere persoon. De rest van de week heb ik eigenlijk geen grond meer onder mijn voeten gevoeld, ik zweefde. Deze gebeurtenis heeft me zo aangegrepen, heeft zo’n verandering in mij teweeggebracht dat ik nooit meer dezelfde ben geweest. Dit feit heeft mijn hele leven veranderd. Toen ik terug thuiskwam, zei mijn vrouw (ik was toen nog getrouwd): “Ik heb een andere man!”
Een van de laatste dagen van de training begon het hard te regenen. We hadden juist pauze en stonden onder een afdak naar de natuur in de regen te kijken. Ik voelde me opperbest en de regen oefende een zekere aantrekkingskracht op me uit. Het resultaat was: voor de geamuseerde ogen van de deelnemers en de trainer heb ik daar een nummertje “I’m singing in the rain” opgevoerd. Ik was doorweekt! De volgende sessie heb ik met toelating van de trainer in mijn onderbroek bijgewoond.
‘s Avonds na het eten amuseerden we ons met dansen en spelletjes. Er waren geen vrouwen aanwezig en het dansen moest zich derhalve beperken tot individuele ritmische bewegingen. Daar heb ik ontdekt dat men bij het dansen van disco en jerk zijn fantasie de vrije loop kan laten: men kan de gekste bewegingen maken, men kan zijn eigen rug masseren, men kan zich gewoon uitleven (in de veronderstelling dat men het ook durft te doen!) Op een avond hadden we een “ingebeelde” bal te pakken en we begonnen deze naar elkaar te gooien dat het een lieve lust was. Het was warm en het venster stond open en opeens kreeg iemand het idee om de bal dan maar door het venster te werpen. Een andere persoon ging op zijn dooie gemak naar buiten en kwam een hele tijd later, precies alsof hij lang naar de bal had moeten zoeken, triomfantelijk weer binnen met de bal. Je kan je voorstellen hoe we gelachen hebben. Ik herinner me nog dat iemand zei: “Zot zijn doet wel zeer!” (zeer van het lachen).
Toen we naar huis terugkeerden, op de luchthaven aankwamen en stonden te wachten op onze koffers, kroop mijn chef opeens op de bagageband die hem naar beneden voerde. Even later kwam hij op diezelfde band samen met de koffers naar boven en zei doodernstig: “Die mannen daar beneden keken nogal raar op toen zij mij daar zo zagen aankomen en weer terug naar boven zagen vertrekken.”

zaterdag 28 augustus 2010

Bio-energie I
Bio-energie heb ik gevolgd in firmaverband gedurende een week in Estepona in Spanje. Er waren deelnemers van andere bedrijven, maar de meesten waren collega’s van onze firma. Er waren enkel managers aanwezig en ook mijn rechtstreekse chef was er bij. Onze firma stuurde ons naar deze training om van ons flexibele mensen te maken. Personen die zich niet ingraven in hun job en bereid zijn aan jobrotatie te doen. De trainer was een dame. Ze gaf weinig theoretische achtergrond, de sessies bestonden voornamelijk uit oefeningen. De essentie van Bio-energie (zoals wij die beleefd hebben) is dat men bepaalde fysische inspanningen verricht, niet opgeeft wanneer het zwaar en moeilijk wordt, de laatste inspanningen eventueel laat vergezellen van geluiden (kermen en roepen) om tenslotte “door te slaan”, hetgeen betekent dat men in een sterk-emotionele toestand (eventueel gepaard gaande met wenen) terechtkomt, waarbij de trainer en de hele groep je opvangt en je toelaat een emotioneel veranderingsproces door te maken. Bio-energie kan men niet in zijn eentje doen (zoals alfa), dit gebeurt best (al of niet in groep) onder begeleiding van een psychiater of een psycholoog. Het resultaat is dat een dikwijls onbewuste frustratie naar boven komt en men de situatie waarin die frustratie zich heeft vastgezet kan overdoen of herbeleven zodat die frustratie opgelost wordt.
Hier wordt duidelijk een heel andere therapeutische methode gehanteerd dan bij de “klassieke” psychoanalyse waarbij een patiënt op een divan gaat liggen en waarbij de therapeut graaft in het verleden van de patiënt. De patiënt legt hierbij zijn gedachten, herinneringen, gevoelens, dromen en fantasieën bloot, terwijl de therapeut aandachtig naar hem luistert om de motieven achter zijn gedrag te begrijpen en te interpreteren. Zo stelt hij zijn diagnose en bepaalt van daaruit de richting van de therapie die hij samen met zijn patiënt wil inslaan. Hij “leert” de patiënt begrijpen waarom hij zich zo gedraagt en wat hij in de toekomst kan doen. De behandelingsperiode kan hierbij drie, vier of meer jaren in beslag nemen. De therapeut gaat uit van zijn “eigen” interpretaties en speculaties over de gebeurtenissen uit het verleden waarvan hij “veronderstelt” dat ze het actuele gedrag veroorzaken. De therapeut treedt hierbij op als de “genezer”, in tegenstelling tot het “zelf bewust worden van zijn probleem” en het “zelf oplossen ervan” die bij Bio-energie en Gestalt gestimuleerd worden en waarbij niet alleen “inzien”, maar ook een “gevoelsmatige verwerking” gehanteerd wordt (hetgeen vollediger en dus ingrijpender is). Methodes zoals Gestalt en Bio-energie brengen het probleem ook sneller aan de oppervlakte in het hier en nu en door het (eventueel) herbeleven en emotioneel verwerken van de vroegere situatie, komt men sneller tot resultaten. Tachtig procent van de aanwezigen op de training Bio-energie “sloeg door”. En telkens ving de groep, onder leiding van de trainer, de persoon in kwestie op en omringde hem met de aangepaste zorgen en vriendschap, waarna die persoon voor de rest van de week een heel andere mens was. De fysische inspanningen die werden gevraagd, waren velerlei: boksen op een kussen, trekken aan een handdoek, zitten op een “ingebeelde” stoel ... En de aandacht die een persoon die “doorgeslagen” was, kreeg, was ook divers: luisteren naar zijn verhaal, hem optillen en ronddragen in de tuin, hem feliciteren met zijn besluit ...

zondag 22 augustus 2010

Wat kan men nog doen in alfa?

Alles. Onze verbeelding is de beperking. Alleen negatieve dingen zoals zijn medemens kwaad willen berokkenen, ongelukken willen veroorzaken, zaken willen vernietigen ... zullen niet lukken in alfa. Wanneer men het toch zou proberen met een negatieve ingesteldheid, gaat dit niet ofwel komt men van alfa direct terug in bèta (de hersenfrequenties stijgen uit boven de 14 Hz). Iemand die zich een positieve en optimistische levenshouding wil aanmeten, plezier wil kunnen vinden in kleine dingen, zijn zelfvertrouwen wil vergroten ... kan dat bereiken met de alfamethode. Iemand die wil stoppen met roken, drinken, snoepen of te veel eten, kan in alfa dit bewerkstelligen. Met wilskracht alleen komt men er niet. Het vaste besluit nemen een ongewenste gewoonte af te leren, zou wel eens tot gevolg kunnen hebben dat de gewoonte zich nog dieper gaat vastzetten. De autosuggestie en de verbeeldingskracht die in alfa worden gehanteerd, kunnen wel leiden tot de gewenste resultaten. Het komt erop aan het resultaat: 1. te wensen, 2. te geloven dat het echt kan en 3. het ook echt te verwachten dat het komt of te willen dat het gebeurt.
Neem als voorbeeld: je eet te veel en/of te ongezond, je zou willen vermageren. Hoe ga je te werk? Aanvaard om te beginnen jezelf in je huidige situatie, zonder complexen, maar besluit jezelf te verbeteren. Bekijk jezelf in de spiegel. Wat zie je? Waar ben je niet tevreden mee? Wat wil je veranderd zien? Wat zijn de nadelen van je huidige zwaarlijvigheid? Schrijf deze nadelen in een kolom op een blad papier. Waarom wil je vermageren? Wil je echt vermageren? Wat zijn de voordelen van een slanke(re) figuur? Schrijf deze in een kolom naast de nadelen (de nadelen worden omgevormd tot voordelen). Volgende stap. Je weet dat het voedsel dat je eet in verhouding moet staan tot de arbeid die je verricht en de beweging die je hebt. Zijn deze twee in balans, dan verdik je niet en vermager je niet. Eet je meer dan je beweegt, dan verdik je. Om te vermageren kan je drie dingen doen: meer bewegen om meer verbranding te krijgen óf minder en gezonder eten óf beide. Meer bewegen én meer eten (omdat je meer beweging hebt gehad) haalt niks uit. Voor meer beweging kan je lopen, wandelen, zwemmen, fietsen ... Minder en gezonder eten is een groter probleem. Dikwijls eten we, of liever gezegd “snoepen” we, omdat we compensaties zoeken voor dingen die we missen (affectie, gezelschap, appreciatie ...) of voor dingen die we te veel hebben (stress, problemen, zorgen ...). Wat zou er gebeuren wanneer je minder zou eten, minder zou eten tussen de maaltijden? Wat zijn de nadelen wanneer je minder zou eten? Voorbeelden: knorrig en geïrriteerd rondlopen, gaan roken, geen blijf met jezelf weten ... Schrijf deze op in een derde kolom op je blad papier. Nu naar alfa. Ga in je laboratorium en bekijk jezelf op het scherm met een zwarte rand. Voel de nadelen van je huidig lichaamsgewicht (denk aan de eerste kolom van je lijstje). Voel je maar slecht! Schuif dan dit scherm weg van links naar rechts. Laat een scherm aanrukken met een witte, glinsterende rand. Zie jezelf zoals je er wilt uitzien. Zie hoe je straalt. Beleef reeds de voordelen van je nieuwe figuur (tweede kolom van je lijstje). Ontdek dat deze voordelen de nadelen van het minder eten (derde kolom van je lijstje) ruimschoots zullen overtreffen. Herhaal dan telkens, terwijl je naar je stralende figuur kijkt, volgende zinnen: “Mijn lichaam heeft die extraatjes niet nodig om gezond en fit te zijn, het heeft met mijn normale dieet alles wat nodig is en het zal geen hongersignalen meer uitzenden om meer te krijgen” en “Ik ga een heerlijke figuur krijgen wanneer ik minder eet”. Eventueel kan je er nog aan toevoegen: “Wanneer ik een drang voel om “te snoepen”, ga ik onmiddellijk het nieuwe zelfbeeld voor mijn geest zien verschijnen en dit zal mijn goesting doen overgaan”. Deze oefening moet je minstens gedurende eenentwintig opeenvolgende dagen doen, waarna je zal zien dat je verlangen naar voedsel veel harmonischer zal zijn. Daarna met de oefening doorgaan, zal met zich meebrengen dat je een gezonde eetgewoonte krijgt, die geen extra inspanning meer vraagt. Werkt dit wel echt? Ik heb met deze methode bereikt dat ik in het geheel geen “fast-food” (hamburgers, cola, chips, borrelnootjes ...) of industrieel bereid voedsel (sauzen, dressings, koekjes, worsten uit blik ...) meer eet. Dit voedsel zegt me gewoon niets meer. Zelfs frieten eet ik maar enkele keren per jaar.
In alfa kunnen we doen aan droombeheersing. We kunnen dromen oproepen, dromen programmeren zoals we een videorecorder programmeren. Wanneer een “ernstig” probleem ons echt bezighoudt, kunnen we in alfa gaan en zeggen: “Vannacht ga ik een droom hebben die mij informatie geeft over mijn probleem en hoe ik dat het best kan aanpakken. Morgen ga ik mij die droom herinneren en ik ga hem duidelijk kunnen interpreteren”. De volgende morgen geeft men zichzelf even de tijd om zich de droom te herinneren, eventueel schrijft men alles op. Dan volgt de verklaring die een “eigen” verklaring moet zijn, omdat men zijn droom zelf opgeroepen heeft. Hierbij moet men geen interpretaties gaan zoeken in de klassieke droomanalyse. Droombeheersing heb ik enkele malen toegepast om de beste marketing strategie te vinden in verband met het kenbaar maken van mijn zaak en mijn product. Een keer toen ik in directe geldnood zat, programmeerde ik een droom met de vraag: “Hoe kom ik snel aan centen?” In mijn droom waren we op reis met enkele personen en kinderen. Toen we ergens uitstapten, begonnen we al spelend een plastic zakje gevuld met een wit poeder open en bloot te gooien van de ene persoon naar de andere. De plaatselijke personen begrepen direct waar het om ging en zegden ons dit niet zo openlijk te doen. We vertelden dat het om melkpoeder ging, maar ze geloofden ons niet. Toen begonnen we de “eerlijken” uit te hangen en vertelden dat we wel drugs hadden willen kopen, maar dat we bedrogen waren met “gipspoeder”. Mijn interpretatie van deze droom was: snel geld verdienen kan niet tenzij men de criminele toer opgaat zoals het verkopen van drugs.
Tenslotte wil ik vermelden dat ons mentaal laboratorium de ideale plek is om onszelf te herprogrammeren. We kunnen in alfa onze kind-recorder en onze ouder-recorder, evenals de vroeger opgenomen delen van onze volwassene-recorder waar we niet mee akkoord kunnen gaan, afspelen en alles wat erop staat kritisch bekijken. Alle bruikbare stukken, alle informatie waar we volledig achter kunnen staan, gebruiken we dan om onze volwassene-recorder volledig te herschrijven. Deze moet uiteindelijk ons eigen referentiestelsel, onze eigen principes bevatten: alle principes, regels en wetten die wij willen hanteren, alle bruikbare informatie nodig om onze plan te kunnen trekken tijdens ons leven, alle informatie waaruit we kunnen putten wanneer we een probleem moeten oplossen. Onze ouders en opvoeders hebben ons zus en zo geleerd. Geldt dat nu ook nog? Zien wij dat nu ook zo? Of zien wij dat anders? Wij hebben vroeger veel negatieve emoties beleefd en we begrepen niet waarom men ons dat aandeed. Kunnen wij dat nu wel begrijpen? Verstaan we nu beter waarom dat ons op die manier overkomen is? Kunnen wij dat onze “belagers” vergeven? Alles wat ons dwars zat en zit, kunnen we de revue laten passeren en verwerpen, vervangen door een eigen principe, herwerken of toch volledig overnemen. Wat er zeker op onze volwassene-recorder moet staan is: “Ik ben OK – de anderen zijn OK” en eventueel ook: “Ik wil via zelfverbetering bijdragen tot een positief evoluerende wereld” en/of “Ik wil in mijn omgeving meewerken aan het welzijn van mijn medemensen”.

zondag 15 augustus 2010

Tijdens en na het alfaseminarie
Tijdens het alfaseminarie heb ik meerdere dingen beleefd, waarvan de volgende me erg bijgebleven zijn. Ik moet er hier wel bijzeggen, dat tijdens de oefeningen we meestal met meerdere of met twee personen waren en dat iemand ons tijdens het afdalen naar alfa begeleidde met een lage en langzaam sprekende stem. Je door iemand anders in alfa laten brengen, is gemakkelijker dan dit zelf te doen! Dit maakte dat we tijdens het alfaweekend al behoorlijke resultaten boekten.
Ons lichaam verkennen. De opdracht was binnen in ons lichaam te kruipen en er op verkenning te gaan. In alfa aangekomen, dook ik in mijn borst op zoek naar mijn hart. Ik kroop door de hartwand voorzichtig naar binnen, nieuwsgierig naar wat daar te zien zou zijn. Wat ik beleefde, was overweldigend. Stromen bloed vielen als een waterval op me neer. Mooi donkerrood bloed. Ik trok al mijn kleren uit en begon me daar te douchen in mijn eigen bloed. Na het douchen voelde ik me zuiver en puur, één met mijn lichaam.
Zoektocht naar het geluk. Deze belevenis heb ik al eerder beschreven. Ik ontmoette boven op een berg een wijze grijze man die niets zei, maar me deed beseffen dat het geluk binnen in onszelf ligt.
Een diagnose stellen. In alfa vertelde de begeleider me dat een zekere man, Bas Van den Engel, achtenvijftig jaar en woonachtig in Den Haag, een lichamelijke onperfectie had en dat ik moest nagaan wat die onperfectie kon zijn. Ik zag een beenderig persoon met een hoge rug, een rare man. De begeleider vroeg: “Waarom is die man zo mager? Zie je wat hem mankeert?” Veel bijzonderheden kon ik niet vertellen, alleen kreeg ik op een bepaald ogenblik een “wild” beeld binnen van iemand met een gat dwars door zijn buik. Na de oefening vertelde de begeleider dat de man een bobbelige huid onder de ogen had, dat de helft van zijn maag weggenomen was en dat hij enigszins op dieet leefde door “zware” kost te vermijden.
Na het alfaseminarie. Ik moest op mijn werk eens een voordracht geven aan potentiële klanten. Ik dacht, ik ga me hierop mentaal voorbereiden via alfa. Achter mijn bureau gezeten, daalde ik af naar mijn mentaal laboratorium en begroette mijn assistenten. Eerst zag ik mezelf bezig op het projectiescherm, dat ik voor de gelegenheid een zwarte rand had gegeven. Ik stond daar vóór de potentiële klanten te zweten en te klungelen. Ik bracht er niets van terecht en de mensen gingen misnoegd weg. Dan liet ik het scherm van links naar rechts verdwijnen en verving het door een scherm met witte, schitterende rand. Ik zag mezelf nu enthousiast en met veel zwier mijn toehoorders toespreken. Iedereen was geboeid en men feliciteerde me na afloop. Zo voorbereid ging ik naar de eigenlijke bijeenkomst. Wat gebeurde er? Het was een groot succes. Een collega vroeg na afloop zelfs: “Wat was dat eigenlijk met je, had je gedronken of zoiets? Je was zo in vorm! Zo heb ik je nog nooit bezig gezien!” Me op die manier mentaal voorbereiden op belangrijke meetings heb ik meerdere keren gedaan.
Op een avond ben ik eens op verkenning gegaan via de deur naar “de ruimte”. Ik deed de deur open en bewoog me in de lucht. Ik keek naar mijn woning en de tuin. Het was tamelijk donker. Dan vloog ik hoger en zag mijn gemeente, dan mijn provincie, dan mijn land. In het donker zag ik oneindig veel lichtjes, vooral geconcentreerd rond de grote steden. Nog hoger zag ik Europa en nog hoger de aarde van op een afstand: de blauwe planeet, nu donkerblauw weliswaar. Ik zweefde verder door ons zonnestelsel, voorbij de maan, voorbij Mars en de andere planeten, totdat ik buiten ons zonnestelsel was. Ik bevond me ergens in onze melkweg. Ik vloog nog verder tot buiten onze melkweg en zag massa’s andere melkwegen. In sneltreinvaart verplaatste ik me dan tot ver buiten het heelal. Wat zag ik? Een mooie heldere witgele bol. Toen dacht ik: zou er maar één heelal, één universum zijn? Ik vermoed dat er meerdere zijn. Maar wij kunnen per definitie niet uit “ons” heelal ontsnappen (in gedachten wel!)
Wanneer ik met een filosofische vraag geplaagd zit, ga ik in alfa en probeer het antwoord te vinden in de bibliotheek waar alle kennis aanwezig is. Ook vraag ik dan dikwijls aan mijn assistenten of zij het antwoord weten. Het gebeurt soms dat ik een beter inzicht in de dingen krijg. In ieder geval hebben deze oefeningen mij een verruiming van mijn bewustzijn opgeleverd (zonder gebruik van drugs).
De klok in mijn laboratorium gebruik ik als mijn biologische, interne klok. Wanneer ik op een bepaald ongewoon tijdstip moet opstaan, zet ik deze klok op dat tijdstip (en visualiseer duidelijk de klok) en vraag me op het juiste moment te wekken. De klokradio zet ik eveneens op dat tijdstip, als ik thuis ben tenminste.
Wat ik regelmatig deed en nog doe, is naar mijn laboratorium gaan om mijn batterij op te laden. Daarvoor heb ik “de energiebron” uit de werkplaats gehaald en deze boven het podium gemonteerd. Ik ga naakt op het podium staan en vraag aan een van mijn assistenten om op de knop te drukken die de energiebron doet stralen. Ik kan je verzekeren dat dit heerlijk aanvoelt. Ik voel mezelf vollopen met energie, mijn benen, mijn lijf, mijn armen en tenslotte mijn hoofd. Wanneer ik overloop van energie vraag ik de bron te stoppen. Ook zeg ik telkens volgende zinnen: “Elke dag gaat het mij in elk opzicht beter (L), beter (E) en beter (M)!” en “Ik voel me in blakende gezondheid, in harmonie met het leven!” De dag daarop ben ik in vorm en mijn werk loopt vlot.

woensdag 21 juli 2010

Alfatraining II
Hoe geraken we in alfa, hoe gaat dat in zijn werk?
Men gaat ergens liggen waar het rustig is, bijvoorbeeld in bed vóór het slapen gaan of vóór het opstaan. Men spreidt zijn benen lichtjes, legt zijn armen naast zijn lichaam en sluit zijn ogen. Dan doet men ontspanningsoefeningen. Er zijn verschillende methodes en technieken, maar de beste methode om te ontspannen, is zijn eigen methode. Deze kan men samenstellen met onder andere volgende elementen. Diep inademen, de adem even inhouden en dan zolang mogelijk uitademen, terwijl men inwendig langgerekt zegt: “Reee-laaax”, “reee” tijdens het inademen en “laaax” tijdens het uitademen. Dit moet men meerdere keren herhalen. Dan concentreert men zich achtereenvolgens op al de delen van zijn lichaam (linkervoet, rechtervoet, linkerbeen, rechterbeen, onderbuik, borst, achterwerk, rug, linkerhand, rechterhand, linkerarm, rechterarm, hals en hoofd, met eventueel de delen van het hoofd apart), spant telkens dat deel gedurende enkele seconden en ontspant het. Dezelfde delen kan men achtereenvolgens aflopen, er zich op concentreren en dan zeggen: “Mijn … (deel van het lichaam) wordt zwaar, loodzwaar, ik laat mijn … vallen, ik voel de weldoende warmte door mijn … stromen”.
Wanneer men erg ontspannen is, op het in slaap vallen af, kan men beginnen met “afdalen naar zijn niveaus” (men kan immers een steeds dieper niveau bereiken). Dit kan men doen door in het begin, tijdens de eerste weken van de oefeningen, af te tellen van eenentwintig tot één (waarbij men telkens 3 cijfers samenneemt: 21 – 20 – 19, 18 – 17 – 16, 15 – 14 – 13, enz.). Bij één aangekomen kan men zeggen “Elke dag gaat het mij in elk opzicht beter, beter en beter!” en “Ik voel me in blakende gezondheid, in harmonie met het leven!” Men kan in die toestand even vertoeven en creatief bezig zijn, zo men wil, waarna men besluit terug te keren. Dan telt men naar boven van één tot eenentwintig en opent de ogen. Wanneer deze oefening aangenaam overkwam, is de kans groot dat men in een lichte alfatoestand verkeerde. Om steeds betere resultaten te bereiken, herhaalt men deze oefeningen gedurende meerdere weken, totdat men er gedurende de dag zelfs naar gaat verlangen.
In de volgende periode kan men, na de relaxatie, afdalen naar zijn niveaus door af te tellen van zeven tot één, waarbij men ieder cijfer laat volgen door zijn corresponderende kleur uit de regenboog. Bij iedere kleur stelt men zich een vrucht voor met die bepaalde kleur. Dit kan gaan als volgt, men zegt: “Zeven – rood (en men stelt zich een tomaat voor), zes – oranje (appelsien), vijf – geel (banaan), vier – groen (appel), drie – blauw (bosbes), twee – indigo (pruim), één – violet (druif)”. Met deze zeven cijfers en hun corresponderende kleuren komen zeven belangrijke facetten van onszelf overeen. Daaraan kan men ook nog denken wanneer men aftelt van zeven tot één.
Al deze elementen dragen bij tot een diepgaande concentratie en het buitensluiten (uit onze geest) van alle storende gedachten, afkomstig van onze beslommeringen van de dag. Aangekomen in het alfaniveau, kan men de boven aangehaalde zinnen herhalen, werken aan zichzelf, creatief bezig zijn … Uit zijn alfaniveau keert men nu terug, door naar boven te tellen van één tot zeven.
Om het afdalen naar zijn niveaus nog te vergemakkelijken, kan men zich als vertrekpunt, na de relaxatie, een aangename plaats voorstellen zoals een mooi strand of een adembenemende bergtop (waar men ooit geweest is), een leuk plekje uit zijn kindertijd (boomhut), aan boord van een zweefvliegtuig of een zeilboot … Tijdens het aftellen kan men zich voorstellen dat men zich plots op een trap bevindt, die men afdaalt naar een (onderaards) schuiloord. Dit suggereert nog sterker het afdalen naar zijn niveaus.
Om in alfa concreet en geconcentreerd te kunnen werken, kan men zijn schuiloord ombouwen tot een “mentaal laboratorium”. Dit is een ruimte waar men alles bij de hand heeft en alles kan doen. De bouw en inrichting van dit mentaal laboratorium kunnen er uit zien als volgt. Links heeft men een werkplaats waar alle werktuigen en toestellen te vinden zijn, evenals alle materialen (staal, glas, hout, marmer ...) en mineralen (calcium, magnesium, kalium ...). Daarnaast is er een lokaal waar alle organische stoffen zoals geneesmiddelen, planten en kruiden verzameld zijn. Rechts hebben we een bibliotheek waar alle kennis te vinden is in boekvorm, op CD-ROM of DVD of op het internet. Daarnaast is er een ruimte waar we via een kalender en een klok de tijd kunnen instellen, zowel in het verleden, het heden als in de toekomst. Aan de kant van de ingang hebben we een bureau met erop een bedieningspaneel om de spots, het projectiescherm, de lift en dergelijke te bedienen. Verder hebben we alle mogelijke communicatiemiddelen ter beschikking om via klank (telefoon en gsm met enkel communicatie naar buiten) en beeld (beeldscherm) met de buitenwereld in contact te treden. Er staan drie zetels aan het bureau. De middelste is voor onszelf, de twee andere zijn bestemd voor een mannelijke en een vrouwelijke assistent die we kunnen uitnodigen. Tegenover het bureau bevindt zich een podium met trappen. Tegen de muur bevindt zich een groot projectiescherm. Rechts van het podium hebben we een lift die dient om personen binnen te laten die men wil ontmoeten. Links is er een deur waarlangs men naar believen uitstappen kan maken naar plaatsen gelijk waar op aarde of in het heelal. Aan het plafond hangt een stel spots om lichteffecten te bekomen op het podium en het projectiescherm.
Als assistenten kan men zijn ouders uitnodigen of twee geleerden of twee kunstenaars of gelijk wie, al of niet nog in leven. Eenmaal twee (of meer) assistenten gekozen, houdt men zich best aan dezelfde. Steeds andere assistenten nemen, is af te raden. Het mentaal laboratorium is een sereen lokaal, geen duiventil.
Wanneer men een eigen mentaal laboratorium gebouwd heeft, gaat men om in alfa af te dalen steeds naar zijn laboratorium. Iemand die regelmatig en gedurende vele weken of liever gedurende maanden in alfa gaat, zal zo’n routine krijgen dat hij met een eenvoudig gebaar onmiddellijk in alfa terechtkomt. Het volstaat zo’n gebaar te koppelen, te verankeren aan het afdalen (aftellen van zeven tot één). Naar alfa gaan, wordt dan een automatisme, we worden geconditioneerd door het gebaar. Zo’n eenvoudig gebaar kan een “mudra” zijn, een houding van de handen waarbij (bijvoorbeeld) de uiteinden van duim en wijsvinger samengevoegd en de andere vingers gestrekt zijn. Ook is het duidelijk dat men steeds dieper in zijn niveaus geraakt, naarmate men meer oefent.

dinsdag 20 juli 2010

Autosuggestie
Hoe krachtig autosuggestie is, moge blijken uit volgende oefening. Doe je ogen toe en ontspan je. Denk aan een citroen. Neem ze in gedachte vast en bekijk ze langs alle kanten. Kijk naar de gele kleur, de ovale vorm en de bolvormige uiteinden. Houd ze onder je neus en ruik er aan. Duw met je duimen op de citroen en voel de weerstand van de vrucht. Neem nu in gedachte een mes, leg de citroen op een houten plankje en snij de citroen in tweeën. Het sap loopt langs de messnede op het plankje, enkele pitjes springen uit de citroen. Snuif de geur van het sap. Het water komt je in de mond, niet?
In alfa kunnen we onszelf dingen suggereren zoals een verbeterd eigenbeeld, een bepaald voornemen, een lichamelijke verbetering, beter studeren, beter geheugen, succes in het leven … Het effect van de autosuggestie werkt in alfa (de drie delen van onze LEM zijn erbij betrokken via woorden, beelden en gevoelens) vele malen sterker door dan in bèta (voornamelijk M, via woorden) en het blijft beter hangen. Het is zoals een (onbewuste) beïnvloeding door reclame: wanneer de gevoelens via woord en beeld worden aangesproken, blijft de boodschap beter hangen, dringt ze beter door.
In bèta kunnen we putten uit de parate kennis en de informatie die in ons “bewust” geheugen, in ons bewustzijn aanwezig is. Willen we informatie uit ons “onbewust” geheugen, uit ons “onderbewustzijn” halen, dan moeten we soms diep nadenken. We kijken dan dikwijls schuin omhoog alsof de informatie daar ergens boven te vinden is. De informatie die in ons onderbewustzijn aanwezig is, hebben we ooit opgeslagen, maar deze is niet paraat aanwezig. In alfa kunnen we gemakkelijker aan de informatie in ons onderbewustzijn, we kunnen ons deze informatie sneller herinneren. Dit komt omdat we beter geconcentreerd zijn en alle storende elementen zoveel mogelijk buitengesloten hebben. In alfa kunnen we zelfs informatie halen uit het collectief of kosmisch bewustzijn (informatie die wij nooit ontvangen en opgeslagen hebben). In dit laatste geval spreken we van buitenzintuiglijke waarneming (BZW, waarover later meer).
Waarom maken zo weinig mensen gebruik van de mogelijkheden van het alfaniveau? De mensen die als voornaamste levensdoel het bezitten van geld, macht en invloed hebben, vinden dit flauwekul (het brengt niks op!) Deze mensen zijn na hun “zware” dagtaak veelal enkel nog uit op ontspanning, sensatie, spectaculaire dingen en kicks. Voor deze dingen moet men niet naar het alfaniveau gaan. De tv is daar beter voor geschikt. De praktisch ingestelde mensen, de doeners zeggen: “Dat kan niet, dat bestaat niet”. De meer spirituele mensen, deze die meer uit zijn op welzijn dan op welvaart, zullen de alfatoestand misschien wel een tijd uitproberen, maar geven het dikwijls vrij snel op. De huidige mens wil direct resultaten zien. Hij kan niet genoeg geduld en doorzettingsvermogen opbrengen om de techniek volledig onder de knie te krijgen. De moderne mens uit onze westerse cultuur wil resultaten op korte termijn en investeert niet meer op lange termijn.

dinsdag 13 juli 2010

Alfatraining I
Tijdens mijn eerste cursus astrologie kwam ik in contact met mensen die zich met verschillende andere zaken uit de wereld van het “paranormale”, van het “ongewone” bezighielden. Eigenlijk is met die eerste cursus astrologie voor mij een heel nieuwe wereld opengegaan. Ik heb mensen ontmoet die zich toelegden op pendelen, wichelroede lopen, kaartleggen, hypnotiseren, spiritisme, numerologie ... Wat me in eerste instantie interesseerde was het ontdekken van de latente, verborgen en slapende mogelijkheden van onze mentale vermogens, van onze geest. Met mijn buurman ben ik naar een sessie “initiatie alfatraining” geweest en dit deed me besluiten om een volledige alfatraining te volgen.

Onze hersenen produceren continu elektrische golven (potentiaalverschillen die evenwel erg klein zijn: 50 tot 100 microvolt). Deze hersengolven kunnen opgemeten en geregistreerd worden met behulp van een elektro-encefalograaf. Dit toestel meet de elektrische activiteit van de hersenen en registreert de golven als schommelende curven op papier met behulp van een penschrijver. Dit levert het zogeheten elektro-encefalogram (EEG). Al naargelang de situatie waarin we verkeren, zijn onze hersengolven sneller of trager, meer of minder intens. De frequentie van deze golven wordt uitgedrukt in trillingen per seconde of Hz (Hertz). Bij de overgang van waken naar slapen wordt de frequentie van de hersengolven steeds kleiner.


In waaktoestand vertonen onze hersenen bètagolven met trillingsfrequenties boven de 14 Hz. Tussen waken en slapen vertraagt het ritme van de golven, we krijgen alfagolven met frequenties tussen 7 en 14 Hz. Vallen we in slaap, dan vertragen de hersengolven nog verder. Na een periode van ongeveer anderhalf uur (90 minuten) min of meer diepe slaap komen we weer terecht in een lichte slaaptoestand, waarbij we dromen en snelle oogbewegingen maken (REM = rapid eye movements). Tijdens de REM-periode treden ook alfagolven op. Naarmate we meerdere periodes van anderhalf uur geslapen hebben, wordt de duur van de REM-periode langer. De totale duur van onze slaap is best een veelvoud van anderhalf uur plus de duur van de REM-periodes. B.v.: vijf periodes van 90 minuten plus de REM-periodes maakt ongeveer acht uur, de slaaptijd van een normale volwassen persoon. Volgens mij kunnen we stellen dat het erg ongezond is de wekker te laten aflopen wanneer we in een diepe slaap verkeren: we worden immers van delta direct naar bèta gekatapulteerd! Wat we kunnen doen bij het zetten van de wekker, is onze interne biologische klok verwittigen van ons voornemen om op dat bepaald uur gewekt te worden. Onze biologische klok gaat dan de laatste slaapperiode hieraan aanpassen. Het beste is wakker te worden wanneer we uitgeslapen zijn, maar omdat dit meestal niet mogelijk is, werken we best met onze interne klok en laten deze ons wekken. Wanneer we toch gewekt willen worden door een wekker, valt een zacht spelende radio te verkiezen boven een alarm. Mensen die vertellen dat ze heel weinig dromen (d.w.z.: zich weinig dromen herinneren), zijn mensen die kordaat uit bed springen en actief aan de dag beginnen wanneer de wekker afloopt. Ze missen de laatste REM-periode en/of ze nemen niet de tijd om zich de droom te herinneren.
Met de waaktoestand, de toestand waarin we verkeren wanneer we niet slapen, de bètatoestand, zijn we vertrouwd. In deze toestand verkeren we wanneer we werken, eten, plezier maken, denken, spreken, onze zintuigen gebruiken … De andere toestanden of niveaus zijn ons minder bekend. Het thètaniveau en het deltaniveau kennen we als de mysterieuze toestanden waarin we verkeren, wanneer we slapen. Het alfaniveau, het niveau tussen slapen en waken, is de toestand die we naar believen kunnen oproepen, terwijl we toch bewust blijven van onszelf en onze omgeving. In het alfaniveau liggen enorme mogelijkheden die we in ons voordeel kunnen aanwenden. We kunnen er ons ontspannen, we kunnen er onze lichamelijke kwaaltjes genezen, we kunnen er onze batterijen opladen, we kunnen er ons voorbereiden op moeilijke taken (examen, speech, sportprestatie, vergadering, ontmoeting …), we kunnen er onze ongewenste gewoontes (roken, drinken, veel eten, snoepen ...) afleren en gewenste gewoontes (steeds vriendelijk zijn, positief denken, optimisme ...) aanleren, we kunnen er ons herprogrammeren (onze volwassene-recorder herwerken), ja we kunnen er zelfs doen aan buitenzintuiglijke waarneming (BZW). Hoe kan dat? Wat is de wetenschappelijke achtergrond hiervan?
Tijdens de REM-periodes dromen we. We verwerken en ordenen de gedurende de voorbije dag(en) opgenomen informatie en gevoelens, zodat we de volgende dag fris en monter (uitgeslapen!) ons actief leven kunnen hernemen. In onze dromen trachten we ook onze nog steeds niet volledig opgeloste complexen en frustraties te verwerken, hetgeen zich manifesteert in dromen die steeds maar terugkomen. B.v.: tanden die uitvallen (gemis aan affectie), men steelt onze wagen of aktetas (financiële onzekerheid), we moeten ons verdedigen tegen een groep kwaadwillige bengels (zich niet opgenomen voelen door de personen uit zijn omgeving), enz. Soms krijgen we via onze dromen voorspellende informatie door, zodat we kunnen spreken van voorspellende dromen. B.v.: we zien een kennelijk volkomen gezond persoon met een lijkbleek gezicht. Dit is een voorspellende droom wanneer die persoon kort daarna ook daadwerkelijk ziek wordt of zelfs sterft. Toen de dochter van mijn vriendin hoogzwanger was en met haar man plannen maakte om op een natuurlijke wijze te bevallen, kreeg ik volgende droom. Ik zag haar met een dikke ronde buik en plots zag ik het gezicht van haar kind dwars door de huid van haar buik heen. Daarna nam iemand de boreling gewoon uit haar buik, door de buikwand heen. Ik vertelde over deze droom en realiseerde me achteraf dat ik dit beter niet had gedaan. Dit zou kunnen wijzen op een keizersnede, hetgeen ze niet wilden. Het kind werd noodgedwongen geboren via een keizersnede, maar gelukkig verliep alles perfect. Dromen waarbij we bijvoorbeeld voortdurend op zoek zijn naar een wc die we maar niet kunnen vinden, zijn dromen die ons in de slaaptoestand willen houden, terwijl onze natuurlijke behoeften ons het bed uit willen. Er bestaan ook nog lucide dromen. Hierin realiseert men zich dat men droomt, maar tevens is men in staat zijn droom volledig te sturen. Men kan in een lucide droom doen wat men wil. B.v.: men kan boven een stad vliegen en wanneer men ergens een mooi meisje ziet, kan men er naartoe vliegen en het mooie kind lustig op de mond kussen. In het alfaniveau verkeren we in een toestand gelijkaardig aan de REM-periode, maar we zijn wel volkomen wakker. We zijn ons bewust van wat we doen. In de alfatoestand hebben we dezelfde mogelijkheden ter beschikking als tijdens de REM-periode, met dit verschil dat we van deze mogelijkheden “bewust” gebruik kunnen maken. In alfa kunnen we “bewust” doen wat we in onze dromen kunnen, we kunnen zelfs dromen “programmeren”.
In de bètatoestand overheersen onze mentale vermogens. We nemen via onze zintuigen voortdurend allerhande informatie in ons op, we beleven voortdurend van alles en nog wat, onze hersenen draaien op volle toeren. Voortdurend flitsen er allerhande wisselende beelden en gedachten door ons hoofd. Probeer je maar eens even op een citroen te concentreren. Die citroen blijft geen seconde staan op je mentaal scherm (tenzij je iemand bent die thuis is in meditatietechnieken). “Het liedje op de radio klinkt door, ik moet mijn telefoonrekening nog betalen, morgen komt mijn schoonmoeder op bezoek, iemand vraagt iets, ach ja, ik was aan een citroen aan het denken!” In bèta overheerst onze geest. De mentale laag van onze hersenen (neo-cortex), onze mentale vermogens (M) hebben de bovenhand. In alfa daarentegen brengen we onze mentale hersenlaag zoveel mogelijk tot rust, we maken onze geest leeg en concentreren ons op slechts één probleem. Op die manier krijgen onze andere hersendelen (de fysiologische laag, maar zeker ook de emotionele laag) een kans om mee te spelen. Onze hele persoon (LEM) is bij het gebeuren betrokken. In die toestand zijn we zeer suggestibel. In alfa zijn we zoals kleine kinderen: spontaan, erg beïnvloedbaar en vatbaar voor suggesties. In alfa staan we weer open voor de wildste en intiemste belevenissen. Onze verbeelding, creativiteit en intuïtie kunnen beter aan bod komen. In alfa zijn we in staat onze negentig procent ongebruikte mogelijkheden aan te boren. We kunnen onszelf van alles suggereren en spreken daarom van autosuggestie. Belangrijk is het zoveel mogelijk met beelden te werken. Hoe levendiger de beelden, hoe beter de resultaten.