donderdag 29 december 2011

Psi-energie versus Bezieling I
Wij zien een voorwerp (kaars, fles) wanneer het licht dat door dit voorwerp wordt uitgestraald of weerkaatst, ons oog bereikt. Wij horen een voorwerp (bel, vliegtuig) wanneer het geluid afkomstig van dat voorwerp, ons oor bereikt. In het eerste geval zorgt lichtenergie (elektromagnetische golven) ervoor dat de beeldinformatie ons bereikt, in het tweede geval is het geluidsenergie (geluidsgolven) die de geluidsinformatie tot bij ons brengt. We kunnen algemeen stellen dat zintuiglijke prikkels komende van onze omgeving onze zintuigen bereiken en deze sturen signalen naar onze hersenen: we hebben een zintuiglijke waarneming. Hoe zit dat bij BZW? Wat voor golven, welke energie zorgt voor de overdracht van BZW-informatie? Parapsychologen gaan ervan uit dat de drager van de BZW-informatie een nog onbekende energie is. Ze noemen deze “psi-energie”. Psi is de parapsychologische term voor ongewone psychische vermogens. Hoe zien die psi-golven eruit? Niemand weet het. In ieder geval is psi-energie geen energie van deze wereld, geen natuurkundige energie. Psi-energie kan niet omgezet worden in b.v. elektrische of chemische energie en een natuurkundige energie kan niet omgezet worden in psi-energie.

Wat voor iets is psi? Ik dacht, laat ik 3A erbij halen. Met 3A kan een en ander plausibel gemaakt worden. 3A = Alomvattende Almachtige Alwetendheid. 3A kent en weet alles, 3A maakt en bezielt alles, 3A is alles. Zo kwam ik op het idee aan te nemen dat de energie die het meest in aanmerking komt voor de onbekende psi-energie, onze bezieling is. De bezieling van 3A is in alle materie, in alle flora en fauna, in alle mensen, in gans de kosmos aanwezig. De alwetendheid van 3A is terug te vinden in wat we het kosmisch bewustzijn zouden kunnen noemen. De mens is zich in waaktoestand bewust van de dingen waarmee zijn hersenen actief bezig zijn. Zijn zintuigen brengen voortdurend informatie aan. Een gedeelte komt in het bewustzijn terecht en wordt er gebruikt (b.v. de kersen zijn rijp, ik ga er plukken) waarna deze informatie in het onderbewustzijn, in het geheugen terechtkomt. Een ander gedeelte komt rechtstreeks toe in het onderbewustzijn (b.v. de lucht is blauw, maar het is me niet opgevallen). Tijdens de slaap bevindt de mens zich onder de bewustzijnsdrempel en tijdens het dromen wordt alle recent ontvangen informatie in het onderbewustzijn geordend en komt het een en ander via droombeelden even in het bewustzijn. In het kosmisch bewustzijn is alle kennis aanwezig, inclusief hetgeen te vinden is in het onderbewustzijn en het bewustzijn van alle mensen. De mens heeft jammer genoeg geen directe toegang tot het kosmisch bewustzijn. Onder bepaalde omstandigheden kan hij evenwel informatie uit dit kosmisch bewustzijn binnenkrijgen via zijn totnogtoe onbekend BZW-ontvangorgaan. Deze BZW-informatie dient zich onder de vorm van beelden, symbolen en indrukken aan in het onderbewustzijn van de mens en van hieruit in zijn bewustzijn. We zouden kunnen stellen dat psi-energie komende van het kosmisch bewustzijn ons BZW-ontvangorgaan bereikt en dat dit orgaan informatie stuurt naar onze hersenen: we hebben buitenzintuiglijke waarneming.

woensdag 28 december 2011

Parapsychologie IV

Ware BZW moet aan twee criteria voldoen:

1 De ervaring moet op een of andere manier informatie opleveren over de buitenwereld (voorwerpen, gebeurtenissen, personen);
2 De informatie moet verkregen worden via een kanaal dat niets met lichamelijke zintuigen en/of rationele gevolgtrekkingen te maken heeft.

BZW schijnt nooit voor te komen tijdens een actieve waaktoestand. Een toestand van verminderde opmerkzaamheid of waakzaamheid is noodzakelijk: dagdromen, meditatie, slaap, ontspanning, vermoeidheid, koorts, in alfa, in trance, onder hypnose. BZW werkt op zijn best wanneer men in een vrolijke, onbezorgde, optimistische stemming is, wanneer men geen of weinig belang heeft bij de gezochte informatie. BZW bij kansspelen, voorspellen van nummers, vinden van waardevolle voorwerpen … werkt niet al te best omdat men betrokken is en daardoor meestal opgewonden. BZW kan men niet forceren, BZW dient zich spontaan aan. Wel kan men via relaxatie, een veranderde bewustzijnstoestand (b.v. in alfa), geestelijke concentratie en een vraagstelling zich klaarzetten om BZW te ontvangen. Wanneer men geluk heeft, dient deze zich aan. De informatie duiden moet daarna met de nodige omzichtigheid gebeuren.

maandag 26 december 2011

Parapsychologie III
BZW wordt opgesplitst in helderziendheid en telepathie. Men spreekt van helderziendheid wanneer hetgeen waargenomen wordt voorwerpen en objectieve gebeurtenissen zijn. Komt de informatie uit het verleden, dan heet dat retrocognitie, komt ze uit de toekomst: precognitie, komt ze in het heden van een andere plaats: clairvoyance of eigentijdse BZW. Men spreekt van telepathie wanneer hetgeen waargenomen wordt gedachten en emoties van andere personen zijn.
Een voorbeeld van precognitie kreeg ik van mijn partner op het congres van Milan Rizl. De man vertelde dat hij van een kennis van hem een beeld had binnengekregen waarbij deze een lijkbleek gezicht had. Een paar weken later stierf die persoon. Dit had hij een paar keer voorgehad. Hij was min of meer in paniek. Hij wist niet wat hij met die informatie moest aanvangen wanneer hij die beelden binnenkreeg. Moest hij iets zeggen tegen de betreffende personen of niet? Hierop wilde hij een antwoord en daarom kwam hij naar het congres.
BZW kan zich voordoen als een onbestemd gevoel, als voorgevoelens, als intuïtie, als inspiratie, als een visioen, als een verschijning, als een voorspellende droom, als een nachtmerrie, als een drang om iets te doen, als een “déjà vu” … BZW kan zich onopgemerkt en vermomd voordoen. Bepaalde weinig opvallende ervaringen uit het dagelijkse leven kunnen mogelijk als clairvoyance of eigentijdse BZW aanzien worden, meestal vermengd met “normale” ervaringen. In een drukke stad zoeken we naar een parkeerplaats, we zijn van plan om rechts af te slaan, maar plots draaien we onwillekeurig linksaf. Wat verder vinden we een open parkeerplaats. We lopen toevallig een onbekende zaak binnen en vinden daar iets dat we allang hadden willen kopen, maar nergens konden vinden. We zitten voor de TV wat te zappen en toevallig komen we bij een programma uit dat we absoluut hadden willen bekijken, maar vergeten waren op te zetten. We zitten te worstelen met een probleem en geraken er maar niet uit. Plotseling krijgen we een idee dat de oplossing van het probleem blijkt te zijn. Naast een goede werking van onze verstandelijke vermogens is BZW hier misschien een handje aan het helpen. Het is geweten dat BZW nauw verbonden is met scheppende activiteiten.
Enkele voorbeelden van telepathie. Twee personen praten over hun toekomstige vakantie en komen afwisselend af met mogelijke bestemmingen. Op zeker ogenblik zegt de ene persoon: “Laten we naar Kroatië gaan”. Waarop de andere zegt: “Daar dacht ik net ook aan!” (Het voorafgaande mag dan niet van dien aard zijn dat beide personen logischerwijze op die gedachte komen!) De ondervraagde geeft een antwoord vóórdat de vraag is gesteld. (De vraag mag dan niet de logisch volgende vraag zijn!) Iemand bekijkt tekeningen en de proefpersoon tracht te raden wat de andere persoon ziet. (Tracht hij de tekeningen zelf te bekijken, dan is er sprake van BZW!) Op het ogenblik dat de ene helft van een tweeling sterft of in een zwaar ongeval betrokken is, krijgt de andere helft, die ver weg is, plots een schok, een onbestemd gevoel en denkt onmiddellijk aan de eerste helft.

zaterdag 24 december 2011

Parapsychologie II
Via onze zintuigen nemen we onze omgeving waar en via onze spieren en ledematen beïnvloeden we deze. Ik zag een man met baard en bril (ik gebruikte mijn zintuigen) en ging er naast zitten (ik gebruikte mijn spieren). Dit speelde zich af in de ons bekende werkelijkheid. Ik kreeg informatie binnen over de man naast mij zonder dat deze me hierover had verteld (BZW) en … jammer, maar ik moest mijn spieren gebruiken om naar hem toe te gaan, de stoel te schikken en naast hem te gaan zitten (geen PK). Had ik met mijn mentale vermogens, met de kracht van mijn wil, mezelf naast hem kunnen zetten zonder mijn spierkracht te gebruiken, dan was er sprake geweest van psychokinese (psyche = adem, ziel en kinesis = beweging).

Psychokinese is gedachtenkracht, is materie beïnvloeden door middel van gedachten, is iedere invloed die vanuit de verte wordt uitgeoefend en niet berust op de bekende natuurkundige krachten. Voorbeelden van psychokinese zijn: levitatie (opheffen) van tafels, plooien van lepels, rondvliegende stenen, de gewenste ogen gooien met de dobbelstenen, wondergenezing (biochemische reacties op gang brengen bij personen), een boodschap overbrengen op een passieve persoon, via de wil voorwerpen in brand steken (pyrokinese), poltergeist (klopgeest) fenomenen (herhaaldelijk optreden van spontane gebeurtenissen zoals klopgeluiden, bewegende voorwerpen, open- en dichtslaande deuren, vieze geuren, storingen in het elektriciteitsnet en dit op dezelfde plaats of rond dezelfde persoon) … De vraag is nu: “Is dat allemaal wetenschappelijk wel verantwoord?” Het antwoord is: letterlijk genomen niet, het strookt niet met de actuele wetenschap! Kunnen die fenomenen dan niet voorkomen en hebben ze zich nooit voorgedaan? Ik weet het niet. Ik kan me voorstellen dat psychokinese bestaat, maar daarom geloof ik nog niet alles wat ik lees of hoor. Ik heb zelf nog nooit een echte ervaring gehad met PK. Wat bij mij het dichtst in de buurt kwam van PK, was dat ik met mijn wil en een sterk verlangen de baan van een propje papier bijstuurde zodat het in de prullenmand terechtkwam. Leuk spelletje, moet je ook eens proberen. Een aannemelijk voorbeeld van PK is het volgende. We denken intensief aan iemand (een geliefde, de andere helft van een tweeling, een ziek familielid …) waarvan we al een hele tijd niets meer gezien of gehoord hebben en even later belt die persoon ons op. Hier heeft de “zender” een gedachte geplaatst in het hoofd van de “ontvanger” en die kreeg plots de behoefte om te bellen.

vrijdag 23 december 2011

Parapsychologie I
Ik zou een onderscheid willen maken tussen parapsychologie in enge zin en paranormale verschijnselen. Onder paranormale verschijnselen verstaat men alle verschijnselen die zich “naast” (para) de als “normaal” geaccepteerde werkelijkheid lijken voor te doen. Het zijn verschijnselen die niet verklaard kunnen worden met de aannames en wetten die we nu kennen. Bij de paranormale verschijnselen zou ik ook alle esoterische (alleen voor ingewijden) en alle occulte (gebaseerd op verborgen, geheime kennis) verschijnselen willen onderbrengen.
Parapsychologie wordt min of meer aanzien als een wetenschap. Wel is het zo dat de professoren die cursus geven of onderzoek verrichten in de parapsychologie, hier niet veel ruchtbaarheid aan geven. Parapsychologie wordt door de “officiële” wetenschappers nog steeds niet au sérieux genomen. In de wereld zijn er maar enkele mogelijkheden om op academisch niveau bezig te zijn met parapsychologie: aan de universiteiten van Utrecht, Edinburgh en Freiburg.

Parapsychologie kan opgedeeld worden in:
1 BZW = buitenzintuiglijke waarneming   of   ESP = extrasensory perception,
2 PK    = psychokinese.

donderdag 22 december 2011

Een BZW ervaring IV
Ik stond versteld van wat ik allemaal hoorde. Milan Ryzl legde uit dat wij mensen op ieder ogenblik enorm veel informatie binnenkrijgen via onze zintuigen (wij zien, horen, voelen, smaken en rieken), maar ook via andere wegen, buiten onze zintuigen. Sommigen zeggen via ons zesde zintuig. Wij hebben echter nooit geleerd BZW-informatie als dusdanig te herkennen en er mee om te gaan, ze te gebruiken. Nochtans kan iedereen het aanleren, zoals iedereen kan leren lezen en schrijven, niet iedereen met evenveel succes. Het gemakkelijkste gaat het met de hulp van een tweede persoon die ons onder hypnose begeleidt, maar men kan het zelf leren beoefenen in alfa (= autohypnose).
Ik wist van mijn partner op het congres niets af, alleen dat hij in Leuven gestudeerd had, meer niet. De informatie die ik binnenkreeg had voor mij op zich geen betekenis en ze zonder meer letterlijk interpreteren zou niet erg zinvol geweest zijn. Na controle met mijn partner bleek de BZW-informatie toch wel betekenis te hebben. BZW-informatie interpreteren blijkt niet eenvoudig omdat de informatie niet letterlijk opgevat kan worden. De informatie dient zich aan onder de vorm van beelden. Ik kreeg zijn naam niet binnen! “Een geslacht varken, opgehangen aan een ladder” is een beeld uit mijn jeugd en stelde voor mij een situatie voor die nu terug te vinden is in slachthuizen. “Iemand die langs de verkeerde kant instapte in een open sportwagen” voelde ik aan als “er is iets mis met die wagen”, maar wat was niet zo duidelijk (accident, wagen niet meer in zijn bezit). Verkeerde conclusies zijn vlug getrokken. “Iemand die opendoet en geen kus geeft en niemand anders thuis” wil nog niet zeggen dat de persoon niet getrouwd is. “Een laag huis met veel groen er rond” is eerder eenvoudig, maar hoeveel grond hij bezit, valt daaruit niet af te leiden. BZW-informatie dient zich aan als beelden, als symbolen, als indrukken, eerder dan als exacte waarden.
Ik kan me voorstellen dat iemand die zich oefent in BZW op termijn wel bruikbare informatie zou kunnen bekomen. Waarom zijn er dan niet meer mensen die zich daar op toeleggen? Het is erg moeilijk, het vraagt veel oefening, geduld en doorzettingsvermogen, de resultaten zijn er niet direct, het is niet spectaculair, de meeste mensen geven het al snel weer op en bestempelen het dan als “tijdverlies”.

woensdag 21 december 2011

Een BZW ervaring III
Opeens was ik me weer bewust van de stem van Milan Ryzl die ons terugriep. Hij vroeg ons alles op te schrijven wat we gezien hadden. Ik krabbelde alles op een vodje papier waarvan hieronder een afbeelding te zien is. Daarna moesten we met onze buur nagaan wat er van onze “buiten de ons bekende vijf zintuigen bekomen informatie” zinvol was. Ik vertelde regel per regel wat ik waargenomen had en hij vertelde wat daar van kon kloppen. Dit schreef ik kort achter iedere regel.
Wat de open sportwagen betrof – hij zei dat hij er een had gehad. En dat geslachte varken – hij vertelde dat hij verbrandingsinstallaties plaatste in slachterijen. Ik vroeg hoe hij heette. Luc Smets, niks Pol Van … Ik vroeg of hij soms een donkere bril, een zonnebril droeg. Zijn schoonvader droeg steeds een donkere bril en daar had hij enorm veel respect voor. Is er ooit iemand gekwetst en moest die een verband rond zijn hoofd dragen? Ja, hij had met zijn sportwagen in Leuven eens een accident gehad en was gekwetst aan zijn hoofd en zijn ogen (hij liet me de littekens aan zijn oogleden even zien), hij zat toen in het vierde jaar geneeskunde. Woonde hij in een huis met of zonder een verdieping? Hij woonde in een huis zonder verdieping en met een hectare grond eromheen. Was hij niet getrouwd? Jawel, maar het liefste wat zijn vrouw deed, was met de auto naar de stad gaan winkelen, hij was veel alleen thuis, hij had een werkvrouw en die deed steeds de deur open. Waar werkte hij? Hij was zelfstandige, de klanten kwamen naar hem toe. Wat die grijze wolk betrof – die morgen had hij nog aan zijn vijver gestaan en het was erg mistig.

dinsdag 20 december 2011

Een BZW ervaring II
Op het congres liet hij ons aan den lijve ondervinden hoe hij te werk ging om ons een zeker idee te geven van wat BZW eigenlijk is. Wij moesten naast iemand gaan zitten die wij nog nooit eerder hadden ontmoet. Ik zette me naast een man met een baard en een bril. De opdracht was zo veel mogelijk te weten te komen over onze buur. We wisselden een “hallo” en dat wij beiden gestudeerd hadden aan de K.U.Leuven. Toen vroeg Milan Ryzl ons om comfortabel te gaan zitten en de ogen te sluiten waarna hij met een lage stem ons in alfa probeerde te brengen. Ik hoorde zijn zware stem op me inpraten en ik concentreerde me op mijn buur. Ik zag een open sportwagen en iemand die langs de verkeerde kant instapte. Dan kreeg ik het beeld binnen van de helft van een geslacht varken dat aan een tegen een muur staande ladder was opgehangen. Ik dacht: dat wordt hier niks, ik zal anders te werk moeten gaan. De stem van Milan Ryzl hoorde ik intussen niet meer. Omdat ik al wat ervaring had met in alfa gaan, besloot ik in gedachten uit mezelf te treden en bij mijn buur in te treden. Het eerste wat ik mezelf vroeg, was: “Hoe heet ik?” Er kwam niet veel informatie binnen, alleen zoiets als “Pol Van …”. Dan zag ik iemand met een donkere bril op, even later iemand met een verband rond zijn hoofd. Ook zag ik een laag huis met veel groen eromheen. Ik dacht: “Laat ik maar eens bij mij thuis binnengaan”. Ik belde aan en er kwam iemand open doen, maar die gaf mij geen kus. Verder was er niemand thuis. Ik dacht: “Ik zal eens naar mijn werk rijden en zien hoe het er daar aan toegaat”. Maar dat lukte niet, ik geraakte niet weg. De mensen kwamen naar mij toe. Dan zag ik een grijze wolk die alles bedekte en ook weer verdween.

maandag 19 december 2011

Een BZW ervaring I
Tijdens de eerste cursus astrologie die ik gevolgd heb, kwam ik in contact met mensen die zich met verschillende zaken uit de wereld van het “ongewone” bezighielden. Er ging voor mij, een wetenschapper, een geheel nieuwe wereld open. Ik heb mensen ontmoet die zich toelegden op pendelen, wichelroede lopen, handleeskunde, kaartleggen, hypnotiseren, spiritisme, numerologie ... Ik werd nieuwsgierig, ik wilde daar meer over weten.

Na de cursus “alfatraining” ben ik boeken gaan lezen over parapsychologie, over buitenzintuiglijke waarneming (BZW). Toen ik vernam dat Milan Ryzl, een biochemicus van de universiteit van Praag die wetenschappelijk onderzoek verrichtte in de parapsychologie, in juni 1979 naar Brussel ging komen om op een congres te spreken over BZW, heb ik mij onmiddellijk laten inschrijven. De man vertelde over zijn onderzoek en de proeven die hij uitvoerde met personen die goed scoorden wat BZW betreft. Hij liet de proefpersonen de winnende nummers van de loterij voorspellen en met een zeker succes. De staat bleek interesse te hebben in zijn werk en wilde hem inschakelen voor spionagedoeleinden. Hij vluchtte naar de USA.

maandag 12 december 2011

Bijdrage van de wereldreligies tot de evolutie van de kosmos V
De natuur wordt door de mens uit elkaar gehaald en opgesplitst in afzonderlijke grondstoffen. Hiermee worden dan allerhande werktuigen en gebruiksvoorwerpen gemaakt (denk aan de industriële revoluties) en diverse geneesmiddelen en voedingsmiddelen geproduceerd. De voedingsindustrie evolueert langzamerhand naar een situatie waarbij men “al het goede van deze aarde” niet meer gebruikt als zodanig, maar verwerkt tot grondstoffen die moeten dienen om zelf kant en klaar voedsel te fabriceren. De mens breekt het natuurlijke voedsel af en maakt zijn eigen producten. Aardappelen worden minder en minder gegeten. Puree, kroketten, dennenappeltjes, allumetjes en andere (voorgebakken) frieten staan op het menu. Een steak of een gebraad koop je niet meer, wel blinde vinken, vogels zonder kop, kippenburgers, hamburgers in diverse smaken. Echte boerenboter maakt plaats voor margarines, minarines en andere smeermiddelen. Suiker maakt dik, dan maar andere zoetstoffen in verschillende “light”-producten. Enz. Ieder product in blik, bokaal, diepvries of vers bereid, bevat enorm veel ingrediënten. Lees het maar eens na op de etiketten. Smaakmakers, bewaarmiddelen, kleurstoffen, verdikkers en verdunners worden toegevoegd opdat de consument het gerecht mooi, smaakvol, smeuïg en bewaarbaar zou vinden. Bij de E-additieven zijn er een stel waar ik allergisch voor ben: E102 (tartrazine = kleurstof) en E211 tot E217 (benzoaten = conserveermiddelen). Gaat dit de verkeerde kant op? Ook hier denk ik dat tegenhouden niet kan en ook niet nodig is. Het hoort bij de evolutie. Voorzichtigheid blijft ook hier geboden.

Ik denk dat eenmaal de fase van de analytische aanpak van de wetenschap grotendeels achter de rug zal zijn, de fase van de synthetische aanpak zal aanbreken. De samenhang der dingen zal bestudeerd worden. Het inzicht in de natuur en het leven zal enorm vergroten. De kosmos zal begrepen worden in al zijn aspecten. De mentale vermogens van de “geëvolueerde mens” zal enorm toegenomen zijn. Er zullen genieën verschijnen en deze zullen stilaan wijs worden. De genieën zullen het eindelijk begrijpen: geld, macht en invloed zijn niet het hoogste goed, “hebben” heeft afgedaan, “zijn” wordt in, innerlijke rijkdom wordt het hoogste goed, gelukkig zijn staat centraal, de universele liefde ontstaat. De wijzen komen eraan. Stelen en bedriegen, vernielen, kwetsen en moorden zullen zinloos worden. De wezens van fase zes zullen emotioneel enorm sterk staan, een zeer groot invoelend vermogen hebben, uiterst verdraagzaam, eerlijk, betrouwbaar en rechtvaardig zijn, overlopen van optimisme, idealisme en liefde voor de medemens en de hele kosmos. Criminelen en fraudeurs zullen alleen nog te vinden zijn bij de mensen.

vrijdag 9 december 2011

Bijdrage van de wereldreligies tot de evolutie van de kosmos IV
De (westerse) wetenschap is nog lang niet klaar met zijn onderzoek om de natuur en het leven volledig te begrijpen, om de macrokosmos (het heelal) en de microkosmos (de elementaire deeltjes) te doorgronden, om de verbanden tussen alle elementen en de totaalbeelden te zien. Het hoe en het waarom van onze wereld bestuderen, is niet eenvoudig. Vandaar dat de geleerden en de wetenschappers zich toespitsen op partiële problemen, op onderdelen van de grotere gehelen. Ze gaan analytisch te werk. Ze halen de hele natuur uit elkaar. Ze bestuderen de kleinste onderdelen.
Bij mens, dier en plant onderzoeken ze de bouwsteentjes, de cellen met daarin de genen, de blauwdrukken voor de opbouw en het onderhoud van de levende wezens. Met deze kennis wil men in de toekomst sleutelen aan planten en dieren om een optimale voedselproductie te bekomen en aan mensen om ziektes en de ouderdom te bestrijden. Er is veel protest tegen deze gang van zaken om diverse redenen. Is het niet gevaarlijk voor het mensdom? Gaat men dit proces onder controle kunnen houden? Is het niet immoreel? Gaan criminelen het niet gebruiken voor het grote gewin? Ik denk dat voorzichtigheid geboden is, maar tegenhouden zal niet kunnen. Tot hiertoe ondergingen planten, dieren en mensen de evolutie (via mutaties, toevallige veranderingen in de genen). Nu lijkt het erop dat bepaalde subsystemen van het geheel de evolutie mee gaan versnellen. De mens sleutelt zelf aan de evolutie via genetische manipulatie. Hierdoor kan deze met reuzensprongen vooruitgaan en genieën en wijzen voortbrengen. Hoe die er dan gaan uitzien, is een andere, maar ook onbelangrijke vraag.

dinsdag 6 december 2011

Bijdrage van de wereldreligies tot de evolutie van de kosmos III
Kijken we terug naar de fasen in de evolutie van het heelal. Momenteel zitten we vier fasen ver. De mens heeft het hoogste bezielingsniveau, hij is uitgerust met een LEM. In fase vijf zal het genie verschijnen, uitgerust met L-E-2M, met zeer sterk ontwikkelde mentale vermogens. Welke cultuur biedt de beste garanties hiervoor? Blijkbaar bevatte de Chinese cultuur met zijn holistische visie geen doeltreffende voedingsbodem om bepaalde mensen tot genieën te laten evolueren. De Indische cultuur met zijn grote verdraagzaamheid en zijn geringe competitiegeest deed dit evenmin. Ook de Arabisch-islamitische cultuur, waar het onvoorwaardelijk aanvaarden van de gevestigde leerstellingen de persoonlijke groei in de weg stond, bleek niet geschikt. De creativiteit, de honger naar kennis en inzicht, de motivatie om ontdekkingen en uitvindingen te doen en hierin steeds verder te gaan, ontbraken. De westerse cultuur, gebaseerd op het christendom, is momenteel toonaangevend in heel de wereld en is naar mijn mening goed op weg om de mentale vermogens van een deelgroep van de mensen zo te laten evolueren dat we in fase vijf terechtkomen: de genieën.
Hoe komt het dat in de westerse cultuur de wetenschap en de technologie zo’n hoge vlucht namen en nemen? Naar mijn gevoel omdat de westerse cultuur veel meer gebaseerd is op competitie, wedijver, concurrentie, de beste zijn, de slimste zijn, het meeste verdienen, geld macht en invloed, aanzien, bezit, reclame, naijver, jaloezie … Bij de “rechtvaardige” mensen stimuleert dit de studie-ijver, de drang naar kennis en de werklust. De anderen, bij wie rijk worden niet snel genoeg kan gaan, worden algauw fraudeurs of criminelen. Dat is de keerzijde van de medaille, maar die moeten we erbij nemen. Zie ook in het hoofdstuk “3A, een onpersoonlijke God” de figuur “De evolutie van ons universum”.
De oosterlingen leken op weg om stap vijf in de evolutie, de genieën, over te slaan en direct te evolueren naar stap zes, de wijzen. Ze hechtten minder belang aan materiële rijkdom, meer aan spirituele rijkdom. Mede door hun holistische visie leek het erop dat de analytische kant van de wetenschap overgeslagen kon worden. Dat zou echter een onvolmaakte evolutie tot gevolg hebben gehad. Holisme, totaalbeelden zonder kennis van de onderdelen, van alle details, wordt door de westerling als charlatanisme bestempeld.

vrijdag 2 december 2011

Bijdrage van de wereldreligies tot de evolutie van de kosmos II
West-Europa was in de Middeleeuwen een achtergebleven regio. De westerse wetenschap begon evenwel in de twaalfde en de dertiende eeuw aan een heropleving mede dank zij de Latijnse vertalingen uit het Arabisch van Griekse en Arabische wetenschappelijke werken (filosofie en wetenschap van de Griek Aristoteles en de commentaren daarop van de Arabische geleerde Averroës). Landbouw, handel en nijverheid kwamen tot grote bloei, gestimuleerd door de voortdurende wedijver tussen staten. Aanvankelijk stonden wetenschap en filosofie ten dienste van de theologie. Tot het humanisme (Latijnse literatuur en andere humane wetenschappen) van de Renaissance (hernieuwde belangstelling voor de Griekse en Romeinse Oudheid) en de achttiende-eeuwse Verlichting (nadruk op het eigen denkvermogen) de scheiding van kerk en staat bewerkstelligde: de rede won het van het gezag van godsdienst en traditie. De boekdrukkunst (uitgevonden rond 1455) zorgde voor de verspreiding van godsdienstige, literaire en wetenschappelijke geschriften en de democratisering van kennis.
Nu lag de weg open voor de Industriële Revoluties: de eerste vanaf 1750 met o.a. de stoommachine, de trein, het weefgetouw …, de tweede vanaf 1850 met o.a. elektriciteit, aardolie, de auto …, de derde vanaf 1945 met o.a. de chip, de computer, het internet … Wetenschap, techniek en technologie evolueren de laatste jaren razendsnel.

woensdag 30 november 2011

Bijdrage van de wereldreligies tot de evolutie van de kosmos I
De oosterse religies bevatten meer elementen die mij aanspreken dan de westerse. Zij hadden 2500 jaar geleden, zonder de wetenschappelijke kennis waarover we nu beschikken, al inzichten in de kosmos die verwonderlijk zijn. Op het einde van het eerste millennium na Christus kenden de Chinese en ook de Arabisch-islamitische beschavingen een ongekende bloei. Hoe komt het dan dat de westerse beschaving, met het christendom als motor, momenteel toonaangevend is in heel de wereld? Waarom hebben de Chinese en de Arabisch-islamitische beschavingen zich laten voorbijsteken?

De Chinezen vonden het papier, het buskruit (vuurwerk, bommen …) en het kompas uit. Ze waren bedreven in het smelten en bewerken van ijzer en de textielindustrie deed reeds beroep op spintoestellen. Ze leverden opmerkelijke prestaties in de wiskunde en de astronomie.
De Arabische wetenschappers veralgemeenden het gebruik van de “Arabische cijfers” (1, 2, 3 … in tegenstelling tot de “Romeinse cijfers”, b.v. MDCLXI = 1661), legden de grondslagen van de algebra, verfijnden de driehoeksmeetkunde en leverden pionierswerk op het gebied van de analytische meetkunde. Ze bouwden sterrenwachten en waren bedreven in de aardrijkskunde en de geneeskunde (oogheelkunde en farmacologie).

Bij de Chinezen was de wetenschap vooral een praktijkgerichte onderneming: oplossen van problemen in de landbouw en de economie, uitbouwen van een omvangrijke vloot, opstellen van een officiële kalender … In de geest van Confucius echter keerde China de zee-expedities in de veertiende en de vijftiende eeuw de rug toe en kwam afkerig te staan tegenover wetenschappelijke en technologische vernieuwingen. Ook het taoïsme verwierp de idee de natuur te beheersen en te manipuleren. De holistische visie van het traditionele China vormde geen goede basis voor de ontwikkeling van het logisch en analytisch denken zoals toegepast in de westerse wetenschappen.
De islamitische wereld was vooral geïnteresseerd in de wetenschap omwille van haar praktisch of religieus nut: bepaling van de precieze gebedstijden, het begin van de ramadan, de richting van Mekka, toepassing in de navigatietechnieken … Het religieus conservatisme in de islam stond echter vanaf de twaalfde of dertiende eeuw het dogmatisme voor en verwierp creativiteit en innovatie. De koran mocht niet rationeel benaderd worden, maar moest begrepen worden in het licht van de handelwijze van de profeet en zijn volgelingen. Het zelfstandig redeneren of interpreteren moest grotendeels wijken voor een onvoorwaardelijk aanvaarden van de gevestigde doctrines. Godsdienst en politiek waren nauw met elkaar verweven, daardoor kon de islam zijn stempel drukken op de evolutie van de samenleving (b.v. het drukken van islamitische teksten werd als heiligschennis beschouwd).
Beide culturen bleven omstreeks en na 1500 min of meer ter plaatse trappelen en konden alzo gemakkelijk voorbijgestoken worden door de westerse cultuur. Deze borduurde voort op de wetenschappelijke en technologische verworvenheden van de Chinese en de Arabisch-islamitische cultuur.

maandag 21 november 2011

3A en de andere goden II


Bekijken we nog even het tijdsverloop vanaf de oerknal. In het ganse tijdsbestek vanaf het ontstaan van onze kosmos valt de belachelijk kleine tijdsperiode op waarin de mens meespeelt in het kosmisch blijspel. Voeg daarbij nog het belachelijk kleine volume dat onze aarde inneemt in dat onmetelijke heelal en voor mij is het duidelijk: de huidige mens hier op aarde is niet het eindproduct van de evolutie! Het einde der tijden, het einde van de wereld is niet nabij. Wij zien slechts enkele beelden van een film die al heel lang bezig is en die nog erg lang gaat duren, met wisselende acteurs en wisselende decors. Niets is stabiel, alles verandert voortdurend. Wij zullen verdwijnen. Maar anderen zullen de evolutie voortzetten. Onze opdracht hier op aarde, lijkt mij, is zo goed mogelijk mee te werken aan de evolutie van de mensheid zodat we via genieën en wijzen uiteindelijk weer thuiskomen bij 3A. In ieder geval zal dan onderweg de wereld er een beetje mooier, aangenamer en leefbaarder uitzien.

donderdag 17 november 2011

3A en de andere goden I
Op de keper beschouwd en met een beetje goede wil, komen de goden van alle religies prachtig overeen. De boeddhisten kennen geen God. De joden en de moslims houden het bij één God, zonder drievuldigheid. De christenen kennen één God met de drievuldigheid van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De Hindoes hebben meerdere goden. De confucianen ook, maar zoals bij de taoïsten is Tao wel de belangrijkste. 3A is één God, zonder drievuldigheid, waarbij zijn drie eigenschappen gebruikt worden om hem te benoemen. Eigenlijk mag 3A geen naam hebben en mogen we hem geen eigenschappen toekennen, maar omdat we mensen zijn, doen we dat toch, omdat we anders niet over hem kunnen praten.
De drie eigenschappen die we aan 3A toekennen, corresponderen met de drie delen van de mens zoals we eerder gezien hebben. We kunnen nu proberen de andere goden in te passen in dat plaatje. Ik wil er enkele goden van de Egyptenaren bijhalen, omdat die ook een drietal hebben: Osiris, heerser van het dodenrijk, Isis, godin van de vruchtbaarheid en Horus, hun zoon. Tao is de Al-Eenheid, deze verwekt het tweevoud van Yang, het scheppende en Yin, het ontvangende. Uit dit dualisme van de oerkrachten ontstaat de wisselwerking, de tienduizend schepselen. Brahman is de eeuwige Algod, de wereldziel. Brahma is de schepper van de wereld, Vishnoe is de beschermer die de wereld in stand houdt, Shiva is de vernietiger.



Zo te zien worstelden en worstelen alle volkeren met die “grote onbekende”. Voor mij is 3A het godsbeeld dat mij het beste ligt. Hierin kan ik mij vinden. Dat is de kapstok waaraan ik mijn persoonlijke groei kan ophangen en waarmee ik mijn innerlijke rijkdom kan vergroten. 3A is puur. Met 3A kan ik mezelf zijn, met 3A kan ik meewerken aan een betere wereld, te beginnen bij mezelf en mijn directe omgeving. Met 3A kan ik meewerken aan de evolutie van de mensheid.

dinsdag 15 november 2011

Evaluatie Wereldreligies IX

Mediteren, zen, zazen, contemplatie, bidden: komt dit allemaal niet op hetzelfde neer? Volgens mij wel. We hebben hier te maken met handelingen analoog met de alfa-techniek. De persoon in kwestie trekt zich terug, neemt een gemakkelijke houding aan, controleert zijn ademhaling, ontspant zich, sluit zijn vijf zintuigen zoveel mogelijk af, maakt zijn geest zoveel mogelijk leeg en concentreert zich op een probleem, een vraag, een smeekbede, een komende gebeurtenis of op helemaal niets. Hierbij wordt een gebed of een mantra opgezegd, wordt gelezen uit een heilig boek, wordt een rozenkrans, een gebedswieltje, een gebedskruis gehanteerd, worden bewegingen uitgevoerd. Dit alles om de meditatie of het gebed kracht bij te zetten. Wat is het nut van bidden, mediteren, alfa? Ik verwijs hier naar hetgeen ik over alfa verteld heb in het hoofdstuk “Alfatraining, NLP, Gestalt, Bio-energie”. Voor mij zit het grootste nut in het feit dat deze handelingen toelaten persoonlijk te groeien. Men komt tot rust, men vermindert eventuele stress, men kan slechte gewoontes afleren en goede aanleren, men kan zich voorbereiden op moeilijke taken, men vergroot zijn inzichten, men kan zich herprogrammeren … Merk op dat hierbij de persoon die mediteert of bidt, zelf werkt aan hetgeen hij wil bereiken. Ik vind bidden, waarbij aan God iets gevraagd wordt voor zichzelf of voor iemand anders, eerder ongepast. Zeker wanneer men iets vraagt voor zichzelf. 3A is een onpersoonlijke God, 3A luistert niet wanneer men hem iets vraagt, 3A geeft niets, geen goede en geen slechte dingen. Iets vragen is zijn eigen verantwoordelijkheid min of meer ontlopen. Waarom steeds weer gunsten en dingen vragen aan anderen, waarom steeds weer vanalles verwachten van anderen? Waarom niet zelf voortdurend aan zijn eigen geluk en dat van anderen werken, waarom niet eerder geven aan anderen dan dingen aan hen vragen? Vragen is egoïstisch, geven is altruïstisch en schenkt meer voldoening.



zaterdag 12 november 2011

Evaluatie Wereldreligies VIII
De volgende pijlers van de islam zitten in de goede hoek: “Vasten en onthouding tijdens de ramadan” bevordert de zelfcontrole en “Aalmoezen geven aan de armen en de noodlijdenden” spoort aan tot onthechting van aardse goederen. Wij mensen vinden “zich iets ontzeggen” in deze tijd belachelijk. “Waarom zouden we?” Nochtans kan onthouding, matigheid in eten en drinken, ja zelfs vasten, een geweldige voldoening schenken. Het gevoel dat men zijn lichaam en zijn verlangens onder controle heeft, is geweldig. Het tegenovergestelde kan leiden tot een gevoel van hulpeloosheid en machteloosheid, kan het zelfvertrouwen ondermijnen en kan iemand opzadelen met enorme schuldgevoelens. Aalmoezen geven, anderen materieel helpen, bij klanten niet steeds uit zijn op de laatste euro, gaat de goede kant op: loslaten, onthechten, weinig belang hechten aan materiële rijkdom. De christenen, onder anderen, staan deze principes ook voor.

donderdag 10 november 2011

Evaluatie Wereldreligies VII
Het christendom bevat erg veel positieve uitspraken, zeker die van Jezus zelf afkomstig zijn. “Bemint uw naaste gelijk uzelf.” We maken allemaal deel uit van een groter geheel, wij zijn onderdelen van één groot lichaam: 3A. Hierop doordenkend komen we automatisch op meer verdraagzaamheid en rechtvaardigheid. Ieder onderdeel van ons eigen lichaam wil toch ook dat ieder ander onderdeel van ons lichaam goed functioneert. Wanneer alle onderdelen in orde zijn, floreert het systeem van hogere orde. “Daarom zeg ik u: Weest niet bezorgd voor uw leven, wat ge zult eten of wat ge zult drinken en ook niet voor uw lichaam, wat ge zult aantrekken. Is het leven niet méér dan het voedsel en het lichaam niet méér dan de kleding?” “Maakt u dus niet bezorgd voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen leed.” Dit betekent voor mij: hier en nu werken en leven, genieten van de kleine dingen, geen onnodige zorgen maken, positief denken, vertrouwen hebben in onszelf en het leven. Innerlijke rijkdom is belangrijker dan materiële rijkdom. “Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt. Want met het oordeel dat gij velt, zult gij geoordeeld worden en de maat die gij gebruikt, zal men ook voor u gebruiken. Waarom kijkt gij naar de splinter in het oog van uw broeder en merkt gij de balk niet op in uw eigen oog?” Ik vind dat wij mensen een mening kunnen hebben, maar we hebben eigenlijk niet het recht te oordelen. Wat er in de wereld, in ons land, in onze buurt gebeurt, kunnen wij niet beoordelen, omdat wij niet voldoende informatie hebben en die we hebben is meestal eenzijdig. Onze partner, kinderen, familieleden en vrienden, collega’s, wie zijn wij om die te beoordelen? Ik vind dat wij dat recht niet hebben. Gebeuren er dingen die wij niet graag hebben, dan hebben we een krachtige techniek ter beschikking: assertiviteit. Van volwassene tot volwassene het probleem uitpraten, tot er een voor beide partijen aanvaardbaar compromis uit de bus komt. Gaat het over futiliteiten, aanvaard de ander dan zoals hij of zij is, wees verdraagzaam, pas je tolerantiegrens aan. Een volwassene die een andere volwassene berispt, ik vind dat niet kunnen. “Wat doe je nu weer! Waar trekt dat op! Je moet dat zo doen!” Een ouder-kind houding met afkeuringen tegenover een volwassene wekt agressieve reacties op en leidt tot verzuring van de relatie. Van de tien geboden zijn de volgende zonder meer universeel bruikbaar: “Vader, moeder zult gij eren. Dood niet, geef geen ergernis. Vlucht het stelen en bedriegen. Ook de achterklap en 't liegen. En begeer nooit iemands goed.” De joden houden zich ook aan de tien geboden.

woensdag 9 november 2011

Evaluatie Wereldreligies VI
De Chinese wereldbeschouwing heeft het over leven in harmonie met zijn omgeving en de kosmos. De kosmos is één geweldig mechanisme dat voortdurend bezig is met veranderen. De beide oerkrachten yang en yin liggen aan de basis van de onophoudelijke verandering van alle dingen. Bij het bestuderen van “Het boek der veranderingen” (I Ching) is de betekenis hiervan pas echt tot me gaan doordringen. Wij mensen zijn erg behoudsgezind. Iedere onverwachte verandering in ons leven kan ons ongelukkig maken. Wij zouden willen dat we alles wat we hebben, onze relatie, onze familie, onze job, onze woning, onze auto, onze beleggingen, onze … kunnen behouden en dat we ons alleen maar kunnen verbeteren. Iedere onverwachte verandering in negatieve zin haalt ons onderuit, betekent een extra probleem, bezorgt ons veel kopzorgen. Wanneer we er nu eens van uitgaan dat we elke nieuwe dag, ja elke nieuwe minuut een nieuwe, eventueel onaangename situatie voorgeschoteld kunnen krijgen, zijn we hierop voorzien, zijn we gewapend om de eventuele problemen aan te pakken. We plannen, maar gaan ervan uit dat we onze planning eventueel direct moeten aanpassen. We verwachten, maar gaan ervan uit dat we onze verwachtingen eventueel direct moeten inslikken. We zijn nieuwsgierig om te weten wat iedere volgende minuut ons zal brengen, erop vertrouwend dat we die nieuwe situatie ook weer op onze manier zullen aanpakken en doorkomen. Geen paniek! Rustig iedere minuut beleven. Dit werkt enorm bevrijdend en voorkomt veel angsten en frustraties.
Het uitgangspunt van de ethiek van Confucius, dat de mens van nature goed is en dat al het kwaad bij hem ontstaat door een gebrekkig inzicht, vind ik excellent. Dit wijst in dezelfde richting als enkele uitgangspunten van NLP, zoals neergeschreven in het hoofdstuk “Alfatraining, NLP, Gestalt, Bio-energie”: “Achter ieder gedrag steekt een positieve intentie” en “De kaart is niet het gebied - Het wereldbeeld is niet de wereld”. Mensen kiezen het beste, gegeven de keuzemogelijkheden waarover ze beschikken (in hun levensvisie, hun kaart, hun programma, hun volwassene-recorder). Het komt erop aan niet “de juiste” kaart te hebben, dat kan immers niet, maar een “zo rijk mogelijke” kaart, een levensvisie met enorm veel keuzemogelijkheden. Werken aan persoonlijke groei vergroot het inzicht. “Hebben” vertroebelt onze geest en zet ons aan tot onharmonische daden. “Zijn” is menselijk en maakt gelukkig.
Het taoïsme, en meer specifiek “Het Boek van de Weg en zijn Werking” (Tao Te Ching) van Lao-tse, heeft een enorme indruk op mij gemaakt. Om te beginnen komt de kosmologie van Lao-tse het best overeen met de beschrijving van 3A. Verder hebben we als het hoogste doel waarnaar de wijze moet streven: het meditatief zich verzinken in het eeuwige, de rustige begeerteloosheid en een terughoudendheid tegenover wereldse zaken. Speciaal vind ik het niet-handelen (wu-wei). Alle dingen op hun natuurlijk beloop laten, zich laten meedrijven met de stroom, niet tegen de natuur of zijn eigen geaardheid ingaan, niks forceren … het zijn raadgevingen waar ik volledig achter kan staan. Vechten tegen windmolens, het heeft Don Quichote alleen maar narigheid opgeleverd. Wat nederigheid en bescheidenheid aangaat, ook hierover is Lao-tse verkwikkend. “Wees nederig en je zult volkomen blijven. Wees gebogen en je zult recht blijven. Wees leeg en je zult vol blijven.” “De wijze schuift zichzelf niet naar voren, daarom blinkt hij uit. Hij beveelt zichzelf niet aan, daarom valt hij op. Hij looft zichzelf niet, daarom heeft hij verdienste. Hij verheerlijkt zichzelf niet, daarom munt hij uit. En omdat hij met niemand wedijvert, kan niemand in de wereld zich met hem meten.” “Wie weet, spreekt niet; wie spreekt, weet niet. Wie waarachtig is, is niet praalziek; wie praalziek is, is niet waarachtig. Wie geleerd is, is niet wijs; wie wijs is, is niet geleerd. Daarom spreidt de wijze zijn verdiensten niet ten toon.” Ten slotte komt de juiste houding van de gezagdragers nog aan bod. “Het volk verhongert. Omdat de ambtenaren zware belastingen heffen, daarom verhongert het. Het volk valt moeilijk te regeren. Omdat de ambtenaren zich met hun zaken bemoeien, valt het moeilijk te regeren.”

zaterdag 5 november 2011

Evaluatie Wereldreligies V
Wat verdraagzaamheid aangaat, hier staan de oosterse religies stukken verder dan de westerse. “Missionering” vinden we voornamelijk terug bij het christendom en de islam. Het hindoeïsme vertoont een erg grote verdraagzaamheid, zowel ten opzichte van de eigen aanhangers als ten opzichte van de leden van andere godsdiensten. Ook het boeddhisme is altijd verdraagzaam geweest ten opzicht van andere godsdiensten. De onverdraagzaamheid van de christenen tegenover andersdenkenden resulteerde destijds in kruistochten, inquisities, heksenverbranding en kettervervolging. Het oorlogszuchtige karakter van de islam blijkt uit het gebod tot de heilige oorlog die moet dienen om de religie van de profeet te verbreiden. In grote lijnen zijn de betrachtingen van alle religies dezelfde. Iedere godsdienst vindt zichzelf de beste en wil dat aanhangers van andere godsdiensten bij hun “club” zouden aansluiten. Dit heeft al veel godsdienstoorlogen en regionale conflicten tot gevolg gehad. Ook vandaag nog worden er veel mensen gedood in naam van “de betere zaak”. Godsdienstvrijheid en verdraagzaamheid ten opzichte van andere godsdiensten vormen de basis tot een vredelievende samenleving en tot de persoonlijke groei van ieder lid van die samenleving.
De “vier edele waarheden” van het boeddhisme vind ik prachtig. Deze komen overeen met hetgeen ik in het hoofdstuk “In de ban van de ring en de LEM-mobiel” heb geschreven over het “loslaten” en in het hoofdstuk “Territoria en assertiviteit” over de “techniek van de nulverwachting”. Wanneer men kan loslaten, zich kan “onthechten” van alle materiële dingen, wanneer het geen drama is als men deze kwijtspeelt, men er niet onderdoor gaat wanneer men veel of alles verliest, dan is men op weg naar gelukkig zijn. Wanneer je bij een vraag of een verzoek aan anderen niets verwacht en het antwoord is “nee”, is er niets aan de hand. Je hoeft je verwachting of je verlangen niet in te slikken. Is het antwoord “ja”, dan word je vervuld met blijdschap, je krijgt iets dat je niet verwachtte. Wanneer je niets verwacht, is alles wat je krijgt een geweldig cadeau! “Begeerteloosheid lost alle lijden op!” Iets om over na te denken.

maandag 31 oktober 2011

Evaluatie Wereldreligies IV
Wat engelen betreft: die zie ik niet zitten. Wanneer God onpersoonlijk is, wanneer God alomvattend is, heeft hij geen boodschappers of helpers nodig. Hij is alles en alle dingen gebeuren gewoon. Voor hem gebeuren ze synchroon, in het eeuwige nu. Soms gebeurt het dat we aan een erge ramp, een zwaar ongeluk of zelfs aan de dood ontsnappen. Is er dan een engelbewaarder aan het werk geweest? Het lijkt er soms op. In onze driedimensionale wereld is het precies alsof iemand ons beschermd heeft. Begrijpelijk dat we die iemand dan bijvoorbeeld een “engel” noemen. Van op afstand bekeken, gaat het over neutrale gebeurtenissen zoals er zovele zijn. Van dichtbij, voor ons is het aangrijpend, omdat ons leven op het spel stond. Hoe zit het dan met duivels? Duivels zijn gevallen engelen. Zij vormen de tegenpool van de engelen: engelen zijn goed, duivels zijn slecht. Maar zoals de mensen “goed” en “kwaad” hebben uitgevonden, zo hebben ze ook de duivel uitgevonden. De mens had duivels nodig om die de schuld te geven van zijn eigen onnatuurlijke, niet-harmonische, zeg maar “slechte” daden. Weeral een truc om zijn eigen verantwoordelijkheid te ontlopen.
Wat bij de meeste religies benadrukt wordt, is dat de mens zelf verantwoordelijk is voor zijn daden. Dit vind ik een uitstekend principe. Wij mogen onszelf zijn, wij kunnen kiezen wat we doen en wat we laten, wel moeten we de gevolgen erbij nemen. Onze verantwoordelijkheid kunnen en mogen we niet ontvluchten. Tevens betekent dit dat we best ophouden met anderen steeds maar de schuld te geven telkens als er iets mis loopt. Hebben we een probleem, dan hebben we dit meestel zelf veroorzaakt (zie: “de vier edele waarheden” van het boeddhisme) en dan zijn wij de enigen die dat kunnen oplossen. Anderen kunnen wel helpen door te luisteren, mee te voelen, ideeën aan te brengen en een handje toe te steken wanneer erom gevraagd wordt. Maar het geluk ligt in onze eigen handen. We hoeven het maar te grijpen, dit wil zeggen: er zelf aan werken. Bovendien werkt dit principe meer bevrijdend dan het collectivistische idee van het christendom, waarbij het individu, indien het in Christus gelooft, van zonde wordt bevrijd, omdat Christus met zijn offerdood de zonde van de mensheid heeft weggenomen. Dit lijkt een beetje op chantage: wij zijn zondig, willen we gered worden, dan moeten we in Christus geloven. Het uitgangspunt lijkt me verkeerd. Hoe kunnen wij zondig zijn? De bezieling, die van een onschuldig hoopje “stof en as” een mens maakt, komt uit de levensadem van 3A! Als we niet zondig zijn, hoeven we ook niet van zonde gezuiverd te worden.

zaterdag 29 oktober 2011

Evaluatie Wereldreligies III
Wat de leer van het karma en de reïncarnatie betreft, daar heb ik het moeilijk mee. Een bezieling die bij de dood een mens verlaat, keert terug naar een voor ons onbegrijpelijke “wereld”. Maar ik aanzie dit eerder als een opgaan in een groter geheel, eerder dan dat de individuele “bezielingen” even naast elkaar gaan zitten wachten totdat ze een volgende mens gaan bezielen bij diens bevruchting. Ik verwijs hier naar de figuur “De evolutie van de kosmos” van vorig hoofdstuk. Ik zie de bezieling als het gas in een ballon met uitstulpingen. Wanneer een uitstulping verdwijnt, trekt het gas zich terug en lost het op in het geheel. De gasdeeltjes van de uitstulping vermengen zich met deze in het grote reservoir. Ze blijven niet mooi bijeen totdat ze in een volgende uitstulping terechtkomen. De reïncarnatie van het boeddhisme gaat een beetje die kant op. Bestaat reïncarnatie dan niet? Ik weet het niet. Misschien wel. Maar voor mij hoeft het niet. Regressie, waarbij een persoon onder hypnose in gedachten terugkeert naar een van zijn vorige levens en op die manier soms frappante dingen over dat leven te weten komt, kan evengoed verklaard worden zonder reïncarnatie. De nieuwe bezieling, die helemaal opnieuw is “samengesteld” uit flarden van diverse andere bezielingen, is immers in een “wereld” geweest waar alle informatie voorhanden was en kan daarvan eventueel diverse vage herinneringen meegebracht hebben. Maar deze zijn dan volgens mij onsamenhangend, ze komen van overal uit het grote reservoir, eerder dan dat het de chronologische belevenissen van een unieke bezieling zijn. Misschien speelt BZW, buitenzintuiglijke waarneming, ook wel mee. Hierover verder meer.
En dan het karma. Zoals we weten, is het karma van een persoon de som van alle goede en slechte daden en gedachten van die persoon tijdens zijn aardse bestaan. Stel dat reïncarnatie bestaat. Wanneer het karma bepaalt in wat we zullen reïncarneren, kunnen we ons te gemakkelijk afmaken van onze verantwoordelijkheden. “Ooit bereiken we wel de verlossing, is het niet in dit leven, dan wel in een volgend leven. We hebben al de tijd. Nu gaan wij ervan profiteren. In een volgend leven zien we dan wel weer.” Dit lijkt me geen goed uitgangspunt. De verlossing bereiken als motivatie voor goed handelen, lijkt me niet sterk genoeg. Heel veel “verloste mensen” kan niet het einddoel zijn. Er staat iets groters te gebeuren. De kosmos evolueert, de mensheid evolueert. Deze evolutie verloopt neutraal. Er worden geen goede en slechte daden verricht, er gebeuren geen rampen en catastrofen. Alles wat gebeurt, gebeurt gewoon en maakt deel uit van “het grote gebeuren”. Er bestaat voor 3A en de evolutie geen goed en geen kwaad, alles is neutraal. 3A oordeelt niet. Wij mensen hebben op bepaalde handelingen het etiket “goed” geplakt en op andere “slecht”. Wij hebben die ethische begrippen nodig in onze samenleving, wil deze harmonisch kunnen functioneren. 3A is allesomvattend, heeft geen gevoelens en kent geen goed en kwaad. Welke motivatie is dan sterker om ons tot harmonisch handelen aan te zetten? Wat is dan de zin van ons leven? Onze betrachting kan zijn: bij te dragen tot de evolutie van de mensheid om zo te komen tot een betere wereld waarin het goed is te leven en dit door zo harmonisch mogelijk te leven met een “gevoel van gelukkig zijn” als beloning. Na de dood wordt onze bezieling opgenomen in het grotere geheel, waarbij onze identiteit wordt uitgesmeerd. Ons bewustzijn verdwijnt in het kosmisch bewustzijn, in de alwetendheid van 3A. Onze beloning na de dood bestaat erin dat onze taak volbracht is, dat we er niet meer alleen voor staan en dat we een gevoel van volheid ervaren als deel van het geheel. We beleven de “eeuwige gelukzaligheid”. Het is volgens mij dus niet de bedoeling dat er zoveel mogelijk “mensen” de verlossing bereiken en dat is het dan, zonder verdere evolutie. Ik geloof veeleer dat een deel van de mensheid verder gaat evolueren via genieën en wijzen naar 3A. Ieder individu wordt de kans geboden hieraan mee te werken. Het individu is niet belangrijk, de evolutie van de mensheid en van de kosmos is dat wel.

vrijdag 28 oktober 2011

Evaluatie Wereldreligies II
Welke zijn de positieve elementen die er in de verschillende wereldreligies te vinden zijn? Hoe verhoudt zich 3A tot de goden in de diverse religies? Heeft de studie van de wereldreligies mij ertoe gebracht om mijn godsbeeld te wijzigen? Een overzicht.

Wat de vier hier aangehaalde punten betreft, spreken de oosterse religies me het meest aan. Ik kan moeilijk geloven dat het met de kosmos afgelopen is, eenmaal de wereld is vergaan. Het is niet te vatten, maar ergens voel ik intuïtief aan dat er na dit heelal een volgende wereld tot stand komt. En na die wereld weer een volgende, enz. Na de eindkrak, of iets dergelijks, komt er weer een oerknal. Wanneer het heelal verdwijnt, wordt het terug omgezet in de oorspronkelijke oerenergie. Zal God er dan genoeg van hebben, zal hij met pensioen gaan? Ik denk het niet. Alle energie verdwijnt in het “niets” om er onmiddellijk weer uit te komen. Een volgende oerknal heeft plaats en we zijn weer vertrokken met een nieuwe kosmos. Het lijkt me logisch dat dit een steeds weerkerende manifestatie van God is. Het is precies alsof God voortdurend uit- en inademt. Voor hem gebeurt dat in een fractie van een seconde, in het eeuwige nu, voor ons betekent dat een tijdsverloop van miljarden jaren.
Een persoonlijke God, een God die op de uitkijk staat, ons in de gaten houdt, ziekte en ellende op ons afstuurt, ons soms geluk laat hebben en soms gelukkig laat zijn, ons “op het einde van de wereld” beoordeelt, ik zie dat niet zitten. Als God bestaat, is die volgens mij helemaal niet bezig met het besturen van de wereld. Hij “is” gewoon de wereld. Hij omvat alles, hij bezielt alles, hij “is” alles. Wij zijn maar een heel klein radertje in die grote machinerie. Wij zijn totaal onbelangrijk. Het enige wat wij kunnen doen, is gesmeerd meedraaien, is ons zo harmonisch mogelijk in te passen in onze leefwereld, is samen met onze medemensen een zo gelukkig mogelijk leven te leiden, is zo ethisch mogelijk te handelen volgens de wetten van de natuur, is zo weinig mogelijk onnatuurlijke dingen te doen, is de zedelijke orde die in de kosmos is ingebouwd na te leven.

woensdag 26 oktober 2011

Evaluatie Wereldreligies I


Ik steek het niet onder stoelen of banken, de studie van de wereldreligies vind ik enorm boeiend en verrijkend. Aan de ene kant treffen we een enorme verscheidenheid aan van begrippen, voorstellingen, voorschriften, regels, interpretaties en verklaringen en aan de andere kant heb ik de indruk dat de betrachtingen van alle religies dezelfde zijn. Eenvoudig gezegd: “Wij mensen weten niet veel, er zijn dingen waar we niet bij kunnen, alles wijst erop dat er nog iets is dat we niet kunnen vatten, dat iets boezemt ons ontzag en tevens ook angst in, laten we die grote onbekende dan maar projecteren in iets dat we Brahman, Tao, Jahwe, God, Allah … noemen”. De invulling van dat godsbegrip is verschillend afhankelijk van de tijdsperiode waarin en de landstreek waar die heeft plaats gehad. De wetenschap was nog niet erg ver gevorderd toen de verschillende godsdiensten ontstonden. De voorstellingen en verklaringen kwamen tot stand met de terminologie en het begripsvermogen van toen. De religies zijn in de loop van de eeuwen wel geëvolueerd, maar hun uitgangspunten zijn in grote lijnen dezelfde gebleven. Een en ander lijkt me verouderd en is aan een grondige herziening toe. Wij mensen hebben nood aan een "al of niet transcendente" houvast, maar het lijkt mij dat een eventuele nieuwe godsdienst moet vertrekken van de stand van de wetenschap zoals we die nu kennen. Tevens is het aangewezen om op een zo objectieve manier als mogelijk is, alle positieve elementen van de bestaande religies erin op te nemen of er alleszins eens serieus naar te kijken.
Voor mij is de evolutie van een persoonlijke God, een God die zich persoonlijk met iedereen bezighoudt, naar een onpersoonlijke God, waarvan eenieder zich een eigen beeld vormt, de meest aangewezen ontwikkeling, omdat ik denk dat de evolutie via genieën en wijzen, uiteindelijk bij 3A terechtkomt. Zie het hoofdstuk “3A, een onpersoonlijke God”. In “clubverband” een religie beleven, waarbij iedereen gelooft wat “de club” voorhoudt en doet wat “de club” voorschrijft, waarbij iedereen hetzelfde godsbeeld heeft, houdt verstarring in en onverdraagzaamheid tegenover de andere “clubs”, de andere godsdiensten. Een doorgroei naar genieën en wijzen gebeurt volgens mij niet collectief, maar eerder individueel, via persoonlijke groei, waarbij op bepaalde ogenblikken bepaalde individuen de evolutie een hele stap vooruit helpen.

dinsdag 25 oktober 2011


Islam IV

De gebedshuizen van de moslims zijn de moskeeën. Beelden, afbeeldingen en symbolen vindt men er niet. Priesters kennen ze niet, een islamitisch voorganger wordt een imam genoemd. In de Arabische landen is de imam theoloog van opleiding. Daar wordt hij als een soort ambtenaar door de staat betaald. De oproeper (muezzin) roept vanaf de minaret op tot het gebed, soms met behulp van een luidspreker. Het gebed heeft vijf keer per dag plaats op vaste tijdstippen: vóór zonsopgang, op de middag, aan het einde van de namiddag, na zonsondergang en in de late avond. De ramadan, de vastenmaand, is de negende maand van het islamitisch jaar. Vasten betekent: niet eten, drinken, roken, parfum gebruiken of seksueel verkeer hebben gedurende de dag (vanaf zonsopgang tot zonsondergang). Aan het einde van de vastenmaand wordt een groot feest gehouden: het suikerfeest. De moslims moeten 2,5 % van hun inkomen aan de armen geven. De islam kent drie heilige steden: Mekka, Medina en Jeruzalem. De heiligste plaats van de moslims is de moskee in Mekka. Deze is gebouwd rond de Kaäba, een kubusvormig gebouw van ruwe steen waar “de zwarte steen”, een basalten meteoriet, in de oostelijke muur is ingemetseld. Deze zwarte steen zou uit de hemel gevallen zijn als teken van het eerste verbond tussen God en de mensheid. Tijdens de jaarlijkse pelgrimstocht (hadj) moeten de pelgrims in tegenwijzerzin zeven maal rond de kaäba trekken. Moslims geloven in het laatste oordeel. De hele mensheid zal tot leven worden gewekt en worden beoordeeld door God met de hemel als beloning of de hel als eeuwige straf.


Belangrijke moslimlanden zijn: Afghanistan, Algerije, Bangladesh, Egypte, Indonesië, Irak, Iran, Jordanië, Koeweit, Libanon, Libië, Marokko, Mauritanië, Pakistan, Saoedi-Arabië, Senegal, Somalië, Syrië, Tunesië, Turkije, Verenigde Arabische Emiraten …

maandag 24 oktober 2011

Islam III
De levensbeschrijvingen van Mohammed evolueerden in de loop van de tijd, zoals bij alle religies gebeurde met de stichter, naar een ideaalbeeld. Dit ideaalbeeld van de profeet is er een van een wijze zonder woorden, van een weldoener die zieken genas, wonderen verrichtte met voedsel, doden opwekte en van een heilige. Zijn ouders namen tijdens de korte tijd dat ze weer levend waren snel de islam aan en verdienden zo het paradijs. Op het gevleugelde paard Burak gezeten maakte hij een nachtelijke reis, eerst naar Jeruzalem en daarna naar de hemel om er met God te onderhandelen over de religieuze verplichtingen van de gelovigen. Hij liet een nieuwe staat met een nieuw geloof na hetgeen door zijn volgelingen als ideaal werd bestempeld. Alhoewel hij onbetwistbaar een geniale godsdienststichter, een uitmuntend staatsman en een beminnelijk persoon was, was hij geen edele, geen wonderdoener, geen wijze en geen boven de wereld staande heilige. Ondanks zijn rijkdom en macht leefde hij evenwel eenvoudig. Slechts in drie opzichten permitteerde hij zichzelf alle luxe: goed eten (schapenvlees, dadels, honing, komkommers en meloenen), reukwaren (muskus) en vrouwen (na de dood van zijn vrouw verleende hij zichzelf het voorrecht te mogen trouwen met een onbeperkt aantal vrouwen in plaats van met de wettelijke vier).

De kern van de islam zit in het geloof in één God, Allah en de verwerping van alle afgoden, in het geloof in Mohammed als de boodschapper van God en in het geloof in het laatste oordeel. De openbaringen die Mohammed tijdens zijn leven ontving, zijn neergeschreven in het heilige boek, de Koran. Deze omvat 114 soera’s (hoofdstukken). De islam aanziet de koran als het laatste boek dat God geopenbaard heeft en Mohammed als de laatste profeet. Bij de islam zijn godsdienst en politiek nauw met elkaar verbonden en bestaat er geen scheiding tussen religieuze en wereldlijke plichten. De islam is zowel een religie als een leefwijze. De moslim mag geen varkensvlees eten en geen wijn drinken. De besnijdenis is algemeen gebruikelijk. De moslim mag tot vier vrouwen hebben en bovendien seks hebben met de hem toebehorende slavinnen. De vrouwen zijn in het openbaar meestal gesluierd. Heidenen moeten bestreden worden totdat ze de islam aangenomen hebben. Het oorlogszuchtige karakter van de islam blijkt vooral uit het gebod tot de heilige oorlog die moet dienen om de religie van de profeet uit te breiden. De Franse filosoof Blaise Pascal zegt in zijn werk “Les Pensées”: “Mohammed heeft een heerschappij gevestigd door te vermoorden, Christus door zich te laten vermoorden”.

zaterdag 22 oktober 2011

Islam II
Mohammed (d.w.z. “de geprezene”) werd geboren in Mekka op het Arabisch schiereiland (het huidige Saoedi-Arabië) in 570 na Christus. Zijn vader Abdallah en zijn moeder Amina stierven vroegtijdig. Hij werd opgevoed door zijn grootvader en door een oom. Na een harde jeugd, waarin hij als herder moest bijdragen tot het levensonderhoud van zijn familie, trad hij als kameeldrijver in dienst van de welgestelde koopmansweduwe Khadija. Hij wist haar vertrouwen te winnen en trouwde met haar, alhoewel ze ongeveer vijftien jaar ouder was. Zo werd hij een rijke koopman en ondernam grote succesrijke handelsreizen. Op deze reizen kwam hij in contact met joden en christenen. Gaandeweg werd hij een zwijgzame piekeraar die zich meer en meer met religieuze problemen ging bezighouden. Hij was geen bijbelkenner. Via vasten en gebed trachtte hij zelfstandig tot inzicht te komen. Toen hij veertig jaar oud was, had hij in een grot in de buurt van Mekka een visioen. Terwijl hij sliep, verscheen hem de engel Gabriël die hem vroeg de vijf versregels te lezen die op een zijden doek geschreven stonden. Mohammed kon lezen noch schrijven, maar door toedoen van Gabriël gebeurde er een wonder en het gelukte hem. Toen hij wakker werd en de grot verliet, hoorde hij een stem die zei: “Mohammed, jij bent de gezant van God en ik ben Gabriël”. Daarna zou de profeet nog meer openbaringen hebben gekregen die hem in zijn goddelijke missie bevestigden. Tot aan zijn dood kreeg hij steeds weer nieuwe ingevingen, die hij betitelde als van God afkomstig. Tijdens deze inspiraties geraakte hij in een bepaalde lichamelijke toestand. Hij viel ter aarde, beefde en zweette en er kwam schuim op zijn mond. Mohammed begon zijn inzichten te verkondigen, maar bij de polytheïsten van Mekka had hij niet veel succes. Daarom trok hij naar Yathrib, het huidige Medina (d.w.z. “stad van de profeet”) waar hij veel volgelingen kreeg. Hier ontpopte hij zich tot een vooruitziend, maar ook gewetenloos staatsman die erop uit was zijn macht te verstevigen en uit te breiden. Hij overviel karavanen van Mekka, veroverde steden, sloot een vredesverdrag met Mekka en nam het later in. De Kaäba zuiverde hij van afgodsbeelden en maakte het tot de centrale bedevaartplaats van zijn geloof. Hij ontdeed zich van enkele personen die hem beledigd hadden. Overladen met roem keerde de profeet terug naar Medina waar hij stierf in 632 na Christus.

vrijdag 21 oktober 2011

Islam I
Islam betekent “Overgave aan Gods wil”. De stichter van de islam is Mohammed. De aanhangers van de islam worden moslims, soms ook wel mohammedanen genoemd. Hun voornaamste uitspraak is: “Er bestaat geen God buiten Allah en Mohammed is zijn profeet”. Volgens de koran, het heilige boek van de moslims, waren Adam, Abraham, Ismaël (zoon van Abraham en Hagar), Isaak (zoon van Abraham en Sara), Jakob, Jozef, Mozes, David, Salomo, Johannes en Jezus rechtschapen personen die het ware geloof bezaten en de leer van Mohammed voorbereidden. Abraham wordt via Ismaël aanzien als de stamvader van de Arabieren en via Isaak deze van de Joden. Voor Ismaël werd de Kaäba te Mekka als heiligdom en voor Isaak de Tempel te Jeruzalem opgericht. Hierop voortbordurend kan men de islam als de Arabische vorm van het monotheïsme van Abraham en als een parallelle vorm van het jodendom typeren, eerder dan een aan de Arabieren aangepast christendom. Alhoewel Mohammed Jezus als een profeet aanzag, aanvaardde hij hem niet als de zoon van God en daarom wees hij de drievuldigheid van God af. Mohammed heeft ook geen hoogstaande ethiek verkondigd (zoals Jezus in zijn bergrede) en hij stichtte eerder een wereldse staat dan “een rijk dat niet van deze wereld is”. De islam is het jodendom voorbijgestoken omdat de islam via Mohammed “nieuwe openbaringen met een hogere waarde” bekomen heeft.

Het Arabisch schiereiland was in de zevende eeuw na Christus bevolkt door talrijke stammen die voortdurend met elkaar in conflict lagen en die in religieus opzicht nog erg primitief waren. Ze hielden er meerdere godheden op na, afgebeeld in steen en hout. De traditie van de stam, de deugden van de voorvaderen, het buitensluiten van de vreemdelingen en de verplichting tot de bloedwraak bepaalden hun geestelijk leven. Dit land werd de geboortegrond van een wereldomspannende religie, van een staat die de Arabieren verenigde en van een cultuur die als vierde grote plaats heeft genomen naast die van het Westen, India en China.