dinsdag 13 juli 2010

Alfatraining I
Tijdens mijn eerste cursus astrologie kwam ik in contact met mensen die zich met verschillende andere zaken uit de wereld van het “paranormale”, van het “ongewone” bezighielden. Eigenlijk is met die eerste cursus astrologie voor mij een heel nieuwe wereld opengegaan. Ik heb mensen ontmoet die zich toelegden op pendelen, wichelroede lopen, kaartleggen, hypnotiseren, spiritisme, numerologie ... Wat me in eerste instantie interesseerde was het ontdekken van de latente, verborgen en slapende mogelijkheden van onze mentale vermogens, van onze geest. Met mijn buurman ben ik naar een sessie “initiatie alfatraining” geweest en dit deed me besluiten om een volledige alfatraining te volgen.

Onze hersenen produceren continu elektrische golven (potentiaalverschillen die evenwel erg klein zijn: 50 tot 100 microvolt). Deze hersengolven kunnen opgemeten en geregistreerd worden met behulp van een elektro-encefalograaf. Dit toestel meet de elektrische activiteit van de hersenen en registreert de golven als schommelende curven op papier met behulp van een penschrijver. Dit levert het zogeheten elektro-encefalogram (EEG). Al naargelang de situatie waarin we verkeren, zijn onze hersengolven sneller of trager, meer of minder intens. De frequentie van deze golven wordt uitgedrukt in trillingen per seconde of Hz (Hertz). Bij de overgang van waken naar slapen wordt de frequentie van de hersengolven steeds kleiner.


In waaktoestand vertonen onze hersenen bètagolven met trillingsfrequenties boven de 14 Hz. Tussen waken en slapen vertraagt het ritme van de golven, we krijgen alfagolven met frequenties tussen 7 en 14 Hz. Vallen we in slaap, dan vertragen de hersengolven nog verder. Na een periode van ongeveer anderhalf uur (90 minuten) min of meer diepe slaap komen we weer terecht in een lichte slaaptoestand, waarbij we dromen en snelle oogbewegingen maken (REM = rapid eye movements). Tijdens de REM-periode treden ook alfagolven op. Naarmate we meerdere periodes van anderhalf uur geslapen hebben, wordt de duur van de REM-periode langer. De totale duur van onze slaap is best een veelvoud van anderhalf uur plus de duur van de REM-periodes. B.v.: vijf periodes van 90 minuten plus de REM-periodes maakt ongeveer acht uur, de slaaptijd van een normale volwassen persoon. Volgens mij kunnen we stellen dat het erg ongezond is de wekker te laten aflopen wanneer we in een diepe slaap verkeren: we worden immers van delta direct naar bèta gekatapulteerd! Wat we kunnen doen bij het zetten van de wekker, is onze interne biologische klok verwittigen van ons voornemen om op dat bepaald uur gewekt te worden. Onze biologische klok gaat dan de laatste slaapperiode hieraan aanpassen. Het beste is wakker te worden wanneer we uitgeslapen zijn, maar omdat dit meestal niet mogelijk is, werken we best met onze interne klok en laten deze ons wekken. Wanneer we toch gewekt willen worden door een wekker, valt een zacht spelende radio te verkiezen boven een alarm. Mensen die vertellen dat ze heel weinig dromen (d.w.z.: zich weinig dromen herinneren), zijn mensen die kordaat uit bed springen en actief aan de dag beginnen wanneer de wekker afloopt. Ze missen de laatste REM-periode en/of ze nemen niet de tijd om zich de droom te herinneren.
Met de waaktoestand, de toestand waarin we verkeren wanneer we niet slapen, de bètatoestand, zijn we vertrouwd. In deze toestand verkeren we wanneer we werken, eten, plezier maken, denken, spreken, onze zintuigen gebruiken … De andere toestanden of niveaus zijn ons minder bekend. Het thètaniveau en het deltaniveau kennen we als de mysterieuze toestanden waarin we verkeren, wanneer we slapen. Het alfaniveau, het niveau tussen slapen en waken, is de toestand die we naar believen kunnen oproepen, terwijl we toch bewust blijven van onszelf en onze omgeving. In het alfaniveau liggen enorme mogelijkheden die we in ons voordeel kunnen aanwenden. We kunnen er ons ontspannen, we kunnen er onze lichamelijke kwaaltjes genezen, we kunnen er onze batterijen opladen, we kunnen er ons voorbereiden op moeilijke taken (examen, speech, sportprestatie, vergadering, ontmoeting …), we kunnen er onze ongewenste gewoontes (roken, drinken, veel eten, snoepen ...) afleren en gewenste gewoontes (steeds vriendelijk zijn, positief denken, optimisme ...) aanleren, we kunnen er ons herprogrammeren (onze volwassene-recorder herwerken), ja we kunnen er zelfs doen aan buitenzintuiglijke waarneming (BZW). Hoe kan dat? Wat is de wetenschappelijke achtergrond hiervan?
Tijdens de REM-periodes dromen we. We verwerken en ordenen de gedurende de voorbije dag(en) opgenomen informatie en gevoelens, zodat we de volgende dag fris en monter (uitgeslapen!) ons actief leven kunnen hernemen. In onze dromen trachten we ook onze nog steeds niet volledig opgeloste complexen en frustraties te verwerken, hetgeen zich manifesteert in dromen die steeds maar terugkomen. B.v.: tanden die uitvallen (gemis aan affectie), men steelt onze wagen of aktetas (financiële onzekerheid), we moeten ons verdedigen tegen een groep kwaadwillige bengels (zich niet opgenomen voelen door de personen uit zijn omgeving), enz. Soms krijgen we via onze dromen voorspellende informatie door, zodat we kunnen spreken van voorspellende dromen. B.v.: we zien een kennelijk volkomen gezond persoon met een lijkbleek gezicht. Dit is een voorspellende droom wanneer die persoon kort daarna ook daadwerkelijk ziek wordt of zelfs sterft. Toen de dochter van mijn vriendin hoogzwanger was en met haar man plannen maakte om op een natuurlijke wijze te bevallen, kreeg ik volgende droom. Ik zag haar met een dikke ronde buik en plots zag ik het gezicht van haar kind dwars door de huid van haar buik heen. Daarna nam iemand de boreling gewoon uit haar buik, door de buikwand heen. Ik vertelde over deze droom en realiseerde me achteraf dat ik dit beter niet had gedaan. Dit zou kunnen wijzen op een keizersnede, hetgeen ze niet wilden. Het kind werd noodgedwongen geboren via een keizersnede, maar gelukkig verliep alles perfect. Dromen waarbij we bijvoorbeeld voortdurend op zoek zijn naar een wc die we maar niet kunnen vinden, zijn dromen die ons in de slaaptoestand willen houden, terwijl onze natuurlijke behoeften ons het bed uit willen. Er bestaan ook nog lucide dromen. Hierin realiseert men zich dat men droomt, maar tevens is men in staat zijn droom volledig te sturen. Men kan in een lucide droom doen wat men wil. B.v.: men kan boven een stad vliegen en wanneer men ergens een mooi meisje ziet, kan men er naartoe vliegen en het mooie kind lustig op de mond kussen. In het alfaniveau verkeren we in een toestand gelijkaardig aan de REM-periode, maar we zijn wel volkomen wakker. We zijn ons bewust van wat we doen. In de alfatoestand hebben we dezelfde mogelijkheden ter beschikking als tijdens de REM-periode, met dit verschil dat we van deze mogelijkheden “bewust” gebruik kunnen maken. In alfa kunnen we “bewust” doen wat we in onze dromen kunnen, we kunnen zelfs dromen “programmeren”.
In de bètatoestand overheersen onze mentale vermogens. We nemen via onze zintuigen voortdurend allerhande informatie in ons op, we beleven voortdurend van alles en nog wat, onze hersenen draaien op volle toeren. Voortdurend flitsen er allerhande wisselende beelden en gedachten door ons hoofd. Probeer je maar eens even op een citroen te concentreren. Die citroen blijft geen seconde staan op je mentaal scherm (tenzij je iemand bent die thuis is in meditatietechnieken). “Het liedje op de radio klinkt door, ik moet mijn telefoonrekening nog betalen, morgen komt mijn schoonmoeder op bezoek, iemand vraagt iets, ach ja, ik was aan een citroen aan het denken!” In bèta overheerst onze geest. De mentale laag van onze hersenen (neo-cortex), onze mentale vermogens (M) hebben de bovenhand. In alfa daarentegen brengen we onze mentale hersenlaag zoveel mogelijk tot rust, we maken onze geest leeg en concentreren ons op slechts één probleem. Op die manier krijgen onze andere hersendelen (de fysiologische laag, maar zeker ook de emotionele laag) een kans om mee te spelen. Onze hele persoon (LEM) is bij het gebeuren betrokken. In die toestand zijn we zeer suggestibel. In alfa zijn we zoals kleine kinderen: spontaan, erg beïnvloedbaar en vatbaar voor suggesties. In alfa staan we weer open voor de wildste en intiemste belevenissen. Onze verbeelding, creativiteit en intuïtie kunnen beter aan bod komen. In alfa zijn we in staat onze negentig procent ongebruikte mogelijkheden aan te boren. We kunnen onszelf van alles suggereren en spreken daarom van autosuggestie. Belangrijk is het zoveel mogelijk met beelden te werken. Hoe levendiger de beelden, hoe beter de resultaten.

Geen opmerkingen: