zaterdag 28 augustus 2010

Bio-energie I
Bio-energie heb ik gevolgd in firmaverband gedurende een week in Estepona in Spanje. Er waren deelnemers van andere bedrijven, maar de meesten waren collega’s van onze firma. Er waren enkel managers aanwezig en ook mijn rechtstreekse chef was er bij. Onze firma stuurde ons naar deze training om van ons flexibele mensen te maken. Personen die zich niet ingraven in hun job en bereid zijn aan jobrotatie te doen. De trainer was een dame. Ze gaf weinig theoretische achtergrond, de sessies bestonden voornamelijk uit oefeningen. De essentie van Bio-energie (zoals wij die beleefd hebben) is dat men bepaalde fysische inspanningen verricht, niet opgeeft wanneer het zwaar en moeilijk wordt, de laatste inspanningen eventueel laat vergezellen van geluiden (kermen en roepen) om tenslotte “door te slaan”, hetgeen betekent dat men in een sterk-emotionele toestand (eventueel gepaard gaande met wenen) terechtkomt, waarbij de trainer en de hele groep je opvangt en je toelaat een emotioneel veranderingsproces door te maken. Bio-energie kan men niet in zijn eentje doen (zoals alfa), dit gebeurt best (al of niet in groep) onder begeleiding van een psychiater of een psycholoog. Het resultaat is dat een dikwijls onbewuste frustratie naar boven komt en men de situatie waarin die frustratie zich heeft vastgezet kan overdoen of herbeleven zodat die frustratie opgelost wordt.
Hier wordt duidelijk een heel andere therapeutische methode gehanteerd dan bij de “klassieke” psychoanalyse waarbij een patiënt op een divan gaat liggen en waarbij de therapeut graaft in het verleden van de patiënt. De patiënt legt hierbij zijn gedachten, herinneringen, gevoelens, dromen en fantasieën bloot, terwijl de therapeut aandachtig naar hem luistert om de motieven achter zijn gedrag te begrijpen en te interpreteren. Zo stelt hij zijn diagnose en bepaalt van daaruit de richting van de therapie die hij samen met zijn patiënt wil inslaan. Hij “leert” de patiënt begrijpen waarom hij zich zo gedraagt en wat hij in de toekomst kan doen. De behandelingsperiode kan hierbij drie, vier of meer jaren in beslag nemen. De therapeut gaat uit van zijn “eigen” interpretaties en speculaties over de gebeurtenissen uit het verleden waarvan hij “veronderstelt” dat ze het actuele gedrag veroorzaken. De therapeut treedt hierbij op als de “genezer”, in tegenstelling tot het “zelf bewust worden van zijn probleem” en het “zelf oplossen ervan” die bij Bio-energie en Gestalt gestimuleerd worden en waarbij niet alleen “inzien”, maar ook een “gevoelsmatige verwerking” gehanteerd wordt (hetgeen vollediger en dus ingrijpender is). Methodes zoals Gestalt en Bio-energie brengen het probleem ook sneller aan de oppervlakte in het hier en nu en door het (eventueel) herbeleven en emotioneel verwerken van de vroegere situatie, komt men sneller tot resultaten. Tachtig procent van de aanwezigen op de training Bio-energie “sloeg door”. En telkens ving de groep, onder leiding van de trainer, de persoon in kwestie op en omringde hem met de aangepaste zorgen en vriendschap, waarna die persoon voor de rest van de week een heel andere mens was. De fysische inspanningen die werden gevraagd, waren velerlei: boksen op een kussen, trekken aan een handdoek, zitten op een “ingebeelde” stoel ... En de aandacht die een persoon die “doorgeslagen” was, kreeg, was ook divers: luisteren naar zijn verhaal, hem optillen en ronddragen in de tuin, hem feliciteren met zijn besluit ...

zondag 22 augustus 2010

Wat kan men nog doen in alfa?

Alles. Onze verbeelding is de beperking. Alleen negatieve dingen zoals zijn medemens kwaad willen berokkenen, ongelukken willen veroorzaken, zaken willen vernietigen ... zullen niet lukken in alfa. Wanneer men het toch zou proberen met een negatieve ingesteldheid, gaat dit niet ofwel komt men van alfa direct terug in bèta (de hersenfrequenties stijgen uit boven de 14 Hz). Iemand die zich een positieve en optimistische levenshouding wil aanmeten, plezier wil kunnen vinden in kleine dingen, zijn zelfvertrouwen wil vergroten ... kan dat bereiken met de alfamethode. Iemand die wil stoppen met roken, drinken, snoepen of te veel eten, kan in alfa dit bewerkstelligen. Met wilskracht alleen komt men er niet. Het vaste besluit nemen een ongewenste gewoonte af te leren, zou wel eens tot gevolg kunnen hebben dat de gewoonte zich nog dieper gaat vastzetten. De autosuggestie en de verbeeldingskracht die in alfa worden gehanteerd, kunnen wel leiden tot de gewenste resultaten. Het komt erop aan het resultaat: 1. te wensen, 2. te geloven dat het echt kan en 3. het ook echt te verwachten dat het komt of te willen dat het gebeurt.
Neem als voorbeeld: je eet te veel en/of te ongezond, je zou willen vermageren. Hoe ga je te werk? Aanvaard om te beginnen jezelf in je huidige situatie, zonder complexen, maar besluit jezelf te verbeteren. Bekijk jezelf in de spiegel. Wat zie je? Waar ben je niet tevreden mee? Wat wil je veranderd zien? Wat zijn de nadelen van je huidige zwaarlijvigheid? Schrijf deze nadelen in een kolom op een blad papier. Waarom wil je vermageren? Wil je echt vermageren? Wat zijn de voordelen van een slanke(re) figuur? Schrijf deze in een kolom naast de nadelen (de nadelen worden omgevormd tot voordelen). Volgende stap. Je weet dat het voedsel dat je eet in verhouding moet staan tot de arbeid die je verricht en de beweging die je hebt. Zijn deze twee in balans, dan verdik je niet en vermager je niet. Eet je meer dan je beweegt, dan verdik je. Om te vermageren kan je drie dingen doen: meer bewegen om meer verbranding te krijgen óf minder en gezonder eten óf beide. Meer bewegen én meer eten (omdat je meer beweging hebt gehad) haalt niks uit. Voor meer beweging kan je lopen, wandelen, zwemmen, fietsen ... Minder en gezonder eten is een groter probleem. Dikwijls eten we, of liever gezegd “snoepen” we, omdat we compensaties zoeken voor dingen die we missen (affectie, gezelschap, appreciatie ...) of voor dingen die we te veel hebben (stress, problemen, zorgen ...). Wat zou er gebeuren wanneer je minder zou eten, minder zou eten tussen de maaltijden? Wat zijn de nadelen wanneer je minder zou eten? Voorbeelden: knorrig en geïrriteerd rondlopen, gaan roken, geen blijf met jezelf weten ... Schrijf deze op in een derde kolom op je blad papier. Nu naar alfa. Ga in je laboratorium en bekijk jezelf op het scherm met een zwarte rand. Voel de nadelen van je huidig lichaamsgewicht (denk aan de eerste kolom van je lijstje). Voel je maar slecht! Schuif dan dit scherm weg van links naar rechts. Laat een scherm aanrukken met een witte, glinsterende rand. Zie jezelf zoals je er wilt uitzien. Zie hoe je straalt. Beleef reeds de voordelen van je nieuwe figuur (tweede kolom van je lijstje). Ontdek dat deze voordelen de nadelen van het minder eten (derde kolom van je lijstje) ruimschoots zullen overtreffen. Herhaal dan telkens, terwijl je naar je stralende figuur kijkt, volgende zinnen: “Mijn lichaam heeft die extraatjes niet nodig om gezond en fit te zijn, het heeft met mijn normale dieet alles wat nodig is en het zal geen hongersignalen meer uitzenden om meer te krijgen” en “Ik ga een heerlijke figuur krijgen wanneer ik minder eet”. Eventueel kan je er nog aan toevoegen: “Wanneer ik een drang voel om “te snoepen”, ga ik onmiddellijk het nieuwe zelfbeeld voor mijn geest zien verschijnen en dit zal mijn goesting doen overgaan”. Deze oefening moet je minstens gedurende eenentwintig opeenvolgende dagen doen, waarna je zal zien dat je verlangen naar voedsel veel harmonischer zal zijn. Daarna met de oefening doorgaan, zal met zich meebrengen dat je een gezonde eetgewoonte krijgt, die geen extra inspanning meer vraagt. Werkt dit wel echt? Ik heb met deze methode bereikt dat ik in het geheel geen “fast-food” (hamburgers, cola, chips, borrelnootjes ...) of industrieel bereid voedsel (sauzen, dressings, koekjes, worsten uit blik ...) meer eet. Dit voedsel zegt me gewoon niets meer. Zelfs frieten eet ik maar enkele keren per jaar.
In alfa kunnen we doen aan droombeheersing. We kunnen dromen oproepen, dromen programmeren zoals we een videorecorder programmeren. Wanneer een “ernstig” probleem ons echt bezighoudt, kunnen we in alfa gaan en zeggen: “Vannacht ga ik een droom hebben die mij informatie geeft over mijn probleem en hoe ik dat het best kan aanpakken. Morgen ga ik mij die droom herinneren en ik ga hem duidelijk kunnen interpreteren”. De volgende morgen geeft men zichzelf even de tijd om zich de droom te herinneren, eventueel schrijft men alles op. Dan volgt de verklaring die een “eigen” verklaring moet zijn, omdat men zijn droom zelf opgeroepen heeft. Hierbij moet men geen interpretaties gaan zoeken in de klassieke droomanalyse. Droombeheersing heb ik enkele malen toegepast om de beste marketing strategie te vinden in verband met het kenbaar maken van mijn zaak en mijn product. Een keer toen ik in directe geldnood zat, programmeerde ik een droom met de vraag: “Hoe kom ik snel aan centen?” In mijn droom waren we op reis met enkele personen en kinderen. Toen we ergens uitstapten, begonnen we al spelend een plastic zakje gevuld met een wit poeder open en bloot te gooien van de ene persoon naar de andere. De plaatselijke personen begrepen direct waar het om ging en zegden ons dit niet zo openlijk te doen. We vertelden dat het om melkpoeder ging, maar ze geloofden ons niet. Toen begonnen we de “eerlijken” uit te hangen en vertelden dat we wel drugs hadden willen kopen, maar dat we bedrogen waren met “gipspoeder”. Mijn interpretatie van deze droom was: snel geld verdienen kan niet tenzij men de criminele toer opgaat zoals het verkopen van drugs.
Tenslotte wil ik vermelden dat ons mentaal laboratorium de ideale plek is om onszelf te herprogrammeren. We kunnen in alfa onze kind-recorder en onze ouder-recorder, evenals de vroeger opgenomen delen van onze volwassene-recorder waar we niet mee akkoord kunnen gaan, afspelen en alles wat erop staat kritisch bekijken. Alle bruikbare stukken, alle informatie waar we volledig achter kunnen staan, gebruiken we dan om onze volwassene-recorder volledig te herschrijven. Deze moet uiteindelijk ons eigen referentiestelsel, onze eigen principes bevatten: alle principes, regels en wetten die wij willen hanteren, alle bruikbare informatie nodig om onze plan te kunnen trekken tijdens ons leven, alle informatie waaruit we kunnen putten wanneer we een probleem moeten oplossen. Onze ouders en opvoeders hebben ons zus en zo geleerd. Geldt dat nu ook nog? Zien wij dat nu ook zo? Of zien wij dat anders? Wij hebben vroeger veel negatieve emoties beleefd en we begrepen niet waarom men ons dat aandeed. Kunnen wij dat nu wel begrijpen? Verstaan we nu beter waarom dat ons op die manier overkomen is? Kunnen wij dat onze “belagers” vergeven? Alles wat ons dwars zat en zit, kunnen we de revue laten passeren en verwerpen, vervangen door een eigen principe, herwerken of toch volledig overnemen. Wat er zeker op onze volwassene-recorder moet staan is: “Ik ben OK – de anderen zijn OK” en eventueel ook: “Ik wil via zelfverbetering bijdragen tot een positief evoluerende wereld” en/of “Ik wil in mijn omgeving meewerken aan het welzijn van mijn medemensen”.

zondag 15 augustus 2010

Tijdens en na het alfaseminarie
Tijdens het alfaseminarie heb ik meerdere dingen beleefd, waarvan de volgende me erg bijgebleven zijn. Ik moet er hier wel bijzeggen, dat tijdens de oefeningen we meestal met meerdere of met twee personen waren en dat iemand ons tijdens het afdalen naar alfa begeleidde met een lage en langzaam sprekende stem. Je door iemand anders in alfa laten brengen, is gemakkelijker dan dit zelf te doen! Dit maakte dat we tijdens het alfaweekend al behoorlijke resultaten boekten.
Ons lichaam verkennen. De opdracht was binnen in ons lichaam te kruipen en er op verkenning te gaan. In alfa aangekomen, dook ik in mijn borst op zoek naar mijn hart. Ik kroop door de hartwand voorzichtig naar binnen, nieuwsgierig naar wat daar te zien zou zijn. Wat ik beleefde, was overweldigend. Stromen bloed vielen als een waterval op me neer. Mooi donkerrood bloed. Ik trok al mijn kleren uit en begon me daar te douchen in mijn eigen bloed. Na het douchen voelde ik me zuiver en puur, één met mijn lichaam.
Zoektocht naar het geluk. Deze belevenis heb ik al eerder beschreven. Ik ontmoette boven op een berg een wijze grijze man die niets zei, maar me deed beseffen dat het geluk binnen in onszelf ligt.
Een diagnose stellen. In alfa vertelde de begeleider me dat een zekere man, Bas Van den Engel, achtenvijftig jaar en woonachtig in Den Haag, een lichamelijke onperfectie had en dat ik moest nagaan wat die onperfectie kon zijn. Ik zag een beenderig persoon met een hoge rug, een rare man. De begeleider vroeg: “Waarom is die man zo mager? Zie je wat hem mankeert?” Veel bijzonderheden kon ik niet vertellen, alleen kreeg ik op een bepaald ogenblik een “wild” beeld binnen van iemand met een gat dwars door zijn buik. Na de oefening vertelde de begeleider dat de man een bobbelige huid onder de ogen had, dat de helft van zijn maag weggenomen was en dat hij enigszins op dieet leefde door “zware” kost te vermijden.
Na het alfaseminarie. Ik moest op mijn werk eens een voordracht geven aan potentiële klanten. Ik dacht, ik ga me hierop mentaal voorbereiden via alfa. Achter mijn bureau gezeten, daalde ik af naar mijn mentaal laboratorium en begroette mijn assistenten. Eerst zag ik mezelf bezig op het projectiescherm, dat ik voor de gelegenheid een zwarte rand had gegeven. Ik stond daar vóór de potentiële klanten te zweten en te klungelen. Ik bracht er niets van terecht en de mensen gingen misnoegd weg. Dan liet ik het scherm van links naar rechts verdwijnen en verving het door een scherm met witte, schitterende rand. Ik zag mezelf nu enthousiast en met veel zwier mijn toehoorders toespreken. Iedereen was geboeid en men feliciteerde me na afloop. Zo voorbereid ging ik naar de eigenlijke bijeenkomst. Wat gebeurde er? Het was een groot succes. Een collega vroeg na afloop zelfs: “Wat was dat eigenlijk met je, had je gedronken of zoiets? Je was zo in vorm! Zo heb ik je nog nooit bezig gezien!” Me op die manier mentaal voorbereiden op belangrijke meetings heb ik meerdere keren gedaan.
Op een avond ben ik eens op verkenning gegaan via de deur naar “de ruimte”. Ik deed de deur open en bewoog me in de lucht. Ik keek naar mijn woning en de tuin. Het was tamelijk donker. Dan vloog ik hoger en zag mijn gemeente, dan mijn provincie, dan mijn land. In het donker zag ik oneindig veel lichtjes, vooral geconcentreerd rond de grote steden. Nog hoger zag ik Europa en nog hoger de aarde van op een afstand: de blauwe planeet, nu donkerblauw weliswaar. Ik zweefde verder door ons zonnestelsel, voorbij de maan, voorbij Mars en de andere planeten, totdat ik buiten ons zonnestelsel was. Ik bevond me ergens in onze melkweg. Ik vloog nog verder tot buiten onze melkweg en zag massa’s andere melkwegen. In sneltreinvaart verplaatste ik me dan tot ver buiten het heelal. Wat zag ik? Een mooie heldere witgele bol. Toen dacht ik: zou er maar één heelal, één universum zijn? Ik vermoed dat er meerdere zijn. Maar wij kunnen per definitie niet uit “ons” heelal ontsnappen (in gedachten wel!)
Wanneer ik met een filosofische vraag geplaagd zit, ga ik in alfa en probeer het antwoord te vinden in de bibliotheek waar alle kennis aanwezig is. Ook vraag ik dan dikwijls aan mijn assistenten of zij het antwoord weten. Het gebeurt soms dat ik een beter inzicht in de dingen krijg. In ieder geval hebben deze oefeningen mij een verruiming van mijn bewustzijn opgeleverd (zonder gebruik van drugs).
De klok in mijn laboratorium gebruik ik als mijn biologische, interne klok. Wanneer ik op een bepaald ongewoon tijdstip moet opstaan, zet ik deze klok op dat tijdstip (en visualiseer duidelijk de klok) en vraag me op het juiste moment te wekken. De klokradio zet ik eveneens op dat tijdstip, als ik thuis ben tenminste.
Wat ik regelmatig deed en nog doe, is naar mijn laboratorium gaan om mijn batterij op te laden. Daarvoor heb ik “de energiebron” uit de werkplaats gehaald en deze boven het podium gemonteerd. Ik ga naakt op het podium staan en vraag aan een van mijn assistenten om op de knop te drukken die de energiebron doet stralen. Ik kan je verzekeren dat dit heerlijk aanvoelt. Ik voel mezelf vollopen met energie, mijn benen, mijn lijf, mijn armen en tenslotte mijn hoofd. Wanneer ik overloop van energie vraag ik de bron te stoppen. Ook zeg ik telkens volgende zinnen: “Elke dag gaat het mij in elk opzicht beter (L), beter (E) en beter (M)!” en “Ik voel me in blakende gezondheid, in harmonie met het leven!” De dag daarop ben ik in vorm en mijn werk loopt vlot.