maandag 27 juni 2011

Maatschappelijke vrijheid V
Dit plaatje heeft ook lange tijd in mijn keuken op het prikbord gehangen, kwestie van het zo grondig mogelijk in mij op te kunnen nemen. Om dezelfde reden had ik mij vroeger die vijf ringen aangeschaft. De ring aan de ringvinger van mijn linkerhand, deze met het plakje Eilatsteen, gekocht in Israël, droeg ik om zoveel mogelijk bewust aan mijn maatschappelijke vrijheid te werken. De joden raakten verspreid over de hele wereld en hun strijd om een eigen staat, die door toedoen van de Engelsen slecht was begonnen, verloopt nog steeds onrechtvaardig (voor alle partijen). Zo zie ik de strijd om mijn maatschappelijke vrijheid, in onze huidige maatschappij waar eigenbelang primeert, ook. Maar hij loont de moeite.
Toen ik na mijn verblijf in de USA begon te werken in een softwarebedrijf, heb ik meerdere cursussen MBA (master in business administration) gevolgd in Brussel om de nodige kennis op te doen over hoe een bedrijf werkt (boekhouding, marketing, economie ...). Mijn kennis over fysica alleen was hiervoor ontoereikend. Dat besefte het bedrijf ook en betaalde daarom een gedeelte van de cursussen die ik volgde (maatschappij-kennis).
Naderhand heb ik me nog dikwijls kandidaat gesteld om bepaalde gespecialiseerde cursussen en trainingen te volgen. Op een van die cursussen heb ik geleerd dat een computer introduceren in een bedrijf gegarandeerd op tegenkanting stuit wanneer men niet alle partijen vanaf het begin betrekt bij de automatisering. Men moet kunnen aanvaarden dat mensen weerstand bieden tegen iedere verandering in hun bedrijf, in hun leven, tenzij ze de kans krijgen aan die verandering mee te werken (maatschappij-begrip).
Wanneer men in een bedrijf een taak op zich neemt, moet men zich voldoende competent (bekwaam) weten, moet men die taak zien zitten. Zoniet gaat dit het zelfvertrouwen aantasten en gaat men er niets van terechtbrengen. Toen ik in het vermelde softwarebedrijf op een project in Amsterdam werd gezet, bleek dat het nodig was om vooraf een functioneel ontwerp te maken van de toepassing. Maar wij misten een goede methode van aanpak hiervoor. Ik heb toen gevraagd om de betreffende training te mogen volgen hetgeen me moest toelaten om dergelijke projecten met succes te kunnen uitvoeren. Ik wilde mijn bijdrage leveren, maar wilde er ook voor gewapend zijn (maatschappij-engagement en zelfvertrouwen).
Van enkele van mijn eerste klanten als zelfstandige hoor ik al geruime tijd niets meer. Zijn ze gestopt met hun zaak? Gebruiken ze mijn software niet meer? Ik heb de neiging om ze te contacteren en te vragen hoe het staat. Maar ik houd mezelf tegen. Zulke dingen gebeuren. Ik moet dit gewoon aanvaarden. Ik mag hier niets forceren. Er was daar zelfs een moeilijke klant bij. Dat ik van hem niets meer hoor, is de positieve kant van de medaille (positief denken en intuïtie).
Ik probeer met mijn klanten om te gaan in wederzijds vertrouwen. Zij weten dat ik hetgeen zij vragen zo secuur mogelijk afwerk en daarvoor een redelijke prijs vraag. Ik van mijn kant kan erop vertrouwen dat zij steeds op tijd hun facturen betalen (betrouwbaarheid).
Toen ik nog werkte in een groot distributiebedrijf en instond voor de computers in de winkels, ging ik eens mijn beklag doen bij de grote baas. Ik vertelde dat de informatici die verantwoordelijk waren voor de centrale computers (om en bij de vijftig personen) te weinig systematisch en te weinig methodisch te werk gingen. De grote baas antwoordde mij, ik zal het nooit vergeten: “Wij moeten het doen met de mensen die we hebben”. Dat was voor mij een grote les in verdraagzaamheid, de anderen nemen zoals ze zijn en met hen er het beste van maken (verdraagzaamheid).
In hetzelfde bedrijf werkte ik met een team van een tiental informatici aan het project om de programma’s, die in de winkels gebruikt werden om de verkoop te registreren en de kasticketten te printen, helemaal te moderniseren. Wij hadden een planning opgesteld met een doorlooptijd van anderhalf jaar, uitgaande van hoe het er nu aan toe ging in de winkels en van een ontwerp van het nieuwe systeem. Er werd hard gewerkt en daarbij werden de nodige mensen uit de dienst verkoop betrokken om ervoor te zorgen dat zij het nieuwe systeem als het hunne konden herkennen. Naarmate het project vorderde en de vooropgestelde invoerdatum naderbij kwam, begon ik in te zien dat de einddatum niet haalbaar was. Ik schreef toen een interne nota aan de grote baas, met kopie aan al de personen betrokken bij het project, dat de invoerdatum met een half jaar uitgesteld zou worden. Mijn collega’s vroegen mij hoe ik zoiets durfde doen. Ik vond dat ik het moest doen en dat hoe langer ik ermee wachtte, hoe erger het zou worden. Het antwoord van de grote baas was weer verbluffend en erg realistisch: “Planningen zijn er om aangepast te worden wanneer men nieuwe inzichten heeft. Maar wat ik niet goedvind, is dat je er te lang mee gewacht hebt om dit aan alle betrokkenen mee te delen. Zij moeten immers de tijd krijgen om hun planningen eveneens aan te passen” (zelfvertrouwen en positief denken).
Ik lever aan mijn klanten geen apparatuur, enkel programma’s. Wanneer ik die installeer bij de klant komt het wel eens voor dat ik merk dat de leverancier van de apparatuur misbruik heeft gemaakt van het feit dat die klant weinig of niets afweet van computers (onvolledig systeem, slecht werkend onderdeel ...). Ik probeer de klant dan zo goed mogelijk te adviseren en te helpen, ervan uitgaand dat een tevreden klant op termijn meer opbrengt dan een eenmalige ontevreden klant (rechtvaardigheid).

Geen opmerkingen: