maandag 24 mei 2010

Zelfaanvaarding III

Wanneer ik terugdenk aan mijn jeugd moet ik toegeven: zoals zo velen voelde ik me niet OK, mijn moeder en mijn vader waren voor mij wel OK. Mijn moeder was voor mij “een monument”. Mijn vader was erg streng. Wanneer we iets uitspookten dat niet door de beugel kon, kregen we een pak slaag. Zeer pijnlijk! Hoe heb ik dit ervaren? Ik had die straf verdiend! “Ik” was niet OK. En mijn respect voor mijn vader bleef onaangetast, “hij” was OK.
Tijdens het proces van mijn zelfaanvaarding heb ik onder meer getracht mezelf te ontrafelen. Wie ben ik, wat wil ik, wat is mijn natuurlijke aanleg, hoe zou ik graag willen zijn, wat is er eigenlijk mis met mij en waarom, wat zijn mijn sterke en wat mijn zwakke kanten? De positieve aspecten van mijn karakter en mijn persoon speelden uiteraard in mijn voordeel bij het aanvaarden van mezelf. Het waren de negatieve kanten die mij last bezorgden, die maakten dat ik het moeilijk had om mezelf te aanvaarden. Enkele voorbeelden:
• ik ben van nature egocentrisch, ik ben er veelal op uit de nummer één te zijn, ik val graag op;
• ik ben een idealist, wat moeilijkheden geeft in deze maatschappij van productiviteit en rentabiliteit;
• ik ben een excentriekeling die zich niet graag neerlegt bij traditionele zaken;
• ik heb de neiging mijn mening aan anderen te willen opdringen;
• wanneer anderen met mijn argumenten niet akkoord gaan, vind ik dit dikwijls onbegrijpelijk;
• ik ben wat schuchter en verlegen, voornamelijk de eerste stappen zetten, de eerste contacten leggen, is moeilijk;
• wanneer ik in mijn gevoelens gekwetst ben, hul ik me gedurende een lange periode in stilzwijgen en het goedmaken valt me niet mee;
• wanneer ik onzeker ben, ben ik nogal snel achterdochtig;
• aan iets nieuw beginnen, kost me steeds weer veel moeite;
• ik doseer niet graag mijn inspanningen, wat ik begonnen ben, wil ik graag afmaken.
Gaandeweg kreeg ik een juist beeld van mezelf en mijn levenspositie door:
• de opsomming van de fysieke mankementen van mijn lichaam;
• de kennis van de bovengenoemde aangeboren negatieve trekken van mijn karakter;
• het begrijpen van de initiële levenspositie (ik ben niet OK – jij bent OK) die ik, zoals zovele mensen, ingenomen had in mijn kindertijd;
• het verstaan waarom ik daarom vroeger zoveel last had met mezelf, met wat ik deed en hoe ik het deed;
• het begrijpen dat ik opgescheept zit met een ouder-recorder die volstaat met opnames als “dat mag niet, je moet, je bent een nietsnut, je kunt niets, nee …”;
• het begrijpen dat ik ook een kind-recorder heb die volstaat met positieve, maar ook met veel negatieve gevoelsmatige ervaringen;
• het inzien dat ik de inhoud van beide recorders aan een grondig onderzoek “kan” onderwerpen en alleen “dat” kan overnemen op mijn volwassene-recorder waar ikzelf volledig achter kan staan (= mezelf herprogrammeren);
• de kennis van de aangeboren positieve kanten van mijn karakter;
• de positieve referenties die ik opgebouwd heb tijdens mijn zoektocht naar appreciatie.
Na dit alles nam ik welbewust het besluit dat ik OK ben.
Zoals ik ben, met alles erop en eraan, zo kan ik me nu aanvaarden, wat ik vroeger niet kon, omdat ik niet voldoende inzicht had in mezelf en nog niet kon begrijpen waarom de dingen verliepen zoals ze verlopen zijn. Nu kan ik dat wel. Ik begrijp nu dat ik tijdens mijn voorbije jaren een normaal proces heb doorgemaakt waarbij iedereen, mijn ouders in de eerste plaats, hun best hebben gedaan om mij tot volwassenheid te brengen.
Ik begrijp nu waarom ik tijdens mijn baby- en kinderjaren zoveel negatieve en “niet-strelende” gevoelens heb geregistreerd op mijn kind-recorder. Ik begrijp nu waarom ik zoveel berispingen, verwijten en onaangename gebeurtenissen geregistreerd heb op mijn ouder-recorder. Harde woorden heb ik moeten aanhoren van mijn ouders en opvoeders. Maar nu begrijp ik dat ze me niet wilden kwetsen “als zodanig”, maar dat dit was om mij te harden, op te voeden en te introduceren in deze koude wereld. Heel wat leefregels en levenservaring, opgedaan door mijn ouders en opvoeders, werden er bij mij ingestampt, zodat ikzelf het warm water niet steeds opnieuw hoefde uit te vinden. Nu begrijp ik dat, ook al verliep dat niet altijd op een aangename manier. Ik heb veel waardering en genegenheid moeten missen vanwege mijn omgeving, maar nu begrijp ik dat dit in die tijd niet de gewoonte was, dat men het zelf nooit zo geleerd had. Mijn broers en schoolkameraden hebben me dikwijls geplaagd en uitgelachen met van alles en nog wat, maar nu begrijp ik dat ze niet “expliciet mij” wilden uitlachen en plagen, maar eerder hun eigen “niet OK”-zijn wilden verlichten en draaglijker maken. Meestal gebeurde dit plagen onbewust en op een onbehouwen, onhandige manier.
Wij willen waardering van mensen die zelf waardering willen en nodig hebben. Onze ouders, broers en zusters, familie, opvoeders, vrienden, collega’s … hadden en hebben misschien zelf de grootste problemen met de aanvaarding van henzelf. Misschien misten en missen ze zelf de waardering en de genegenheid die wij zo graag van hen kregen en krijgen. Misschien waren en zijn ze zelf opgezadeld met de grootste complexen en frustraties en is hun zelfvertrouwen ook niet je dat.
De enige conclusie is dat wijzelf even goed zijn als al de andere mensen, dat we de grootste waardering en appreciatie bij onszelf moeten halen en dat we ervan uit kunnen gaan: “ik ben OK – jullie zijn OK”. Wanneer we onszelf volledig aanvaarden, onszelf gewoon goed vinden, kunnen we zelfs een stapje verder gaan: “anderen waarderen en genegenheid geven”. Daar zit enorm veel voldoening in.
Is er een mogelijkheid, een test om uit te vissen of we onszelf wel echt aanvaarden? De beste test vind ik het “flirten met de spiegel”. Je gaat voor de spiegel staan, je bekijkt jezelf goed, vooral in de ogen en zegt: “Ik hou van je”. Wanneer dit spontaan kan, wanneer dit zonder aarzeling kan, ben je goed op weg. Een volledige aanvaarding van jezelf zit erin wanneer je jezelf een kus durft te geven op de spiegel.

Geen opmerkingen: