woensdag 9 maart 2011

Manipuleren II
Een gemanipuleerd kind leert zelf ook te manipuleren: broers en zussen, andere kinderen, zijn ouders, andere mensen. “Laat mij daar nu eens mee spelen. Je bent een trut!” Het meisje wil geen trut zijn en wil zeker voorkomen dat haar zusje niet meer van haar houdt. “Jij mag niet meespelen, je kent er niks van!” Het jongetje druipt af, het voelt zich onwetend en onhandig. “Mama, waarom moet ik de bladeren in de tuin bijeenharken terwijl zusje in haar kamer zit te spelen?” De jongen insinueert dat mama er lievelingetjes op nahoudt en hierdoor wordt zij in de verdediging gedreven: “Je zusje helpt me bij het huishouden! Jij mag toch ook wel iets doen!” Dit geeft de jongen het gevoel dat hij een nietsnut is die ze zo maar wat laat doen. Misschien houdt mama wel minder van hem. Mama kan ook zeggen: “Je zusje helpt me bij het huishouden! Jij harkt de bladeren bijeen! Ik kan begrijpen dat je nu ook liever gaat spelen, maar jij gaat de tuin in. Zo wil ik het.” De jongen kan nu gerust (eventueel al mopperend) naar de tuin gaan, hij hoeft niet bang te zijn dat mama niet meer van hem houdt. “Papa, mijn vriend heeft een jas van het merk ‘Duur’ gekregen van zijn ouders. Krijg ik ook zo’n jas? Dat kan jij toch ook wel betalen!” Deze stekelige opmerking is een beproeving voor papa. Wanneer hij niet assertief is, hecht hij meer belang aan “laten zien dat hij even veel of meer verdient dan de papa van de vriend van zijn zoon” dan aan het gemanipuleerd worden door zijn zoon. Hij zou kunnen reageren als volgt: “Bij je vriend zorgen zijn ouders voor zijn kleding. Hier zorgen wij voor jouw kleding. Ik begrijp dat zo’n jasje je de ogen uitsteekt, maar zo willen wij het.” Dit antwoord is misschien niet prettig voor de zoon, maar wel geruststellend. Hij heeft ouders met een ruggengraat die voor hem zorgen en van hem houden.
Wanneer manipulatief opgegroeide kinderen later volwassen zijn, gaan zij de mensen uit hun omgeving ook trachten te manipuleren om van hen te bekomen wat ze graag willen. Het aangeboren assertief gedrag heeft plaats gemaakt voor manipuleren en tegen-manipuleren.
Op zekere dag vroeg een vriend of ik niet geïnteresseerd was in de dorpspolitiek. Ik was wel nieuwsgierig om te weten hoe het er daar aan toeging. Men hoort van alles vertellen over de politiek en nu zou ik het een beetje van binnenuit kunnen zien. Na een jaar hield ik het voor bekeken. Ik voelde me daar niet thuis. Ik ben opgestapt, wat mijn vriend niet erg kon appreciëren. Hij heeft lang op me ingepraat. In feite heeft hij getracht me te manipuleren. Hij wilde me met schuldgevoelens opzadelen. “Vrienden doen zoiets niet!” “Aan iets beginnen en het dan opgeven, dat doe je toch niet!” Ik heb me niet laten manipuleren. Ik koos ervoor om me weer vrij op te stellen ten opzichte van de politiek en de politieke partijen. De gevolgen van mijn keuze heb ik erbij genomen. Gelukkig zijn we vrienden gebleven, maar in het andere geval zou ik dat op de koop toe genomen hebben. Het territorium dat ik zeker niet wil afstaan, is mijn eigenheid, mijn persoonlijkheid, mijn vrijheid, mijn vrije wil. De beste vriend van mij ben ikzelf. “Riekt dat niet een beetje naar egoïsme?” Mijn antwoord hierop is: “Ben je niet bezig met mij een beetje te manipuleren?”

Geen opmerkingen: