vrijdag 14 oktober 2011

Christendom III

Na de dood van Jezus heeft Paulus van het jonge christelijke geloof een zelfstandige wereldreligie gemaakt die zich erg van het jodendom onderscheidde. Paulus (Saulus) was een jonge ijverige farizeeër en in die hoedanigheid een bestrijder van de christenen. In Damascus kreeg hij een visioen en hierdoor werd hij een geestdriftig ijveraar voor de leer van Christus. Deze ontwikkelde hij verder en verbreidde haar door op zijn drie grote zendingsreizen in het Nabije Oosten en Giekenland te prediken en brieven te schrijven. Zoals bij alle religies is ook bij het christendom de stichter na zijn dood door de legende omhangen met talrijke fabelachtige karaktertrekken en mythische verhalen (zie *** verderop).

Adam, de stamvader van alle mensen, was ongehoorzaam aan God en belastte de mensheid met de erfzonde (hij werd samen met Eva uit het Aards Paradijs verdreven, de mensen werden sterfelijk). Uit eigen kracht konden de mensen zich niet van deze erfzonde bevrijden en de dood overwinnen. *** Daarom liet God (volgens Paulus) zijn zoon mens worden en een pijnlijke dood sterven als plaatsvervangend zoenoffer voor heel de mensheid. Door deze offerdood van Christus werden alle mensen bevrijd van de zonde. De mens moet evenwel door zijn geloof in Christus de goddelijke genade aanvaarden en zich ver houden van zonden, wil hij gered worden. Jezus, gesproten uit het geslacht van David naar het vlees, door zijn opstanding uit de dood de Zoon van God genoemd naar de geest, was tegelijkertijd zowel God als Mens. *** Dit moeilijk idee van het samengaan van God en Heiland in de persoon van Jezus, vond zijn oplossing in de Heilige Drievuldigheid met God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. God, die zijn zoon de pijnlijke kruisdood liet sterven, zou gezichtsverlies geleden hebben wanneer hij zijn macht over de dood niet had getoond. *** Vandaar de verhalen in de bijbel over de verrijzenis en de hemelvaart van Christus. Christus, als zoon van God, moest vrij geweest zijn van de erfzonde, dus moest ook Maria hiervan vrij geweest zijn, anders was de erfzonde overgegaan op haar zoon. *** Dit leidde in 1854 tot het dogma van de onbevlekte ontvangenis: Maria kwam ter wereld met een onbevlekte ziel. Ook verkondigde men de leerstelling van de maagdelijke geboorte van Jezus. *** Maria is altijd maagd geweest, ze werd zwanger van de Heilige Geest.

Geen opmerkingen: