maandag 31 oktober 2011

Evaluatie Wereldreligies IV
Wat engelen betreft: die zie ik niet zitten. Wanneer God onpersoonlijk is, wanneer God alomvattend is, heeft hij geen boodschappers of helpers nodig. Hij is alles en alle dingen gebeuren gewoon. Voor hem gebeuren ze synchroon, in het eeuwige nu. Soms gebeurt het dat we aan een erge ramp, een zwaar ongeluk of zelfs aan de dood ontsnappen. Is er dan een engelbewaarder aan het werk geweest? Het lijkt er soms op. In onze driedimensionale wereld is het precies alsof iemand ons beschermd heeft. Begrijpelijk dat we die iemand dan bijvoorbeeld een “engel” noemen. Van op afstand bekeken, gaat het over neutrale gebeurtenissen zoals er zovele zijn. Van dichtbij, voor ons is het aangrijpend, omdat ons leven op het spel stond. Hoe zit het dan met duivels? Duivels zijn gevallen engelen. Zij vormen de tegenpool van de engelen: engelen zijn goed, duivels zijn slecht. Maar zoals de mensen “goed” en “kwaad” hebben uitgevonden, zo hebben ze ook de duivel uitgevonden. De mens had duivels nodig om die de schuld te geven van zijn eigen onnatuurlijke, niet-harmonische, zeg maar “slechte” daden. Weeral een truc om zijn eigen verantwoordelijkheid te ontlopen.
Wat bij de meeste religies benadrukt wordt, is dat de mens zelf verantwoordelijk is voor zijn daden. Dit vind ik een uitstekend principe. Wij mogen onszelf zijn, wij kunnen kiezen wat we doen en wat we laten, wel moeten we de gevolgen erbij nemen. Onze verantwoordelijkheid kunnen en mogen we niet ontvluchten. Tevens betekent dit dat we best ophouden met anderen steeds maar de schuld te geven telkens als er iets mis loopt. Hebben we een probleem, dan hebben we dit meestel zelf veroorzaakt (zie: “de vier edele waarheden” van het boeddhisme) en dan zijn wij de enigen die dat kunnen oplossen. Anderen kunnen wel helpen door te luisteren, mee te voelen, ideeën aan te brengen en een handje toe te steken wanneer erom gevraagd wordt. Maar het geluk ligt in onze eigen handen. We hoeven het maar te grijpen, dit wil zeggen: er zelf aan werken. Bovendien werkt dit principe meer bevrijdend dan het collectivistische idee van het christendom, waarbij het individu, indien het in Christus gelooft, van zonde wordt bevrijd, omdat Christus met zijn offerdood de zonde van de mensheid heeft weggenomen. Dit lijkt een beetje op chantage: wij zijn zondig, willen we gered worden, dan moeten we in Christus geloven. Het uitgangspunt lijkt me verkeerd. Hoe kunnen wij zondig zijn? De bezieling, die van een onschuldig hoopje “stof en as” een mens maakt, komt uit de levensadem van 3A! Als we niet zondig zijn, hoeven we ook niet van zonde gezuiverd te worden.

Geen opmerkingen: