woensdag 26 oktober 2011

Evaluatie Wereldreligies I


Ik steek het niet onder stoelen of banken, de studie van de wereldreligies vind ik enorm boeiend en verrijkend. Aan de ene kant treffen we een enorme verscheidenheid aan van begrippen, voorstellingen, voorschriften, regels, interpretaties en verklaringen en aan de andere kant heb ik de indruk dat de betrachtingen van alle religies dezelfde zijn. Eenvoudig gezegd: “Wij mensen weten niet veel, er zijn dingen waar we niet bij kunnen, alles wijst erop dat er nog iets is dat we niet kunnen vatten, dat iets boezemt ons ontzag en tevens ook angst in, laten we die grote onbekende dan maar projecteren in iets dat we Brahman, Tao, Jahwe, God, Allah … noemen”. De invulling van dat godsbegrip is verschillend afhankelijk van de tijdsperiode waarin en de landstreek waar die heeft plaats gehad. De wetenschap was nog niet erg ver gevorderd toen de verschillende godsdiensten ontstonden. De voorstellingen en verklaringen kwamen tot stand met de terminologie en het begripsvermogen van toen. De religies zijn in de loop van de eeuwen wel geëvolueerd, maar hun uitgangspunten zijn in grote lijnen dezelfde gebleven. Een en ander lijkt me verouderd en is aan een grondige herziening toe. Wij mensen hebben nood aan een "al of niet transcendente" houvast, maar het lijkt mij dat een eventuele nieuwe godsdienst moet vertrekken van de stand van de wetenschap zoals we die nu kennen. Tevens is het aangewezen om op een zo objectieve manier als mogelijk is, alle positieve elementen van de bestaande religies erin op te nemen of er alleszins eens serieus naar te kijken.
Voor mij is de evolutie van een persoonlijke God, een God die zich persoonlijk met iedereen bezighoudt, naar een onpersoonlijke God, waarvan eenieder zich een eigen beeld vormt, de meest aangewezen ontwikkeling, omdat ik denk dat de evolutie via genieën en wijzen, uiteindelijk bij 3A terechtkomt. Zie het hoofdstuk “3A, een onpersoonlijke God”. In “clubverband” een religie beleven, waarbij iedereen gelooft wat “de club” voorhoudt en doet wat “de club” voorschrijft, waarbij iedereen hetzelfde godsbeeld heeft, houdt verstarring in en onverdraagzaamheid tegenover de andere “clubs”, de andere godsdiensten. Een doorgroei naar genieën en wijzen gebeurt volgens mij niet collectief, maar eerder individueel, via persoonlijke groei, waarbij op bepaalde ogenblikken bepaalde individuen de evolutie een hele stap vooruit helpen.

Geen opmerkingen: