maandag 10 januari 2011

Spontaniteit
Lichamelijke intimiteit op zich, seks zonder meer, is louter een ontlading en is zoals bijvoorbeeld vlug wat eten. Samen dingen beleven met je partner of met andere mensen zoals op reis gaan, helpen verhuizen, watersnood overwinnen, muziek spelen, Italiaans leren, elke dag samen op de trein zitten … kan een zekere emotionele voldoening geven en wanneer er wederzijdse appreciatie bijkomt, kan men spreken van een “mooie vorm van flirten”. Deze vorm van intimiteit geeft zelfvertrouwen, men voelt zich gewaardeerd, men voelt dat men nog een “marktwaarde” heeft. Komt daarbovenop nog een mentale intimiteit via diepzinnige, persoonlijke gesprekken, dan kan dit uitgroeien tot vriendschap of tot een toffe relatie.
Mooi, niet? Hoe komt het dan dat we zo weinig intimiteit in ons leven tegenkomen? Ik denk dat dit komt, omdat we onze spontaniteit (noodgedwongen) verloren hebben. Het dochtertje van die Amerikaanse prof reageerde wel spontaan. Maar het betrof hier een kind van amper tien jaar. Ik zou uit mezelf zo spontaan niet hebben durven handelen. Had ik het gedaan, ik had waarschijnlijk te voet terug naar huis kunnen gaan, zo’n 60 km ver. Als kind waren we van nature spontaan. Naarmate we opgroeiden, hebben we gaandeweg onze spontaniteit moeten inslikken. Men leerde ons dat we “ons verstand” moesten gebruiken, men leerde ons hoe we ons “moesten gedragen”, men leerde ons “goede manieren”.
In het dagelijkse leven, dat tegenwoordig zeer jachtig is, is er weinig tijd voor intimiteit. “Ik moet dit verslag nog afmaken, maar ik beloof je dat ik het volgende week, wanneer ik wat meer tijd heb, zal goedmaken.” En volgende week: “Nu heb ik geen tijd, ik moet dringend dit … maar …” Sommige soorten intimiteit, voornamelijk de lichamelijke, zijn psychologisch ook onmogelijk. Ze worden in onze samenleving niet getolereerd. Denk aan de commotie en de beroering rond “ongewenste seksuele intimiteiten” op het werk. Flirten heeft een negatieve bijklank, ook de mooie vorm van flirten. Intimiteit kan en mag alleen in de context van een relatie. Maar daar botsen we op een ander spook: angst voor intimiteit. Angst voor intimiteit? Dat bestaat niet! Laten we eerlijk zijn, we kennen het allemaal. Ons tonen hoe we werkelijk zijn, lijkt erg gevaarlijk (lichamelijke onvolmaaktheden, frigiditeit, impotentie, schuchterheid, preutsheid, schaamtegevoel …). Men moest daar maar eens misbruik van maken (heb ik nog nooit ondervonden). Men moest ons eens afwijzen wanneer we intieme toenaderingen zoeken (en wat dan nog, gewoon pech gehad). We weten dikwijls niet hoe we ons verlangen naar intimiteit, zonder gezichtsverlies, kenbaar kunnen maken (en als we eens gewoon spontaan te werk zouden gaan?)
We zijn onhandig wat intimiteit betreft. We hebben verleerd er spontaan mee om te gaan. Heel wat koppels missen intimiteit. Zo ken ik een koppel waar de man het doodjammer vindt dat hij met zijn eigen vrouw geen diepgaand gesprek kan hebben. Bij een ander koppel zien de partners elkaar enkel om zakelijke afspraken te maken en dit loopt niet altijd van een leien dakje. Heel wat koppels zijn in een situatie terechtgekomen, zeg maar gesukkeld, waar ze praktisch niet meer uit geraken. Er is de angst om opnieuw spontaan te zijn: mijn partner zou daar misbruik van kunnen maken of me kunnen uitlachen, mijn partner zou verbolgen kunnen zijn, ik zou mijn gezicht kunnen verliezen … Men heeft zich star opgesteld, men heeft een masker opgezet, men heeft zich ingemetseld. Als eerste de scheidingsmuren afbreken? Dat nooit! Van harmonische intimiteit is geen sprake meer. Toch heeft iedereen daar behoefte aan.

Geen opmerkingen: